Van wapens naar hamburgers: over kindsoldaten, armoede en kansen op een nieuwe start
Hoe erg moet het zijn om indruk te maken op westerse toeschouwers? Zo erg als Marco Borsato laat zien in ‘Wit Licht’ waar kindsoldaten als bewijs van moed elkaar moeten slaan en vermoorden? Of zo erg als in de film ‘Blood Diamonds’ (met Leonardo di Caprio) waar een kindsoldaat zijn vader niet meer herkent omdat hij is gehersenspoeld. In ieder geval heeft het thema van de kindsoldaten de grote filmindustrie bereikt en wordt het sensationele verhaal van schietende en moordende kinderen over de hele wereld verspreid. Wat is er eigenlijk echt aan de hand en wat gaat er mis in landen waar kinderen betrokken raken in oorlog en guerrilla’s. Daarover ging het Wereldpodium van woensdag 18 november.
Investering te riskant
‘In landen met kindsoldaten, hebben ze geen McDonald’s’ stelt Ralf Bodelier uitdagend tijdens de 22e editie van het Podium. Bodelier baseert zijn stelling op een landkaartje met wereldwijd de vestigingen van de fastfoodgigant. Conclusie: McDonald’s opent geen restaurant in gebieden waar het instabiel is en waar een groot deel van de bevolking in armoede leeft. Dan wordt de investering te riskant. En wat McDonald’s concludeert, concluderen ook andere investeerders. Juist in die landen waar niets te verliezen is, wakkert een oorlogsvuurtje gemakkelijk aan en zoeken kinderen hun heil bij bendes en legers. Want opvallend genoeg sluiten de kinderen zich niet aan omdat ze willen vechten maar omdat ze hopen in het leger bescherming, eten en drinken en wat rust te vinden.
Extreme omstandigheden
Antropoloog Ginny Mooij doet al jaren onderzoek in Sierra Leone en interviewde talrijke kindsoldaten (in haar geval jongens). De personificaties van het kwaad en van het brute geweld die ze dacht aan te treffen, bleken in werkelijkheid charmante, vriendelijke jongens te zijn die zo snel mogelijk de oorlog achter zich wilden laten. Ze constateerde geen significante verschillen tussen kinderen die vrijwillig of gedwongen waren gerekruteerd en evenmin waren de verschillen groot tussen kinderen die in het leger hadden gezeten en zij die dit hadden kunnen voorkomen. “Het gaat bij allemaal om overleven”, stelt de antropoloog, “In extreme omstandigheden kom je tot extreem gedrag.”
Lansana Juana, voormalig kindsoldaat uit Sierra Leone en nu samen met Ginny actief in een stichting om de jongeren een toekomst te bieden, legt de nadruk op de verschillende legeronderdelen die in Sierra Leone opereerden. “Je had terreurgroepen die veel geweld gebruikten en gevreesd werden en je had burgertroepen die de steun hadden van de bevolking”, haast hij zich te verklaren. Op de vraag of hijzelf geweld heeft gebruikt of gewelddadige acties heeft gezien, antwoordt hij dat hij zeker getuige is geweest van monsterlijke gebeurtenissen, zoals mensen die elkaar opaten. In Sierra Leone kwam trouwens in 2002, na ruim tien jaar strijd, een einde aan de oorlog en werden de 7000 kindsoldaten ontwapend. Het land kent nu geen kinderen met wapens meer.
Speciale rechten voor kinderen
Met behulp van lijstjes en cijfers geeft Ralf Bodelier een overzicht van de actuele situatie. Kindsoldaten zijn jongeren (jongens en meisjes) tot 18 jaar die verplicht of vrijwillig betrokken zijn bij gewapende strijd. Wereldwijd zijn dat er zo’n 300.000, voor het overgrote merendeel in ontwikkelingslanden. De bekendste voorbeelden komen uit Afrika (Kongo, Tsjaad, Soedan) maar ook Azië doet volop mee en in Latijns-Amerika komen kindsoldaten voor in Colombia. Op de kop af 20 jaar geleden werden de Rechten van het Kind vastgesteld en geratificeerd door heel veel landen (maar niet door de VS!) en daarin werden aparte rechten voor kinderen vastgelegd. Voorbeelden: geen sex met volwassenen, geen fulltime werk en geen oorlogshandelingen.
Om het verhaal niet te zwaar te maken, werd dit Wereldpodium verlicht en opgeschud door breakdancegroep The Hustle Kids. Het publiek werd gevraagd met geklap positieve energie op te wekken en ondertussen tolden de drie kids om hun as op voeten, schouders en hoofden, legden hun benen in de knoop, veerden op en neer en vertoonden hun vliegensvlugge voetenwerk. De begeleider adviseerde ons om dit thuis niet na te doen, een onnodige waarschuwing.
Overleven en wraak
Terug naar de sprekers van het Wereldpodium. Ginny Mooij schreef twee boeken naar aanleiding van de levensverhalen van kindsoldaten in Sierra Leone en benadrukt de context waarin jonge mensen tot bepaalde keuzes komen. ‘Eerst de jongen leren kennen, dan zijn daden horen”, is haar motto. Daarbij, ‘Niet oordelen, in de oorlog is het leven heel anders en voor ons bijna niet voorstelbaar’. Lansana vertelt dat het in oorlogstijd slechts draait om twee dingen: overleven en wraak. Iedereen heeft wel een naaste verloren en moet zich wreken. Hijzelf ging bij het leger nadat zijn ouders waren gestorven. Aangezien hij kon lezen en schrijven, hielp hij met het opstellen van documenten om van het ene gebied naar het andere te komen. In de fragmenten uit ‘Wit Licht’ herkent hij zich niet. Het idee van een therapie voor ex-kindsoldaten lijkt hem vooral een westerse uitvinding. De jongeren in Sierra Leone moeten geholpen worden met werk, scholing en een stabiele samenleving.
Millenniumdoelen
Na de pauze komen twee hulpverleners aan het woord: Jan Bouke Wijbrandi, directeur van Unicef Nederland en Sjoera Dikkers, directeur van Defence for Children. Beide organisaties werken wereldwijd aan de rechten van het kind waarbij de ene een heel grote club is verbonden aan de Verenigde Naties en de andere juist een heel kleine, gespecialiseerde. Defence for Children biedt juridische hulp aan kinderen in detentie en werkt aan de bescherming van hun rechten. Unicef zit veel meer op de diplomatieke lijn en probeert regeringen over te halen de kinderrechten te respecteren en deze te verankeren in hun eigen wetten en controles. Daarnaast werkt Unicef mee aan rehabilitatieprogramma’s voor kindsoldaten. Beide vertegenwoordigers van de ngo’s zijn niet enthousiast over de millenniumdoelen. Deze besteden geen aandacht aan geweld en evenmin aan lichamelijke integriteit. Bovendien leidt het bereiken van de doelen niet tot meer samenwerking tussen ontwikkelingsorganisaties. Elke organisatie claimt zijn eigen bijdrage aan een of meer doelen en verliest daarbij het grote ontwikkelingsdoel uit het oog. Dat kindsoldaten pas verdwijnen als landen beschikken over een eigen infrastructuur met plaatselijke bedrijvigheid, werd wel duidelijk uit de gesprekken tijdens dit Wereldpodium. Dat bij die bedrijvigheid ook een of meer McDonald’s vestigingen zitten, moeten we dan eigenlijk juist toejuichen.
Tekst: Marianne Dagevos, Marcada Project en Tekst, www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes