• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Toelichting programma Wintervuur

(klik op naam om direct door te gaan naar beschrijving programmaonderdeel)

De vertellers:

Voor de jeugd:

En nog veel meer…. :

(Terug naar pagina met het inschrijfformulier)

 

De vertellers van Wintervuur 2012

Oleg Fateev (1967) werd geboren in Moldavië  in de voormalige Sovjet-Unie. Hij studeerde aan het muziekcollege te Tiraspol, Moldavië gevolgd door de Russische Muziek Academie Gnesin te Moskou. Hij speelt de bayan, een grote Russische knopaccordeon. Tijdens zijn militaire dienst kwam Fateev terecht in Armenië ten tijde van etnische zuiveringen in en rond Nagorno-Karabach. Hij reisde naar Europa en speelde met een groep straatmuzikanten in Duitsland en Nederland. In Tilburg werd hij verliefd en besloot om in onze stad te blijven. Hier werd hij ‘van de straat geplukt’ door de saxofonist van Herman van Veen en speelde vervolgens 27 keer met Van Veen in Carré. Inmiddels treedt Fateev regelmatig op in theaters, heeft hij een eigen trio en speelt veel Jazz. Theater Artemis maakte de voorstelling Reis van een Rus (2010-2011) over zijn levensverhaal. Tijdens Wintervuur vertelt Fateev over zijn leven, maar speelt natuurlijk ook op zijn bayan.

 

Fara Omarzada is sinds 2000 in Nederland. Zij vluchtte op haar 18e met haar moeder uit Afghanistan. Omdat Omarzadas vader een hoge functie bekleedde in de regering, vreesde de familie de fundamentalistische Taliban en de Moedjahedien. Sinds 2002 wonen Fara Omarzada, haar moeder en haar zusje in Tilburg. De rest van haar familie leeft verspreid over Europa. Ze wilde zo snel mogelijk de taal leren en wat betekenen in de Nederlandse samenleving. “Ik kan niet terug, Nederland is mijn vaderland geworden.” Omarzada volgde een HBO-opleiding Maatschappelijk werk. Sinds 2008 werkt ze als maatschappelijk werkster bij Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingen waar ze nieuwe vluchtelingen ondersteunt. Omdat Omarzada in haar jeugd een aantal jaren in Rusland woonde, spreekt ze behalve Farsi en Nederlands, ook Russisch.

 

Jamal Okai (1967) is geboren in Accra, de hoofdstad van Ghana, als jongste van een groot gezin. Zijn moeder handelt in Ghanese stoffen en reist veel door het westen van Afrika. In Nigeria ontmoet ze een man uit het zuiden van Soedan. Beiden nemen de jonge Jamal mee naar de Soedanese stad Malakal, ruim 3500 kilometer van Accra. Okai woont bij zijn stiefvader en krijgt les op een strenge Koranschool. Op zijn 14e keert Okai weer terug naar Ghana en volgt een opleiding machinetechnologie. Zijn passie is echter de poëzie. Niet lang na het afronden van zijn opleiding wint hij een internationale gedichtenwedstrijd en wordt uitgenodigd naar Zuid-Korea. Hij verlengt zijn verblijf daar en werkt in fabrieken tussen Bengalese en Pakistaanse arbeidsmigranten. In 1998 vliegt hij terug naar Ghana. Zijn vlucht heeft een tussenstop in Amsterdam en Okai besluit uit te stappen op Schiphol en gaat een nieuw leven tegemoet. “Europa is voor Afrikanen een droom, het beloofde land.” Inmiddels woont Jamal Okai langer in Tilburg dan eerder in Ghana, Soedan en Zuid-Korea. Hij is getrouwd, heeft drie kinderen en een vaste baan bij DAF. Okai vertelt hoe het is om telkens weer een nieuw leven op te bouwen in een vreemd land. En hoe het is om nergens helemaal thuis te zijn.

 

Vusi Kweyama is 34, komt uit Zuid-Afrika en studeert sinds twee maanden rechten in Tilburg. Voordat Kweyama aan zijn studie begon, zat hij 9 jaar in Zuid-Afrikaanse gevangenissen voor diefstallen, inbraken en gewelddadige berovingen. Hij was lid van een gevaarlijke bende in Durban en overleefde de gevangenissen door hard op te treden tegen leden van andere gangs. Drie keer ontsnapte Kweyama, drie keer werd hij weer ingerekend. Na zijn vrijlating besloot hij zijn leven te beteren. Dat lukte via de World Changers Academy. Sinds 2002 zet Kweyama zich in voor humanitaire projecten. In Durban bouwde hij een bibliotheek, voor andere ex-gevangenen organiseerde hij de reclassering. Kweyama startte social enterprises om geld te verdienen voor goede doelen. Hij zorgt dat jonge muzikale talenten zich ontwikkelen en zet sportprojecten op om potentiële boefjes op het goede pad te houden. In 2009 begon hij in Zuid-Afrika aan een universitaire studie criminologie, rechten en internationale betrekkingen, die hij komende zomer in Tilburg hoopt af te ronden. Op dit moment maakt een Australische tv-ploeg een documentaire over Vusi Kweyamas bijzondere leven.  Nb. Dit gesprek is in het Engels

 

Mohammad Soroush (1961) wordt geboren in het Iran van Sjah Reza Pahlavi. In zijn studententijd meldt hij zich bij de Volksmoedjahedien die strijdt tégen de Sjah en vóór vrijheid, gelijke rechten en broederschap. In 1979 wordt de Sjah verdreven, Ayatollah Khomeini komt aan de macht en  Mohammad Soroush juicht. Maar van zijn idealen ziet hij niets meer terug. Tijdens de Iran-Irak oorlog wordt Mohammad tot 15 jaar cel veroordeeld wegens zijn inzet voor de Volksmoedjahedien die door Khomeini tot staatsvijand is verklaard. In zijn cel wordt hij gemarteld. Dankzij smeekbedes van zijn moeder komt Soroush vrij om zich medisch te laten behandelen. Hij vlucht de grens over naar Pakistan en belandt in 1990 via de VN als uitgenodigd vluchteling in Nederland. Ook hier blijft Soroush zich inzetten voor de Volksmoedjahedien, maar keert de organisatie teleurgesteld de rug toe vanwege het toenemende fundamentalistisme in de beweging. Soroush studeert vervolgens cultuursociologie in Amsterdam. Nu doet hij promotieonderzoek in Tilburg naar radicalisering van Islamitische jongeren. Mohammad Soroush woont in Tilburg met vrouw en twee kinderen.

 

Wethouder Berend de Vries en een Illegale Vluchteling  uit Guinee vertellen bij Wintervuur over hun ‘uitwisseling’. Berend de Vries groeide op in de Achterhoek, maar verhuist in 1995 in Tilburg, waar hij Nederlands recht studeert. Enkele jaren werkte hij als onderzoeker en als senior beleidsadviseur bij het Ministerie van Economische Zaken. Sinds april 2010 is De Vries voor D66 wethouder in Tilburg. In zijn portefeuille zit ondermeer de post Internationale Samenwerking. Uit angst om te worden opgepakt, wil de Illegale Vluchteling niet met zijn naam en foto in dit programmaboekje. Hij groeide op in Guinee waar hij jong zijn beide ouders verloor. Familie ving hem op, maar nadat zijn oom werd vermoord, ontvluchte hij met zijn tante het land waar het leger al decennia lang de politiek domineert. Na weken tussen zeecontainers verstopt te hebben gezeten, stond hij plots als 12-jarige jongen moederziel alleen op een kade in Rotterdam. Inmiddels bijna 30 leeft hij nog steeds illegaal en vreest onder het nieuwe kabinetsbeleid daadwerkelijk te worden opgespoord en gevangen gezet. Bemiddeld door het Wereldpodium, trokken de Wethouder en de Illegale Vluchteling een dag met elkaar op. Hij volgde zijn dagelijkse bezigheden op het gemeentehuis, Berend bezocht zijn woning en verdiepte zich in het leven van een illegaal. Tijdens Wintervuur doen beiden verslag van wat hen bindt en wat hen scheidt.

Henny de Boer (1974) is journaliste. Ze werkt o.a. voor persbureaus ANP en GPD, als voor Metro, De Tijd, het Nederlands Dagblad en Stichting Vluchteling. De Boer zoekt gebieden op die in het nieuws zijn. Dit jaar reisde ze met fotografe Mariëlle van Uitert in Turkije en Libanon langs de grens met Syrië en deed verslag van de burgeroorlog. In vluchtelingenkampen en grensdorpen sprak ze met tal van vluchtelingen. Haar collega Mariëlle van Uitert trok vervolgens Syrië binnen, en raakte gewond tijdens een mortieraanval. Henny de Boer keerde veilig terug. De Boer reist niet alleen als journaliste. Ze is ook reisbegeleider bij Djoser. Ze werkte onder meer in Egypte, Jordanië, Syrië, Katar, Libanon, Thailand, Indonesië, Nepal, Maleisië, Singapore, Mexico, Guatemala, Honduras, Belize, Zuid-Afrika, Congo en Rwanda.

 

Voor de jeugd

Omar Dweik (Nederland/Palestina, foto volgt) is 19 jaar en zit op de havo. Omar’s moeder is Nederlands en zijn vader Palestijns. Hij spreekt daarom Nederlands en Arabisch, maar ook nog Frans en Engels. Omar werd geboren in Frankrijk. Toen hij 1 jaar oud was verhuisden hij, zijn broer en zijn ouders naar Jeruzalem. Dat is de hoofdstad van het land Israel. Maar ook de Palestijnen zien Jeruzalem als de hoofdstad van hun land, Palestina. Omar woonde 8 jaar in Jeruzalem. Hij ging er naar de lagere school en speelde er op de ‘vuilnisbelt’ met zijn vele neefjes en nichtjes. Daarna kwam hij naar Nederland omdat de scholen hier beter zijn, maar ook omdat de Israëliërs en Palestijnen niet ophouden met elkaar te vechten. Nog steeds is is Omar bijna alle zomervakanties een paar weken in Jeruzalem. Hij vindt het een prachtig land met heel vriendelijke mensen, maar er is ook veel armoede, haat en geweld. Bij Wintervuur vertelt hij over het leven van Palestijnen in Jeruzalem. Nb. Omar vervangt verteller Catia Rashid, zij kon vanwege vergunningsperikelen helaas niet met kerst in Tilburg zijn.

 

Met andere kinderen naar een spannende film terwijl je ouders luisteren naar de verhalen van Wintervuur? Kom dan naar Kidz in da Hood, een prachtige film uit Zweden. Een groep stoere, rappende kids uit een buitenwijk krijgt een nieuw vriendinnetje: de uit Afrika gevluchte Amina. Zij en haar opa zijn illegaal in het land en moeten voortdurend verhuizen. Beide Afrikanen vinden tijdelijk onderdak bij Johan, die leeft voor de muziek. Mag Amina bij hem blijven als haar opa plotseling sterft? Kidz in da Hood kreeg in 2007 de Cinekidleeuw publieksprijs. De bezoekers gaven de film een 9,6! De film duurt iets meer dan anderhalf uur.

 

Je kent ze vast wel: henna tattoos, die krullerige figuurtjes op je hand. Ook ooit zelf zo’n tattoo willen hebben? Dat kan! Tijdens Wintervuur versiert de Marokkaanse Farah Wijdane je handen met sierlijke hennatekeningen. Farah is 19 jaar oud en begon als jong meisje van 11 jaar oud met het creëren van allerlei henna versieringen die ze eerst bij zichzelf en later ook op andere uitprobeerde. Een henna tatoeage is natuurlijk geen echte tattoo! Het doet geen pijn en de tattoo verdwijnt na een tijdje vanzelf weer. Voor jong, maar ook voor oud!

Verder: marshmallows roosteren en zelf stokbrood bakken bij het vuur in de binnentuin.

 

 Toneel, dans, hapjes, muziek, …

Elke dag is er weer de hoop dat het goed komt. Elke dag als een geloof zonder een god. Vooral niet opvallen. Dan duurt het alleen maar langer. Een vluchteling wacht elf jaar op zijn verblijfsvergunning en elf jaar heeft hij het gevoel dat hij niemand is. Anderen mogen soms weg. Sophie mocht weg. Zij kreeg een vertreksvergunning….. Vertreksvergunning is een solovoorstelling van de Syrische vluchteling George Tobal (1986). Een voorstelling over dingen die je denkt te weten van televisie of uit de krant, maar waar je eigenlijk niets van weet. Met humor vertelt George Tobal zijn verhaal. Een verhaal over de weg naar een bestaan en hoe je van niemand iemand probeert te worden. Met Vertreksvergunning won Tobal de ITs Parade Parel 2011. “Het is knap dat George Tobal in zijn Vertreksvergunning nergens directe verwijten maakt en niemand expliciet als schuldige aanwijst:, schrijft de jury. NRC Handelsblad schreef: “Tobal beheerst de kunst om snel en trefzeker van toon te wisselen, hij spreekt het publiek rechtstreeks aan. Tobal is een begenadigd acteur met een groot charisma. Zoveel briljant engagement ben ik in lange tijd in het theater niet tegengekomen”.

 

Afrikaanse dans De voeten gaan van de vloer bij de workshops Afrikaanse dans van de Ghanese danseres Cynthia van Soest- Gabla. Van Soest kwam in 2001 voor het eerst naar Nederland als lid van het Kusum Gboo Dance Ensemble en trad op bij Festival Mundial. Ze keerde terug naar Nederland voor de liefde. Sinds 2004 verzorgt ze dansworkshops op scholen en bij bedrijven. “In Afrika speelt dansen een belangrijk rol in het dagelijkse leven. We dansen wanneer we blij zijn, als een kind geboren wordt en om elkaar te troosten.” Cynthia van Soest is pas tevreden wanneer iedereen plezier heeft. “De mensen hier zijn gehaast en vaak gestrest, dansen werkt bevrijdend.” Om de sfeer compleet te maken, krijgen alle deelnemers enkele Afrikaanse kledingstukken van Van Soest. Zo verandert een koude Hollandse winteravond in een vurige Afrikaanse zomerdag.

 

José Reyes uit Mexico is straatmuzikant en -artiest. Hij speelt in zijn geboorteland Mexico voor de vele toeristen, maar trekt ook rond in Guatemala, Belize en Nicaragua om al spelend in zijn levensonderhoud. De liefde bracht José Reyes vorig jaar voor het eerst naar Nederland. Bij Wintervuur begroet hij de bezoekers met een warm welkom op zijn trommels, maar steelt vooral de show als vuurspuwer en vuuracrobaat. Reyes is zowel te vinden in de binnentuin als bij de ingang van de Nwe Vorst op de Willem II straat.

 

Ganzenbord, Monopoly, Risk of de Kolonisten van Catan. Familiespelen voor bij de open haard in de donkere dagen rond kerst. Minder bekend is het oosterse Mahjong. Mahjongclub De Vier Winden introduceert het wellicht meest gespeelde spel in de wereld. In de salon van de NWE Vorst combineert De Vier Winden Hollandse gezelligheid met dit Chinese bordspel van 144 stenen voor vier spelers. In China speelt vrijwel iedereen Mahjong, al is het ook populair in Korea, Japan, Taiwan en de Filippijnen. Letterlijk betekent Mahjong overigens ‘kibbelende vogels’. Het spel wordt wel eens vergeleken met Rummikub.

 

Muziek hoort bij Wintervuur. De Herdertjes Christien Rijnen en Theo Neggers spelen kerstmuziek op hoorn en bugel. Het Kerstnachtensemble Bekske Troost zingt schoone liedekes uit de Lage Landen. Traditionele muziek, “vol lief en leed, om te lachen, om te huilen.” Bekske Troost, dat zijn David Cornelissen, Sander van der Schaaf en Conny Essbach.

 

Wereldhapjes Vanaf circa 21.00 uur staan in de Rode Salon hapjes klaar uit o.a. Malawi, Marokko en het noorden van India. Samooza’s, linzenballetjes en bladerdeeghapjes met kaas of tonijn. Ze zijn bereid door Lucia Rashid uit Malawi, Stichting Hindoegemeenschap Tilburg en de Marokkaanse Nisrin Aatbi. Wie bij de reservering hapjes heeft besteld, kan de gerechten ophalen met de Wereldhapjes-strippenkaart die wordt uitgereikt bij binnenkomst in de Nwe Vorst. Eén strip is één hapje. Let op: er zitten drie verschillende strippen op de strippenkaart. Ieder hapje kan maar eenmaal worden geproefd. Wie geen hapjes vooraf heeft besteld, kan bij de informatiebalie informeren of er nog strippenkaarten te koop zijn. Ze kosten zes euro, zolang de voorraad strekt.

Erwtensoep Buitengewoon In de binnentuin van de Nwe Vorst serveert Wintervuur warme erwtensoep. De soep is bereid door ‘Stichting Buitengewoon leren & werken – Prins Heerlijk’. Voor deze winterse soep heeft u géén strippenkaart nodig.

Speciaal voor de langblijvers sluiten we af in de binnentuin met Gluhwein (zolang de voorraad strekt) en een laatste vuurshow!

(Terug naar pagina met het inschrijfformulier)

 

 

Share Button