“Een sterke politieke leider die tegenwicht kan bieden tegen Wilders”, “een internationale organisatie die wel durft in te grijpen in Syrië” en “een overheid die de tendentieuze berichtgeving in de Nederlandse media stopt.” Dat waren een paar oplossingen van studenten van de Fontys Hogeschool op de vraag: ‘De Vluchtelingencrisis, hoe nu verder?’ Aan het eind van het debat, met veel relevante informatie die in de dagelijkse berichten nogal eens ontbreekt, hadden de studenten behoefte aan actie. We kunnen veel praten maar er moet ook iets gebeuren. De debatavond bood veel inzichten om de vluchtelingencrisis beter te begrijpen en het debat op een doordachter niveau te voeren.
Visumbeleid
Zelf wist ik bijvoorbeeld niet dat Europa de buitengrenzen administratief al heel goed bewaakt door een visumbeleid voor niet-Europeanen. Zo’n visumbeleid kan in geval van nood worden opgeheven. Als dat was gebeurd voor bijvoorbeeld Syriërs en Eritreers, hadden ze niet in gammele bootjes of via lange voettochten hier naar toe hoeven komen maar gewoon op het vliegtuig kunnen stappen. Nanda Oudejans, docent aan de Tilburg University en gespecialiseerd in internationaal en Europees recht, legde duidelijk uit hoe in internationaal recht de zorg voor vluchtelingen is geregeld. Ook Nederland heeft het Vluchtelingenverdrag ondertekend en daarmee toegezegd om vluchtelingen (die de bescherming van hun eigen staat missen) een vluchtelingenstatus te geven met dezelfde rechten en bescherming als de eigen onderdanen. In de praktijk doen sommige politici en bewindslieden er van alles aan om onder die verplichting uit te komen.
Vluchtelingenkampen
De vaak genoemde opvang in kampen in de regio is niet in overeenstemming met het vluchtelingengedrag. Oudejans legde uit dat opvang in kampen per definitie tijdelijk is, ervan uitgaande dat een conflict kort duurt en mensen snel terug kunnen naar hun land. In de praktijk blijkt dit nooit te kloppen. Vluchtelingen verblijven gemiddeld 18 jaar in een opvangkamp met trieste uitschieters als de Palestijnen die al meer dan 60 jaar in vluchtelingenkampen wonen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat mensen die lang in een vluchtelingenkamp wonen niet meer de veerkracht hebben om een nieuw bestaan op te bouwen en te integreren in welke samenleving dan ook. Het leven in vluchtelingenkampen is bovendien niet veilig, onderwijs, werkgelegenheid en medische zorg zijn geen rechten maar afhankelijk van liefdadigheid, dus van beschikbare fondsen.
Opnieuw beginnen
Hoe vaak kan een mens opnieuw zijn leven opbouwen? Die vraag bekroop me bij het verhaal van Jameel, de ervaringsdeskundige van de avond. Gevlucht uit Syrië, een tijdje gebivakkeerd in Libanon, Jordanië en Turkije en twee jaar geleden aangekomen in Nederland. “Nederland is nu mijn land”, zei hij in een heel behoorlijk Nederlands: “Ik ga hier studeren en een leven opbouwen. Natuurlijk wil ik terug naar mijn land als de oorlog voorbij is. Maar ook daar moet ik dan weer opnieuw beginnen.” Op de vraag hoe het hem beviel in Nederland zei hij: “Elk land heeft onaardige mensen. Maar in Nederland zijn de meeste mensen aardig.”
Allemaal wachten
Die observatie sloot aan bij het verhaal van Patricia Brunklaus, directeur van Stichting Nieuwkomers & Vluchtelingen Midden-Brabant, de regionale tak van Vluchtelingenwerk.
Zij vertelde dat het aantal aanmeldingen van vrijwilligers om te ondersteunen bij de opvang van vluchtelingen ‘overdonderend’ is. Tegelijk constateerde ze grote problemen bij de doorstroming waardoor nu de zeer sobere noodopvang nodig is. Brunklaus’ organisatie werkt met 90% vrijwilligers en 10% beroepskrachten en is vooral actief als asielzoekers een verblijfsstatus krijgen en gaan integreren in de samenleving. Jameel is een van de asielzoekers die door hen is begeleid en nu zelf als vrijwilliger actief is. Brunklaus wist te vertellen dat op dit moment 13.000 statushouders in AZC’s zitten te wachten op huisvesting in een van de Nederlandse gemeenten. Zij houden plaatsen bezet voor nieuwe vluchtelingen die nu ondergebracht worden in steeds wisselende noodlocaties. En al die mensen moeten eindeloos wachten tot ze weer een regelmatig leven kunnen leiden met werk, school en sociale contacten. Volgens Brunklaus heeft het COA het laatste decennium teveel buffercapaciteit afgestoten en hebben de gemeenten hun verplichting om asielzoekers te huisvesten, verwaarloosd. Dat verklaart de huidige stress en niet zozeer het aantal vluchtelingen. In de negentiger jaren heeft Nederland er veel meer opgevangen en de Nederlandse organisatiegraad is hoog genoeg om dit aan te kunnen.
Nederlandse cultuur
Evelien Boonstoppel, onderzoeker van Kaleidos Research deed onderzoek naar de opinies van Nederlanders over vluchtelingen en constateerde dat de jarenlange trend doorzet dat Nederlanders de komst van allochtonen niet als een verrijking maar als een bedreiging van de samenleving zien. Z’n 40% van de Nederlanders denkt er zo over. Veel mensen zijn wel begaan met mensen in oorlogssituaties maar voelen zich er niet verantwoordelijk voor. Opleidingsniveau is een belangrijke scheidslijn in de opinievorming van Nederlanders over vluchtelingen. Lager opgeleiden voelen zich meer bedreigd door veranderingen in de bevolkingssamenstelling. Dit kan deels worden verklaard door de dreiging van verdringing: ‘zij kapen onze banen en onze huizen.’ Een andere verklaring zijn de starre opvattingen van lager opgeleiden over de Nederlandse cultuur. Cultuur is voor hen een ‘natuurlijke ordening’ die door mensen van buiten wordt verstoord en waardoor waarden worden bedreigd. Daarnaast noemde Boonstoppel het verschijnsel ‘ingebeelde migratie’: de beelden die mensen hebben bij de vluchtelingenstroom komen niet overeen met de statistische gegevens. Een van de Fontys-studenten wist te melden dat er momenteel 1 Syriër op 13.000 Nederlanders verblijft. Dat is voor veel Nederlandse steden of dorpen nog geen handvol.
Gedeeld gevoel
Regelmatig kwam tijdens het debat de rol van de media aan bod en de stroperigheid van de bureaucratie. Waarom niet veel meer vluchtelingen opvangen bij particulieren en de media gebruiken om verhalen van geslaagde integratie te vertellen? Concreet wat doen en dan die ervaringen delen, dat bleek een gedeeld gevoel van de Fontys-studenten en de Wereldpodium-bezoekers. De noodopvang in stad en regio kan daar z’n voordeel mee doen.
Verslag: Marianne Dagevos www.marcada.nl
Fotografie: Fontys Hogeschool Tilburg