• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Verslag 20 juni 2010
Meet de Music op Festival Mundial

Festival Mundial, juni  2010. Meer dan 60 duizend bezoekers met bovengemiddelde interesse in de wereld buiten Nederland. En duizenden luisteraars naar de directe radio-uitzending op 107.0 FM en via Mundiallive.nl Dat was de setting voor de eerste aflevering van Meet the Music. Een nieuw programma van het Wereldpodium met muziek uit het Zuiden als aanleiding voor stevige gesprekken met de muzikanten over datzelfde Zuiden. Een pilot, die, zo hoopt het Wereldpodium, in 2011 wordt uitgerold in enkele grotere evenementen.

WP-Mundial-2010-(2)WP-Mundial-2010-(4)WP-Mundial-2010-(5)

De locatie op Mundial was de ruimte voor de Media Lounge, niet ver van de ingang. Een klein podium vergeleken met de grote podia  waarop de wereldsterren hun opwachting maakten. Maar des te intiemer, zo dicht op de zangers, blazers, drummers en dansers.  Zeker voor wie een plaatsje vond, chillend op de zitzakken of lui in het gras.

WP-Mundial-2010-(8)WP-Mundial-2010-(9)WP-Mundial-2010-(10)

Vier Afrikaanse bands maakten hun opwachting. Tussen een uur ‘s middags en zeven uur ‘s avonds verschenen Wind Afrique uit Ghana, Xindiro Companhia uit Mozambique, Metzo Djatah uit Senegal en Ikobe uit Rwanda om  te spelen, om te dansen en om te worden bevraagd door de vaste presentatoren van het Wereldpodium Meike de Jong en Ralf Bodelier .

WP-Mundial-2010-(11)WP-Mundial-2010-(12)WP-Mundial-2010-(13)

Vier groepen van hetzelfde continent maar met, zoals te verwachten, geheel  verschillende verhalen. Drie nummers speelde elke band en voor het eerst op Festival Mundial, ging het deze keer niet alleen om de muziek maar ook om de teksten. Het waren teksten, zo bleek, die direct handelen over de grote problemen waarmee het continent nog steeds worstelt. Maar ook teksten waarin vooruit werd gekeken naar de toekomst. Een toekomst die volgens vrijwel alle bands allang is aangebroken. Want ondanks de armoede, de droogtes, het wankele leiderschap, de vele ziekten en de etnische spanningen, groeien de Afrikaanse economieën stevig door. Het aantal oorlogen nam drastisch af, steeds meer landen kennen een democratisch gekozen overheid, en steeds meer leiders blijken de rechtsstaat te respecteren. Mobiele telefoon, televisie en internet zijn in Afrika niet meer weg te denken en de mondiale economische crisis lijkt één continent maar amper te raken: dat is Afrika.

WP-Mundial-2010-(14)WP-Mundial-2010-(15)WP-Mundial-2010-(16)

De Ghanese band Wind Afrique is opgetogen. De Black Stars, het Ghanese nationale elftal blijkt door te stomen in het Wereldkampioenschap voetbal, dat zich op dat moment in Zuid Afrika afspeelt. Maar Wind Afrique is überhaupt tevreden. De band legt uit dat Ghana dat het niet alleen het eerste land was dat in de jaren ’50 onafhankelijk werd, maar dat het vandaag ook een van de best bestuurde landen van Afrika is. Ghana als voortrekker van Afrika. Maar vanzelf gaat het niet. Ayaa, het eerste nummer van de Wind Afrique wordt vertaald als ‘the hand that does not work, does not eat’. Wie wil eten moet werken, zonder werk geen toekomst. Het is een lied over de luiheid en over de jeugd die liever in de disco hangt dan naar school te gaan of een bedrijf op te starten. Een jeugd, zo benadrukt de zanger die je niet alleen in Afrika aantreft, maar overal ter wereld. Het is ook een lied over de noodzaak van Afrikaanse landen als Ghana om werkgelegenheid aan te trekken.  En dat kan niet zonder God te prijzen en te eren. Dat is de boodschap van het lied Mala. Wie God bezingt, schept niet alleen plezier in zijn leven maar blijft ook optimistisch over de toekomst.

WP-Mundial-2010-(17)WP-Mundial-2010-(18)WP-Mundial-2010-(19)

Voor de  Mozambiqaanse formatie Xindiro Companhia is muziek en dans een belangrijk middel om in de dorpen en de sloppenwijken van hoofdstad Maputo sociale boodschappen door te geven.  De leden van de band vonden elkaar zestien jaar geleden op hun middelbare school en vermengen traditionele muziek met moderne pop, typisch Mozambiqaanse snaren met  westerse drums. Maar op dit Wereldpodium ligt de nadruk opnieuw op de teksten. Die handelen over arme buurten in Maputo als Maxaquene, waar de meeste bandleden wonen. In Maxaquene worstelen de bewoners met gebrek aan veiligheid, met gebrek aan schoon water en een gebrekkige infrastructuur. Een klaagzang heft de band overigens niet aan, want zingen over deze problemen is voor Xindiro Companhia de methode om mensen aan het werk te zetten rondom het voorkomen van aids, het oprichten van buurtcomités en vormgeven van het eigen leven. Daarom speelt de band doorlopend op scholen, ziekenhuizen en markten. Bovendien trainden de leden van  Xindiro Companhia inmiddels meer dan 900 schoolkinderen in het componeren en uitvoeren van muziek. Vrijwel al die kinderen spelen inmiddels in nieuwe bands.

WP-Mundial-2010-(20)WP-Mundial-2010-(22)WP-Mundial-2010-(23)

In muzikaal opzicht is Metzo Djatah uit Senegal het absolute hoogtepunt van Meet the Music. Maar de band staat dan ook in een imposante muzikale traditie waarin eerder Baba Maal, Ismael Lo en Youssou nDour opgroeiden. Niet zonder reden trekt Metzo Djatah het grootste publiek. Stonden rond de tachtig mensen te luisteren naar de muziek en de interviews van Wind Afrique en Xindiro Companhia, bij Metzo Djatah verzamelen zich meer dan honderddertig mensen bij het kleine podium. De heldere snaren van de Kora en de akoestische gitaar van zanger Metzo scheppen een vervoerende en spirituele sfeer. Die past wonderwel bij de tekst van Djatah’s meest bekende nummer Insch’alla, ‘Als God het wil’.  Op de vraag of Insch’allah geen oproep is om alles op zijn beloop te laten, antwoordt Djatah beslist dat niemand iets geschonken wordt zonder zich volop in te spannen. Maar dit succes is nooit gegarandeerd. Uiteindelijk ligt het leven open en is de toekomst onbepaald. In religieuze termen heet dat dan ‘Als God het wil’.

WP-Mundial-2010-(24)WP-Mundial-2010-(25)WP-Mundial-2010-(26)

Een vergelijkbare boodschap ligt ook vervat in het lied Mon idéal waarvan de zinnen telkens weer uitlopen op woorden als  idéal, Sénégal , égal, mental, en organisation sociale. Djatah schreef de tekst toen hij tien jaar oud was en heeft volgens hem nog steeds niet aan actualiteit ingeboet. In landen als Senegal, waar mensen arm zijn, waar hele bevolkingsgroepen op weg gaan naar Europa, is het nodig om maatschappelijke idealen te formuleren om daar ook naar te leven. Ook al ligt het maar ten dele in onze hand om deze idealen ook te verwezenlijken.

WP-Mundial-2010-(29)WP-Mundial-2010-(40)WP-Mundial-2010-(32)

Met Ikobe uit Rwanda komt een dramatische periode uit de Afrikaanse geschiedenis binnen. Want zestien jaar geleden moordden militante Hutu bijna een miljoen Tutsi en gematigde Hutu uit. Het was een slachting waar Rwanda nog steeds niet van is hersteld. Ook al trok de economie eind jaren ’90 stevig aan, ze heeft nog steeds niet de kwaliteit van vóór 1994. De genocide is, zo blijkt al snel, hét thema van Ikobe, een naam die je vrij kunt vertalen als een ‘schreeuw van vreugde’. Van vreugde omdat het nu toch zoveel beter gaat met Rwanda, maar die ook klinkt als bezwering van de vreselijke herinnering aan de massamoorden.

WP-Mundial-2010-(33)WP-Mundial-2010-(35)WP-Mundial-2010-(37)

Toch hebben de woordvoerders van de band de slachting zelf niet meegemaakt. Hun ouders , zo vertellen ze, waren al decennia eerder gevlucht, naar Congo in het westen van Rwanda en Tanzania in het Oosten. In ’94 zaten de bandleden, kinderen toen nog, in vluchtelingenkampen. De huidige president Kagama riep de vluchtelingen van weleer op om weer naar Rwanda terug te keren om het land opnieuw op te bouwen. En zo kijkt Ikobe, in een mengeling van betrokkenheid en afstand naar hun nieuwe, oude vaderland. Wederom overheerst het optimisme. Kigali, de hoofstad is in een woord schitterend. Het platteland, nu nog arm en achtergebleven zal ongetwijfeld volgen. Van Hutu en Tutsi  formeel geen sprake meer. Allen zijn nu Rwandezen en dat geldt ook voor de leden van Ikobe. Ook toen al, benadrukken ze, waren er feitelijk geen loepzuivere Hutu en Tutsi. Ook in ’94 bestond een groot deel van de bevolking uit kinderen van gemengde ouders. Etnicity is an invention. Inderdaad. En met dodelijke gevolgen, zo ervoer Afrika zestien jaar geleden.

Tekst: Ralf Bodelier

Share Button