“Wat kunnen wíj doen, u en ik, tegen het groeiende cynisme over ontwikkelingssamenwerking?” Zo vat presentator Ralf Bodelier de kernvraag van deze avond samen. Zes gasten proberen deze vraag vanavond te beantwoorden. Het publiek, dat om de gasten heen zit, praat mee. Eindconclusie: het beste tegengeluid is een eigen verhaal, klein en concreet.
Mirjam Vossen onderzoekt bij het CIDIN de denkbeelden over OS en leidt de avond in. Op het eerste gezicht lijkt er geen probleem. Bijna tweederde van de Nederlanders vindt het belangrijk mensen in ontwikkelingslanden te helpen. Maar een groeiende groep mensen twijfelt of het geld goed wordt besteed. In 1994 had 87 procent daar nog vertrouwen in, nu 60. De twijfel wordt gevoed door berichten in media. Vossen vat de denkbeelden samen in de draagvlakparadox: “We weten weinig van ontwikkelingssamenwerking, we vinden dat het moet, maar twijfelen of het nut heeft.”
Robert Dijksterhuis, ontwikkelingsdeskundige van het Ministerie van Buitenlandse zaken, is vanavond ‘huisfilosoof’. Hij vindt de nu veelgehoorde uitroep ‘ontwikkelingssamenwerking werkt niet, dus schaffen we het af’ opmerkelijk. “Omdat Diederik Stapel fraudeerde, schaffen we toch ook de psychologie niet af.” Ook zou hij graag zien dat de echte problemen in OS meer aan bod kwamen in de discussies. “Zeventig procent van de armen woont niet meer in arme landen, maar in India of China. Landen die zeggen geen hulp meer nodig te hebben.”
Ook acteur en filmmaker Peter Sterk praat vanavond mee. Hij maakt ‘cynische’ filmpjes over ontwikkelingssamenwerking zoals .. Ali, weinig te lachen? Wat wil Sterk bereiken? “Met dit milde cynisme en humor hopen we jongeren tot nadenken aanzetten. Wij willen vooral de discussie aanzwengelen; wij hebben geen pasklare antwoorden.”
Ook Tabitha Gerrets stortte zich op eigen wijze in de discussie over ontwikkelingssamenwerking. Ze startte de Facebookgroep ID-leaks die inmiddels 240 vrijwilligers telt. De leden proberen op allerlei internetfora mythes en misverstanden over hulp recht te zetten. Niet door met cijfers of rapporten te zwaaien, maar door eigen ervaringen en kennis tegenover het cynisme te zetten. “Ik noem het een gezond stukje tegengas. Ik ben niet op een missie, maar leg gewoon uit dat hoe de organisaties die ik ken werken. Dat er goed nagedacht wordt over de lange termijn en dat de problemen complex zijn.” Op de vraag hoe het komt dat mensen niet beter geïnformeerd zijn, antwoordt Tabitha dat veel mensen gewoon de tijd niet nemen of hebben om zich er in te verdiepen. “Dat is geen onwil. Ik heb een keer geflyerd in de trein. Iedereen was bereid naar me te luisteren en veel mensen stelden vragen.”
Na de pauze komt Jan Drissen aan het woord, directeur van festival Mundial en Mundial Productions. Op de Floriade treedt momenteel een groep dansers op afkomstig uit de sloppenwijken van Delhi en Kenia. Zij zijn in hun eigen land gescout en hebben, begeleid door Mundial, gezamenlijk de productie opgezet. Drissen: “Onze ervaring is dat cultuur positief ontvangen wordt en dat het publiek ook het verhaal er achter willen horen. Bovendien biedt cultuur een ander perspectief op ontwikkelingssamenwerking dan honger en ellende.” ‘Brengt het de artiesten ook verder?’ is een vraag uit het publiek? “Ja, optredens in het buitenland geven artiesten aanzien en zelfvertrouwen, en vaak en hogere fee”, antwoordt Drissen.
Laatste spreker is Kees van den Broek, directeur van het Liliane Fonds dat zich inzet voor kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden. Hoe slaagt het Liliane Fonds er in 100.000 Nederlanders te werven als donateurs? “Wij houden het klein”, zegt Van den Broek. “We laten mensen zien dat zij een verschil kunnen maken voor een kind.” Het Liliane Fonds, vertelt Van den Broek, zet kinderen nooit als zielig weg, maar fotografeert ze lachend en ‘sterk’. “Natuurlijk kun je een kind zonder been of oog sneu vinden. Maar wij appelleren aan de wil om de wereld mooier te maken voor een kind. Ja, dat kun je morele verantwoordelijkheid noemen.” Zouden zielige foto’s niet meer donateurs opleveren? “Misschien op korte termijn. Maar dat willen we niet. Hoop is uiteindelijk een betere focus.”
Dijksterhuis sluit de avond af. Om de beeldvorming positiever te maken, kan iedereen een tandje bijzetten in uitleg en informatie geven over wat moderne ontwikkelingssamenwerking is. En dat is niet alleen een waterput slaan of school bouwen, volgens Dijksterhuis, maar zeker ook veiligheid bieden door bijvoorbeeld in Liberia rechters op te leiden en te ondersteunen. Hij heeft deze avond ‘respect’ als sleutelwoord gehoord. “Ik spreek mensen in Afrika die zeggen ‘jullie zien alleen zielige kindjes in Afrika, niet dat wij al jaren een economische groei van 6 á 7 procent hebben’. Mensen in ontwikkelingslanden willen respect voor hun ideeën en normen over bijvoorbeeld homoseksualiteit, geen opgedrongen westerse, humanistische waarden. Maar bovenal willen ze zichzelf kunnen ontwikkelen.”
Reactie bezoeker
“Mensen zien mij nog te vaak als een wandelende geldautomaat”
Woonplaats: Amsterdam
Beroep: Freelance journalist en ontwikkelingswerker bij Fair pen foundation
Samen met? Ik ben alleen gekomen
Waarom hier? Ik ben lid van een denktank over beeldvorming in ontwikkelingssamenwerking
Komt u veel cynisme tegen? Je hoort en leest veel over de strijkstok en de bodemloze put. Maar, eerlijk gezegd, ik kan ik er zelf ook wel wat van. Ik ben héél kritisch, ook op ons eigen werk.
1e reactie op de avond: Leuk, en een prettige sfeer.
Boeiendste gast? Tabitha Gerrets van ID-leaks. Zij bieden een nieuwe, frisse invalshoek in de discussie over ontwikkelingssamenwerking.
Opgemerkt: Ik was het niet eens met de eindconclusie van Robert Dijksterhuis. De elite, de hoogopgeleide bovenlaag in Afrika eist inderdaad respect. Maar in de dorpen eisen mensen hulp. Ze zien mij nog vaak als een wandelende geldautomaat. Daar moet de mentaliteit nog om naar geloof in eigen kunnen.
Minpunt: Ik had graag wat meer uitgesproken meningen gehoord.
Wat neemt u mee naar huis? Als het woord respect valt, betekent dat meestal dat het ergens ontbreekt. Ik denk dat ik daar nog een weblog aan ga wijden.
Foto’s: Marloes Coppes Verslag: Marga van Zundert