• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Verslag 18 februari 2010
Ontwikkelingshulp van confetti naar globaliseringsagenda

Ontwikkelingshulp: van confetti naar globaliseringsagenda

Wereldpodium-SELECT over WRR-rapport

Als ze wil kan ze dagelijks op verschillende plaatsen een toelichting geven op het rapport. ‘Er is een enorm verlangen om over dit onderwerp te discussiëren’, constateert Monique Kremer, medeauteur van ‘Minder pretenties, meer ambitie’ het onlangs verschenen WRR-rapport over ontwikkelingshulp. Aan het verzoek van het Wereldpodium gaf ze gehoor en op donderdagmiddag 18 februari sprak Kremer een bomvol zaaltje toe in sociëteit De Harmonie in Tilburg.

wp-18-2-10-(1)wp-18-2-10-(6)wp-18-2-10-(7)

Links en rechts positief
Dit keer een selecte editie van het Wereldpodium, anderhalf uur aan het eind van de middag en over een beperkt onderwerp. Het WRR-rapport echter bestrijkt geen beperkt terrein, het hele ontwikkelingsbeleid van de afgelopen jaren wordt onder de loep genomen en van de nodige kanttekeningen voorzien. ‘Opvallend genoeg is het rapport positief ontvangen door links en door rechts’, vertelt Kremer in haar toelichting.‘Daarna gaat de discussie dan weer snel over de eigen stokpaardjes.’ De andere gasten van het Wereldpodium, onderzoeker Sara Kinsbergen en wethouder Gon Mevis, hebben beiden grote delen van het rapport gelezen en vinden de inhoud herkenbaar en de moeite waard. Kinsbergen, die onderzoek doet naar PI’s
-particuliere initiatieven van burgers gericht op ontwikkelingshulp- adviseert alle betrokkenen bij ontwikkelingslanden om het rapport ‘met empathie’ te lezen, alsof het over je eigen werk gaat.

wp-18-2-10-(8)wp-18-2-10-(9)wp-18-2-10-(10)

Situatie is veel complexer
In duidelijke bewoordingen vat Kremer de bevindingen van de WRR samen. Allereerst bespreekt ze het woord ‘ontwikkelingshulp’ in de titel. Ontwikkelingssamenwerking vindt de Raad versluierend: in de meeste gevallen is er immers geen sprake van een partnership. Dan het gegeven om 0,7 % van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden. Niet fixeren, vindt de Raad. Eerst veel beter bepalen wat we met het ontwikkelingsbeleid willen bereiken en dan de bedragen pas bepalen. Hulp zal nodig blijven, niet alleen vanuit moreel besef maar ook vanwege eigenbelang: in deze wereld zijn we in hoge mate van elkaar afhankelijk. Over de huidige ontwikkelingspraktijken is de Raad zeer kritisch. Het moet beter en professioneler. Nu is veel hulp gericht op de verbetering van de dagelijkse leefomstandigheden. Veel geld gaat naar ‘aaibare’ projecten in de gezondheidszorg en het primair onderwijs. Veel zicht op de effecten van deze projecten voor de langere termijn is er niet, ook is het twijfelachtig of ze bijdragen aan de zelfredzaamheid van de ontvangende partijen. ‘Het is een leugen dat we met een dollar per kind per dag de armoede de wereld uithelpen’, stelt Kremer. ‘De situatie is veel complexer en de ontwikkelingsmogelijkheden per land zijn heel verschillend.’

wp-18-2-10-(12)wp-18-2-10-(15)wp-18-2-10-(25)

Schot confetti
Daarom bepleit de WRR een beleid dat gestuurd wordt door de ontwikkelingsmogelijkheden van elk specifiek land en dat werkt vanuit een brede agenda. Niet alleen kijken naar armoedebestrijding maar ook naar migratiebeleid, handelsrelaties, klimaatproblemen, veiligheidsvraagstukken en belastingstelsels. Een integrale globaliseringsagenda waarbij Nederland bepaalt welke bijdrage het wil en kan leveren. Daarbij ziet de Raad geen heil in projecten die gelanceerd worden als ‘een schot confetti’ maar kiest het rapport voor beperking, in donorlanden (ongeveer 10) en in thema’s (bijvoorbeeld water, landbouw en civil society).

wp-18-2-10-(26)wp-18-2-10-(29)wp-18-2-10-(30)

Kennis verzamelen
‘Het is ongelooflijk dat we niet veel meer kennis verzamelen over de interventies die we doen in ontwikkelingslanden en de effecten daarvan’, merkt wetenschapper Kremer op. ‘Veel hulp wordt verdeeld door diplomaten die op onze ambassades werken. Diplomaten zijn geen ontwikkelingsdeskundigen en bovendien zitten ze vaak maar een paar jaar op een post. Er moet veel meer geïnvesteerd worden in kennisopbouw en dossiervorming om een goede diagnose te stellen wat een specifiek land echt gaat helpen.

wp-18-2-10-(31)wp-18-2-10-(32)wp-18-2-10-(33)

Einde aan versimpeling
De WRR realiseert zich dat een discussie over ontwikkelingsthema’s een stuk minder sexy is dan de bouw van een schooltje of het slaan van een waterpomp waar mensen zich, bijvoorbeeld in particuliere initiatieven, graag voor inzetten. Toch moet een eind komen aan deze versimpeling van ontwikkelingshulp, onderstreept Kremer, ook naar aanleiding van vragen uit het geïnteresseerde publiek. Ook Sara Kinsbergen, naar eigen zeggen gegrepen door het enthousiasme van de particulieren, is kritisch over veel van de initiatieven die zij ontplooien. ‘In veel gevallen zeg ik: bezint eer gij begint’, zegt de promovenda. ‘Het is niet erg om na een grondige voorbereiding te besluiten om een project niet uit te voeren.’ Daarnaast weet Kinsbergen dat er ook PI’s zijn die in de loop der jaren steeds professioneler zijn geworden en zich meer zijn gaan richten op maatschappijopbouw, lobby en ontwikkeling op de lange termijn.

Volop vragen
Na de inleidingen doet het publiek volop mee in de bovenzaal van De Harmonie. Er komen vragen over mensenrechten (Kremer: ‘Hulp kan niet zonder vuile handen te maken. De meeste ontwikkelingslanden hebben geen goed bestuur.’), over het draagvlak dat ontwikkelingsorganisaties creëren met projecten voor zielige kinderen en zieke moeders (Kremer: ‘U trapt daar toch ook niet meer in. Ontwikkeling is veel complexer.’), over de mogelijkheden van eerlijke wereldhandel (Kremer: ‘Het rapport gaat uitgebreid in op de rol van het bedrijfsleven maar alleen met handelsstromen gaan we de problemen ook niet oplossen.’).

Kennis en vertrouwen
In het tweede deel van het programma maakt wethouder Gon Mevis een koppeling tussen het rapport en lokaal ontwikkelingsbeleid. Tilburg heeft al vele jaren stedenbanden en heeft daarmee veel kennis en vertrouwen opgebouwd. De vragen om hulp komen nu ook ‘van de andere kant’. Dat lijkt Mevis een goed voorbeeld van de werkwijze die de WRR voorstaat. Hij hoopt dat deze traditie niet door de kerntakendiscussie en het nieuwe College om zeep geholpen wordt. Verder ziet Mevis een parallel tussen het armoedebeleid van de stad en het bestaan van een Voedselbank. ‘We hebben een beleid en kennen de armen om wie het gaat’, legt de wethouder uit. ‘Toch is in Tilburg ook een Voedselbank nodig. Is dat een tekortkoming van het beleid of zijn beleid en bank twee kanten van een medaille?’

Kiezer beslist
De laatste vraag van dit pittige Wereldpodium-SELECT is opnieuw voor Monique Kremer. Hoe gaat het verder met dit rapport dat zoveel vingers op zere plekken legt? ‘Dat ligt aan u’, antwoordt Kremer diplomatiek. De inhoud van het rapport zal verwerkt worden in de diverse verkiezingsprogramma’s. Aan de hand daarvan kan iedere kiezer beslissen welke verwerking hem of haar het meeste aanspreekt. Dat dit al op korte termijn van toepassing is, konden Kremer en het Wereldpodiumpubliek op donderdag 18 februari nog niet weten.

Tekst: Marianne Dagevos
Foto’s: Marloes Coppes

Share Button