Wat schieten we op met internationalisering van het hoger onderwijs? Wat is de reden om buitenlandse studenten hier, en onze eigen de grens over te krijgen? Wat betekent internationalisering voor studenten? Voor docenten? Wat doen de Nederlandse onderwijsinstellingen goed? Wat doen ze minder goed?
Al die vragen passeerden de revue op het Wereldpodium in het teken van de interWATsionalisering van het hoger onderwijs. Er werd gekeken, geluisterd en gediscussieerd over de achterliggende reden om te internationaliseren, hoe Nederland het doet en wat er beter kan.
Caecilia van Peksi (International Project Manager Fontys) opent de avond en neemt een duidelijk standpunt in. Vandaag zijn we allemaal wereldburgers, van welke generatie we ook zijn. Wie 25 jaar geleden een kind van onder de twaalf vroeg om zijn wereldbeeld te tekenen, kreeg een tekening waarop het zich neerzette op een wereldbol. Pas op latere leeftijd plaatste het kind zich binnen het grenzen van land waarin het woonde.
Dat is aan het veranderen, nu verschuift de focus niet meer van de wereld naar de natie. Jongeren blijven zich zien als wereldburger in plaats van als Nederlanders.
Maar het zijn gemakzuchtige wereldburgers. Van Peski typeert de huidige studentengeneratie als generatie Y. Het is een generatie vol van vermaak en zelfoverschatting, ze zijn lui en vinden een zesje meer dan voldoende. Het zijn studenten die met alle winden meewaaien naar alle windstreken. Maar de ervaringen die ze daar opdoen zijn slechts oppervlakkig.
Niet iedereen is het met die analyse eens. Eric Beerkens (…. van Nuffic) toont in zijn presentatie over de trends en ontwikkelingen in de internationale onderwijswereld waarom we onszelf wel wat positiever neer mogen zetten. We kunnen best trots zijn op onze technische op-leidingen die tot de beste van de wereld behoren. Of dat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs wereldwijd op de vijfde plek staat, meteen na Amerika, Groot-Brittannië, Australië en Canada. En dat is maar goed ook, want de internationalisering van het Hoger Onderwijs is belangrijk voor Nederland. Het kan ons helpen bij het tekort aan onderzoekers en hoogopgeleiden en het vergroten van de kwaliteit en innovatie van kennis. Bovendien is het van belang voor onze internationale relaties.
Dit belang wordt ook onderstreept door Chris de Neubourg (Academisch directeur van de Maastricht Graduate School of Governance). Het bedrijfsleven en de overheden kunnen niet meer niet-internationaal werken. We zien vandaag de dag dat banken wereldwijd aan elkaar gelieerd zijn. In Europa werken we samen met 26 lidstaten. De studenten die op De Neubourgs school problemen oplossen zijn uit 102 landen afkomstig. Ze brengen allen een stukje culturele en technische bagage mee, waardoor ze vaak tot nieuwe inzichten komen.
Voor wie er nog over twijfelde: de pauze was er voor Duitse en Belgische studenten aan de Fontys circusacademie die het hooggeëerde publiek verbaasden met hun jongleerkunsten.
Alle gasten waren het er over eens: de internationalisering van het Hoger Onderwijs is van het grootste belang en we zijn op de goede weg. De vraag is hoe die internationalisering van universiteiten en hogescholen vandaag in de praktijk uitpakt en welke kant we nu opgaan.
Frank van der Duyn-Schouten (Rector magnificus van de Universiteit van Tilburg) ziet zijn studenten het liefst een bachelor doen aan universiteit A in land X en een master aan universiteit B in land Y.
‘De Universiteit is sinds 1996 bezig met de internationalisering, en nu, in 2008 zijn we halverwege. Er is nog veel te doen, maar er is ook al zo veel gedaan. We hebben nu acht procent buitenlandse studenten. Dat aantal zal de komende tijd blijven groeien. Bovendien is een groot deel van de opleidingen is volledig Engelstalig’, zegt Van der Duyn-Schouten.
‘Maar dan wel een soort Nederlands-Engels stelde Marloes Broeren in haar afstudeeronderzoek vast. Desondanks laat haar onderzoek naar het verbale repertoire van Nederlandstalige docenten zien dat hun Engels het onderwijs niet beperkter maakt, mits er maar voldoende interactie is met studenten. De Lingua Franca in het internationale onderwijs is nu eenmaal ‘slecht’ Engels. Docenten en studenten moeten eerder klaar worden gestoomd voor onderwijs in het Engels.
Ook Fontys ziet het aantal internationale studenten groeien, zegt Rene van Elderen (Lid van de Raad van Bestuur van Fontys). ‘Maar het onderwijs honderd procent internationaal maken is niet het streven. Beroepsopleidingen als verpleegkunde of de Pabo openstellen voor internationale studenten is niet zo interessant. Maar de studenten moeten wel weten hoe ze om moeten gaan met bijvoorbeeld een Pools jongetje in de klas of in het ziekenhuis.’
Blijft de vraag of generatie Y werkelijk bestaat uit luie studenten? Daarover blijven de meningen verdeeld. Een ding is zeker, studenten zijn in ieder geval een stuk reislustiger en nieuwsgieriger naar de wereld dan voorheen.