Wie aan Nederland denkt, denkt aan vrijheid. Maar voor ongeveer tienduizend vreemdelingen geldt dit niet. Terwijl zij niets crimineels hebben gedaan, zitten ze in vreemdelingendetentie.
Op dinsdagavond 9 oktober organiseerde het Wereldpodium op initiatief van Amnesty International het Wereldpodium ‘In het land van Slot & Grendel’ over vreemdelingendetentie. Een onderwerp waarover Nederland regelmatig wordt gekapitteld door landen die soms zelf worden aangesproken op hun mensenrechtenbeleid.
Van de vreemdelingen die Nederland opsluit, wordt vaak gedacht dat zij worden gestraft voor iets crimineels. Namens Amnesty wil Annemarie Busser deze misvatting uit de wereld helpen. Zo blijkt het niet strafbaar om zonder geldige papieren in Nederland te zijn. Busser: ‘Het is niet crimineel om vreemdeling te zijn. Je kunt hier legaal wachten tot de overheid je een verblijfsvergunning geeft.’ ‘Maar niet-burgers die een verblijfsvergunning wordt ontzegd, hebben de plicht het land te verlaten’, zegt Anton van Kalmthout, hoogleraar straf en vreemdelingenrecht. ‘Wanneer zij dit niet doen, heeft de overheid het recht om hen als uiterste middel in gevangenschap te nemen om zo de uitzetting gemakkelijker te maken. Maar dit uiterste redmiddel wordt in Nederland veel te vaak ingezet.’
Dat overkwam Mkimbizi, een asielzoeker uit Oost-Congo die binnenkort weer voor de rechter moet komen om uitsluitsel te krijgen over zijn tweede asielaanvraag. Na zijn eerste asielaanvraag werd hij niet geloofd, maar een uitzetting lukte ook niet. Want, zo vertelt Mkimbizi, ‘ik wilde niet terug keren omdat ik doodsbang was voor mijn leven’. Vier maanden bracht hij door in het detentiecentrum in Zeist. Uiteindelijk werd hij ‘geklinkerd’. Hij belandde op straat na een mislukte uitzetting.
Te streng regime
Omdat Mkimbizi en duizenden andere vreemdelingen in vergelijkbare situatie niets verkeerds hebben gedaan, zou je denken dat het gevangenisregime voor hen zachter is dan voor moordenaars of verkrachters. Dit is echter niet het geval, zo vertelt gespreksleider Ralf Bodelier die de gasten namens het Wereldpodium interviewt. Zo verblijven ze gemiddeld 22 uur per dag in een cel, en dit is veel langer dan andere gedetineerden. Ze mogen niet werken, niet studeren, amper luchten, een uurtje per week bezoek ontvangen en geen contact onderhouden met de buitenwereld.
Ook Van Kalmthout is resoluut in zijn oordeel: Het regime is veel te straf. ‘De ruimtes zijn te klein, er is geen tijd en plaats om te recreëren, er is daar niets te doen. Dit is geestdodend en heeft dan ook een negatieve invloed op de psyche van mensen die toch vaak al veel hebben meegemaakt.’
Geen papieren
Een tweede ex-gedetineerde op deze avond, is de uit Iran afkomstige ‘Alex’. Hij is een tot het christendom bekeerde moslim en vreesde in Iran te worden opgepakt en ter dood veroordeeld. Alex, die jarenlang voor een grote Duitse firma als IT-specialist werkte, kon op een nieuwe baan rekenen in Canada. Maar hij strandde tijdens een overstap op Schiphol toen zijn mensensmokkelaar er met zijn geld en paspoort vandoor ging. Samen met zijn echtgenote meldde hij zich bij de politie. Tot zijn verbazing werd hij gescheiden van zijn vrouw en bijna drie maanden opgesloten op Schiphol-Oost.
Alex, zo blijkt, is kwaad. Hij weigert de term detentiecentrum in de mond te nemen. ‘Het is een gevangenis. We mochten niets. Wanneer ik om de zoveel tijd mijn vrouw even zag, mocht ik haar niet aanraken. In psychologisch opzicht zijn we er beiden ziek van. Nu moet ik over twee weken weer naar de rechter. Het enige ‘misdrijf’ dat ik zou hebben gepleegd is het niet beschikken over papieren. Zonder paspoort wil Canada me niet, terug naar Iran kan ik niet. We hebben geen idee wat er met ons gaat gebeuren.’
Waarom kent Nederland eigenlijk zo’n strenge regime? Volgens Alex gaat het om afschrikking, om de boodschap: ‘Je moet niet naar Nederland komen.’ Dit werd hem ook door de bewakers gezegd. ‘Ze hopen dat je vrienden en familie opbelt die ook uit hun land willen vluchten en dat je tegen hen zegt: ‘kom niet naar Nederland’.’
Zweden als voorbeeld
Voor Amnesty International is een menswaardiger vreemdelingendetentie een speerpunt. Met een maximumdetentie van 18 maanden is het zicht op uitzetting wel heel ruim genomen. En opsluiten van vreemdelingen hoeft nog niet te betekenen dat zij onder een extreem hard bewind vallen. Zijn er andere mogelijkheden? ‘Die zijn er zeker’ zegt Annemarie Busser van Amnesty. Als voorbeeld haalt zij Zweden aan. ‘In de jaren 90 hanteerden de Zweden hetzelfde systeem als wij nu in Nederland hebben. Daar ging echter het roer om. Een ambtenaar moet nu aantonen dat het noodzakelijk is dat de vreemdelingen worden opgesloten. Sindsdien wordt voornamelijk gewerkt met borgsommen en enkelbanden. Het resultaat is dat zij nu 7 centra hebben waar gemiddeld zo’n 35 mensen gevangen zitten. Busser benadrukt dat er geen enkele reden is, waarom ook in Nederland geen vergelijkbaar regime kan worden ingevoerd.
Voor de bezoekers van deze avond worden ‘geklinkerd’, krijgen ze nog een analyse mee van Frans van Peperstraten, huisfilosoof van het Wereldpodium. Aan de hand van een boek van de Zuid-Afrikaanse schrijver John Coetzee (Wachten op de barbaren, 1980) vraagt van Peperstraten zich af wat de Nederlandse vreemdelingendetentie met óns, de Nederlanders doet. Wie voor lange tijd hardvochtig optreedt, wórdt ook hardvochtig. Een veel minder vaak toegepast detentiebeleid, dat bovendien veel milder wordt uitgevoerd, is niet alleen veel beter voor hén, de vreemdelingen, maar ook voor óns, de vreemdelingenbewaarders, aldus Van Peperstraten.
Verslag: Marjan van Gilsing (Amnesty International)
Foto’s: Marloes Coppes