Wereldpodium 14 november 2010
2e Peerke Donderslezing door Guy Verhofstadt
Europa moet prioriteit geven aan Afrika in haar ontwikkelingsprogramma’s en eventueel eenzijdig de “dodelijke exportsubsidies” afbouwen. Daarvoor pleit een bevlogen Guy Verhofstadt in de Peerke Donderslezing 2010. De oud-premier van België en huidig voorzitter van de liberale fractie van het Europarlement draagt zowel historische als wel actuele redenen aan waarom Europa verplicht is het meest nabije continent te helpen. Hij maakt indruk met zijn vurige betoog vol feiten dat de donkere, maar ook de hoopvolle kanten van zwart Afrika laat zien.
Ons beeld van Afrika
Maar allereerst luistert de volle zaal in het Midi Theater deze middag naar het prachtig uitgedoste Surinaams koor Pramisi. Zij zingen delen uit de Missa Peerke Donders van Harry Swinkels samen met zo’n 25 leden van andere Tilburgse koren. Daarna start het voorprogramma ‘Kijken naar Afrika’. Eerste spreker is cabaretier en tv-maker Leon van de Zanden die onlangs twee maanden door Afrika reisde. Hij ontmoette er een tiental Brabanders die er momenteel wonen en werken. Over hen maakte hij samen met initiatiefnemer Marcel Schreurs van COS Brabant het 13-delige programma ‘Leon in Afrika‘ dat omroep Brabant uitzendt.
Voor zijn reis associeerde Leon Afrika vooral met het warme beeld van Mauritius, het geboorteland van zijn moeder, maar natuurlijk ook met de overbekende oorlog- en hongerbeelden uit journaal en kranten. Zijn plan was om in Afrika veel kritische vragen te stellen over de goedbedoelde Brabantse hulp. Maar al snel stopte hij met oordelen om eerst en vooral te kijken. “Als je een Rwandees interviewt die verschrikkelijke dingen heeft meegemaakt, verdwijnen je vragen. Ik werd er letterlijk stil van. En als je ziet hoe kansloos een kind is dat in de sloppenwijken opgroeit, dan kun je niet anders dan hulp van mens tot mens toejuichen.” Afrika heeft ons dus nodig? “Ja en nee”, vindt Leon. “Basisvoorzieningen zijn heel hard nodig, maar wij moeten niet bepalen wat goed is voor hen. Opstarten is goed, daarna moet je loslaten.”
Schrijfster Chika Unigwe is opgegroeid in Nigeria, maar woont al vijftien jaar in Nederland met haar Belgische echtgenoot. Zij kent Afrika van binnenuit en heeft minder het beeld van een arm, hulpbehoevend Afrika op haar netvlies. Niet alleen omdat zij in een rijk gezin opgroeide. “Als je elke dag armoede ziet, wordt het een deel van je leven. Voor westerlingen is de confrontatie veel schokkender.” De grote tragedie van Nigeria is, volgens Chika, de al vijftig jaar durende slechte leiders en corruptie na de plundering door Europa tijdens het kolonialisme. Ze merkt dat hoe langer ze weg is uit Nigeria, hoe kritischer ze wordt, ook over de mannelijke cultuur die er heerst.
Dan schuiven tv-makers Two Ambassadors aan, oftewel Peter Sterk en Fedor van Rossem. Zij zijn de creatieve geesten achter stopdederdewereld.nl, een initiatief om jongeren meer bewust te maken van de derde wereld. Daarvoor kiezen de twee een heel eigen aanpak, met filmpjes die ons beeld van arm, behoeftig Afrika juist op de hak nemen. De cynische filmpjes krijgen de zaal aan het schateren. Maar bevestigen ze niet juist de veelgehoorde visie dat westerse hulp niet werkt? “Dat zou jammer zijn, want dat is niet de boodschap”, benadrukken de tv-makers. “Maar we kaarten op een frisse, nieuwe manier wel de vooroordelen over Afrika en de paternalistische visie achter veel hulp aan. We willen jongeren vooral aan het denken zetten.” Oordeel zelf: [Filmpje plaatsen]
Peerke Donderslezing
Na de pauze is het woord aan de hoofdgast Guy Verhofstadt. Hij start bij de Belgische Damiaan, tijdgenoot van Peerke Donders en eveneens actief in de leprabestrijding, maar op een ander continent: Afrika. Europeanen avant-la-lettre die altijd bereid waren om hun grenzen te verleggen. n Onvervaard en onverschrokken gingen ze hun weg, waarvoor Verhofstadt een immense bewondering heeft. Zijn eigen eerste ervaring met Afrika was als verslaggever voor de Rwandacommissie die in 1996 door de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken van België werd opgesteld. Als lid van de commissie bracht Guy Verhofstadt ook een bezoek aan Rwanda. Het was “zijn ontdekking” van Afrika en sindsdien heeft Afrika hem nooit meer losgelaten.
Na een korte geschiedenisschets van donker Afrika, neemt Verhofdstadt het publiek mee naar het huidige Afrika. Het paradoxale continent, schatrijk is aan minerale grondstoffen – olie en gas, goud en diamant, uranium, chroom, coltan, koper, kobalt, mangaan, ijzererts – en waar de Congostroom alleen al genoeg waterkracht kan leveren om heel Afrika van elektriciteit te voorzien. “Toch blijft het overgrote deel van de Afrikanen straatarm. Alsof hun rijkdom een vloek is en geen zegen. Van de 1 miljard armsten in de wereld, de extreem-armsten die niet eens één dollar per dag verdienen, leeft meer dan de helft in Zwart-Afrika.”
Maar naast kommer en kwel, is er hoop, stelt Verhofstadt. Vele Afrikaanse landen gaan er qua ontwikkeling en armoedebestrijding wel degelijk op voor. ‘Over het algemeen leven mensen, ook in de ontwikkelingslanden, vandaag gezonder, rijker en beter opgeleid dan 40 jaar geleden’, schrijft het UNDP. Mooie voorbeelden zijn Botswana dat sinds 1970 het BBP per inwoner zag vernegenvoudigd. Na lange jaren van oorlogen en conflicten in de Hoorn van Afrika kwam Ethiopië pas in de jaren 1990 op gang. Maar het is het Zwart-Afrikaanse land dat de voorbije twintig jaar nog de snelste vooruitgang optekende.
De kern van het betoog richt zich op de redenen waarom Europa zijn inspanningen op ontwikkelingshulp juist op Afrika moet richten. Die zijn historisch: “Van de Atlantische slavenhandel, horresco referens, tot die delen van Afrika waar krijgsheren en grondstoffenkartels de dienst uitmaken. We hebben in Afrika een schuld te delgen.” Maar ook actueel: “Geen welvarend Europa kan standhouden tegenover een zo arm en tegelijk zo onveilig Afrika ‘aan de andere kant’ van de Middellandse Zee. Een verarmd Afrika is een schande voor de wereld maar tegelijk ook een bedreiging voor ons.”
De hulp die Verhofstadt voor ogen bestaat, bestaan niet alleen uit gelden en fondsen, maar juist ook in het afbreken van Europese subsidies en beleid dat de landen beperkt in hun economische ontwikkeling en handelsmogelijkheden. “Velen kennen de boutade dat elke Europese boer of boerin per dag 2 euro’s krijgt voor elke koe, een subsidie om de Europese landbouwsector te ondersteunen, terwijl 1 miljard mensen in de wereld van minder dan 1 euro moeten leven. Maar het klopt dat gesubsidieerde Amerikaanse of Europese producten vaak een vernietigend effect hebben op de lokale markten waar deze producten ‘gedumpt’ worden. Waar ze de armoede nog verscherpen, in plaats van die effectief te bestrijden.”
Maar er is meer aan de hand, aldus Verhofstadt. Op vele plaatsen in Afrika worden door privé-investeerders massaal enorme stukken grond aangekocht om er voedselproducten of andere landbouwproducten te produceren voor de buitenlandse markt, terwijl de lokale boertjes mogen ophoepelen, waardoor de eigen voedselproductie stagneert. Zo heeft China de voorbije jaren 2,8 miljoen hectare gekocht in Congo, om er de grootste exploitatie van palmolie ter wereld te vestigen.
Vele Europeanen wantrouwen de grote Chinese belangstelling voor Afrika met name die voor grondstoffen en mineralen. Verhofstadt is niet negatief. China heeft Afrika wel degelijk iets te bieden, sinds het in eigen land bewezen heeft hoe sociale en economische vooruitgang er kan uitzien, en aan welk tempo zich die vooruitgang kan voltrekken. En ook omdat China de kosten voor dat alles in natura betaalt, zodat Afrikaanse machthebbers de opbrengsten van de Congolees-Chinese deal minder gemakkelijk in eigen zak kunnen steken. En omdat in Afrika de ene hulpverlener, de EU, andere hulpverleners niet moet uitsluiten maar hun inspanningen kan aanvullen.
Verhofstadt is optimistisch. “Als het subcontinent zijn interne tegenstellingen kan overbruggen, vrede en veiligheid kan bewaren en mag rekenen op de kritische maar gulle steun van zijn rijkste partners. Dan moet Europa op de eerste rij staan, omdat Europa en Afrika sinds de 20ste eeuw ‘natuurlijke bondgenoten’ geworden zijn. Des alliés par nature. Samen sterk genoeg om ook Afrika eindelijk op te nemen in de vaart der volkeren.”
Na een lang applaus voor dit gepassioneerde verhaal geeft Commissaris van de Koningin Wim van de Donk een korte reactie. Hij wijst op de noodzaak ontwikkelingshulp op een nieuwe leest te schoeien door terug te gaan naar de basale vraag: Wat is eigenlijk ontwikkeling? Ontwikkelingshulp kan volgens Van de Donk alleen in samenhang worden beschouwd met allerlei mondiale ontwikkelingen. Koste een kilo katoen vorig jaar 53 euro, nu 93 euro omdat er wordt gespeculeerd met voorraden op de internationale markt. Maar Europa is voorzichtig op weg. Een aantal jaar gelden was het nog ondenkbaar dat de EU de begroting voor landbouw fors zou verminderen. Het landbouwbeleid van de toekomst moet gericht zijn op kwaliteit en behoud van leefbaarheid van het platteland. Verhofstadt rond af met een pleidooi voor een nieuw WTO-akkoord waarin “de dodelijke landbouwsubsidies worden afgebouwd”. “De VS zullen daarin inspanningen moeten doen, maar de EU dient ook zelfstandig exportsubsidies af te bouwen.” Waarna Pramisi de middag muzikaal afsluit.
Voor de integrale tekst van de lezing: klik hier.
Tekst: Marga van Zundert
Foto’s: Marloes Coppes