• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Posts Tagged ‘opinie’

Opinie: Stop chantage uit Eritrea

Publicatiedatum: 11 december 2016

IsaiasAfewerkiVluchtelingen in Nederland geven noodgedwongen geld aan dictator Isaias Afewerki van Eritrea. Dat moet stoppen, vindt Marga van Zundert.

Ik moest opzoeken waar het ligt, Eritrea. Boven Ethiopië en tussen Soedan en Djibouti aan de Rode Zee. Al meer dan 25 jaar regeert er dezelfde president: Isaias Afewerki. De Verenigde Naties noemt hem onomwonden een dictator en stelt dat hij schuldig is aan het ergste delict: misdaden tegen de menselijkheid. Een hele foute man dus. Maar u en ik blijken hem geld te geven. Hoe kan dat?

Isaias –in Eritrea gebruikt men de voornaam-  vraagt aan elke Eritrese burger die in het buitenland woont een bijdrage voor zijn land: twee procent van hun inkomen. Dat vraagt hij óók van Eritrese vluchtelingen. En dat zijn er veel, want inmiddels woont bijna één op de tien Eritreeërs niet meer in eigen land. Elk jaar vluchten duizenden mensen voor de strenge dictatuur. Volgens de VN is Eritrea het ‘snelst-leeglopende land ter wereld’.

Twee procent

De afgelopen paar jaar lukte het zo’n 13.000 Eritreeërs naar Nederland te vluchten. Na de Syriërs zijn zij de grootste groep nieuwkomers. De meesten zijn jong. Ze vluchten voordat hun dienstplicht begint, want die bestaat meestal uit dwangarbeid in mijnen of in de wegenbouw die meer dan tien jaar kan duren. De vluchtelingen studeren hier vaak een aantal jaar voordat ze kunnen gaan solliciteren. Hun inkomen, toelage of uitkering bestaat dus vaak uit overheidsgeld, belastinggeld. Waarvan Isaias twee procent opeist.

Maar niemand geeft toch geld aan de wrede dictator waarvoor je bent gevlucht, zult u denken? Nee, niet vrijwillig, maar Isaias chanteert. Wie niet betaalt, krijgt geen medewerking van de Eritrese overheid. En die hebben vluchtelingen helaas vaak nodig. Bijvoorbeeld om kinderen, ouders of een partner te laten overkomen naar Nederland. Of om de begrafenis van hun moeder te kunnen betalen. Bovendien vrezen vluchtelingen straf voor achtergebleven familie wanneer ze weigeren te betalen.

ProtestEritreaWant wie in Eritrea is opgegroeid, weet maar al te goed waartoe Isaias in staat is. Wie protesteert of niet gehoorzaamt, verdwijnt in de gevangenis of van de aardbodem. Standrechtelijke executies zijn geen uitzondering. De overheid bepaalt en ziet alles. Het land is doordrenkt van angst, blijkt ook uit een recent gitzwart rapport over Eritrea van de VN. Elke buurman en zelfs je aardige nichtje kan een spion zijn. Eritrea is het Noord-Korea van Afrika.

Het is onduidelijk hoeveel geld er precies vanuit Nederland naar Isaias gaat. De bijdrage wordt meestal via-via betaald of reist via de Eritrese ambassade naar het land. Maar duidelijk is dat de dictator erg goed verdient aan dit systeem. Naar schatting een derde van de inkomsten in de staatskas bestaat uit schenkingen van Eritreeërs in het buitenland.

Maffiamethoden

Die donaties moeten stoppen. Canada en Noorwegen hebben het systeem al verboden en stuurden de Eritrese zaakgelastigden het land uit vanwege hun rol. Maar Eritrea stelt dat het een vrijwillige bijdrage is, die een ander land niet kan verbieden. Dus nog steeds krijgen Canadese en Noorse vluchtelingen het verzoek te betalen, volgens menigeen in dreigende bewoordingen. De Noorse regering spreekt van ‘maffiamethoden’.

De Tweede Kamer nam deze zomer een VVD/CDA-motie aan die vraagt om een onderzoek naar de ‘vluchtelingenbelasting’. Hoe kan Nederland voorkomen dat er geld naar Isaias gaat? Ook de rol van de ambassade wordt onderzocht. Binnenkort komt de regering met antwoorden.

KaartjeEritreaEen officieel Nederlands verbod op de belasting is logisch, maar Isaias zal zich er waarschijnlijk niets van aantrekken en ook in Nederland blijven chanteren. Laten we daarom zijn netwerk, zijn ‘lange arm’ in Nederland oprollen. Bij maffiapraktijken horen alle beproefde tegenmaatregelen: een anonieme kliklijn, opsporing van daders, getuigenbescherming, etc. Veel Eritreeërs maakten een levensgevaarlijke reis op zoek naar veiligheid en vrijheid. Bescherm hen, en ons, tegen deze chantage.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur bij het Wereldpodium dat op 8 december een podium organiseert over Eritrea. Dit artikel verscheen in het Brabants Dagblad (9 december 2016) en Eindhovens Dagblad (12 december 2016).

Een baan? Voor jou 10 anderen

Publicatiedatum: 25 juli 2016

RobotwerkHard werken is voor laagopgeleiden niet langer een garantie voor een fatsoenlijk inkomen. Nu lijkt op Geert Wilders na niemand echt geïnteresseerd in hun lot. Ga zo door en na Brexit volgt Nexit.

Loont
Dat hard werken loont, is een diep ingebakken idee in Nederland. Onze welvaart danken we aan slimme, avontuurlijke, maar vooral hardwerkende voorouders. Zij rolden de mouwen op. Ze bouwden molens, schepen, dijken, havens, spoorlijnen, fabrieken en Deltawerken. Een mentaliteit die zorgde voor wereldwijde handel, rijkdom en veiligheid.

Na de oorlog was het ook lang zo: wie de handen flink uit de mouwen wilde steken, verdiende een eerlijke boterham. Ook de mindere studiebollen. Zij konden altijd aan de slag in een fabriek, de haven, bij de post, op kantoor of in de bouw. Geen vetpot, maar een vast salaris en goede kans dat de kinderen verder kwamen.

Dat geldt niet langer. ‘Werk is geen garantie meer om niet arm zijn’, concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs. ‘Om niet arm te zijn moet je een fulltime baan hebben op redelijk niveau. En aan dat criterium voldoen steeds minder banen.’

Robots
Wat is er aan de hand? Voor een dikke half miljoen Nederlanders is er geen baan, ook al willen ze die dolgraag. En dat treft vooral laagopgeleiden. Robots en computers nemen hun werk over. En de concurrentie voor de overgebleven banen is moordend.

Een vaste aanstelling is bijna onmogelijk. Na twee tijdelijke contracten mag je elders solliciteren. Zekerheid, vastigheid, veiligheid: het bestaat niet langer aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt.

Erger nog is dat de concurrentie om de felbegeerde banen vaak oneerlijk is. Oost-Europeanen zijn door EU-regels goedkoper, en via schimmige uitzendconstructies véél goedkoper. Vakbond FNV rapporteert al jaren voorbeelden. Roemeense lassers en schilders werken voor één euro per uur op Nederlandse scheepswerven. West- Brabantse aardbeientelers stoppen het halve uurloon van Polen in eigen zak voor een slaapplaats in een ‘kippenhok’.

TrucjesAardbeienveld
Maar ook Nederlanders worden onderbetaald via trucjes met uitzendbureaus, payroll-bedrijven en nul-urencontracten. En zzp’ers bieden hun diensten om te overleven soms tegen dumpprijzen aan. Een regelrechte race to the bottom.

De gelukkigen die wel een baan bemachtigen, moeten vaak keihard bikkelen. Journalist Dennis l’Ami werkte tien maanden bij het distributiecentrum van Coop en schreef over zijn ervaringen. Via een headset kreeg hij opdrachten welke krat waarheen moest. Als een robot tilde hij per uur 2.500 kilo om de norm te halen. Diezelfde headset hield via gps ook bij hoe vaak hij naar het toilet ging en hoe lang hij pauze hield. Veel collega’s namen drugs om het moordende tempo vol te kunnen houden. Ook in thuiszorg, tuinbouw of schoonmaakbranche zijn de normen vaak onhaalbaar. En zelfs de makers van deze krant, de Persgroep*, profiteert van het grote aanbod aan werkelozen. Het tarief voor freelance journalisten is onlangs met 40 procent verlaagd. Er geldt: take it or leave it. Voor jou zo een ander. Maar een leefbaar loon bij elkaar te schrijven, valt zo niet mee. Journalistenvakbond NVJ startte een campagne: geen #uitpersgroep!

Slavernij
Nieuws is dit helaas allemaal niet. Dat is juist het probleem. Ondanks dat berichten over uitbuiting en onderbetaling al jaren de krant of tv halen, verandert er weinig. Dat ligt niet aan onze wetten. Het minimumloon, cao’s en de vele arboregels, ze zijn ingesteld omdat we unaniem vinden dat wie werkt een fatsoenlijk loon verdient en dat gelijk werk gelijk moet worden beloond. En de slavernij schaften we echt 150 jaar geleden al af.

Veel Engelsen stemden leave in het EU-referendum uit woede over het ‘inpikken’ van banen door Oost-Europeanen. ‘Dom en racistisch’, riep vervolgens heel Europa. Deels terecht, want de schuld ligt niet zozeer in EU-regels of bij migranten. Maar wie dagelijks oneerlijkheid meemaakt, aan de bel trekt en vervolgens merkt dat er niets tegen gebeurt, raakt gefrustreerd en protesteert terecht. Een kennis die bouwvakker is, zegt: “Het gaat mij er niet om wat die politici of bankdirecteuren verdienen en doen, zolang ik fatsoenlijk kan rondkomen.”

NYA_typing_classPopulisten
Nederland is het zesde rijkste land ter wereld. Daar zou toch iedereen een kans moeten krijgen met hard werken die fatsoenlijke boterham te verdienen? Handhaaf de regels, stuur extra controleurs op pad. Praat eens echt in de Tweede Kamer en in Brussel over de oneerlijke concurrentie, over fatsoenlijke salarissen en hoe meer banen te scheppen. Nu lijkt niemand echt geïnteresseerd in hardwerkende Henk en Ingrid, behalve populisten zoals Geert Wilders. Die schuiven de schuld graag in de schoenen van migranten, vluchtelingen of de islam. Wat je ook van Wilders mag vinden, het gaat om een heel concreet probleem van veel mensen. Als niemand luistert, stevenen we regelrecht op een Nexit af.

*Dit is de originele versie van het opiniestuk. De hoofdredactie van de Persgroep wilde het stuk niet plaatsen inclusief de passage over hun eigen beleid.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur bij het Wereldpodium. Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (13 juli 2016), Brabants Dagblad (19 juli 2016) en BN/De Stem (23 juli 2016)

Hongersnood neemt af. Geef nog een, twee, drie keer…

Publicatiedatum: 26 mei 2016

Children-receiving-school-meals-provided-by-WFP-in-Fria4Er is weer hongersnood in Afrika. Maar het wordt de uitzondering op de regel. Want honger neemt fors af, zegt Ralf Bodelier.

En zo is er weer hongersnood in Afrika. 28 miljoen mensen in het oosten van het continent hebben nu al te weinig te eten en de komende maanden wordt het alsmaar erger. De boosdoener is El Niño, een afwijking van het klimaat die zich eens in de zes jaar voordoet en waardoor grote droogtes of enorme overstromingen kunnen ontstaan. Dit keer heeft El Niño zich van haar vervelendste kant laten zien.

Langzaam maar zeker dringt de ellende nu ook door in de Friese huiskamers. Hulporganisaties als het Rode Kruis vragen ons opnieuw om te doneren. Maar we zijn er ook een beetje klaar mee. Hoe lang zien we nu al die door hitte geblakerde akkers, tot op de ribben vermagerde koeien en kinderen met hongerbuikjes? Sommigen staan nog de gruwelijke beelden van Ethiopië uit de jaren ‘80 op het netvlies. De meesten herinneren zich nog de honger in de Hoorn van Afrika in 2011. Het lijkt daar maar niet beter te gaan. Velen twijfelen of we weer moeten geven. Is het geen water naar zee dragen? Staan ze volgend jaar niet wéér op de stoep? Zal het ooit beter gaan?

Het zijn lastige vragen, want niemand weet hoe de dag van morgen eruit zal zien. Maar één ding weten we wel: ondanks de tragische beelden op televisie en in de krant, is het aantal hongersnoden enorm afgenomen. Een hongersnood, zoals in communistisch China rond 1960, waarin naar schatting meer dan 40 miljoen mensen stierven, kwam sindsdien niet meer voor. De huidige hongersnood is eerder uitzondering en zeker niet de regel. En nu verwacht ook niemand dat alle 28 miljoen mensen om het leven komen. Er zijn vandaag teveel mensen, wereldwijd, bezig om deze hongersnood te bestrijden. Maar ook twee, een of een half miljoen doden zijn er natuurlijk veel te veel.

Spectaculaire daling

De daling in aantallen doden door hongersnoden is spectaculair. In 1950 telde de wereld ongeveer twee miljard mensen. In die tijd stierven jaarlijks gemiddeld zo’n 18 miljoen mensen in een hongersnood. Op dat moment was dat dus 1 op de 105 wereldburgers. Vervolgens zette de daling in.

In de jaren ‘80 kwamen jaarlijks nog 2 miljoen mensen om in hongersnoden. Op de 4,8 miljard mensen van dat moment, was dat 1 op de 2.400 mensen. En de daling zette door, zeker toen in 1989 een einde kwam aan het communisme. Tijdens de laatste grote hongersnood, in de Hoorn van Afrika in 2011, stierven rond de 200 duizend mensen. Op een wereldbevolking van 6,8 miljard was dat 1 op de 34.000 en een daling van honderden procenten ten opzichte van 1950.

BannerCordaidHongersnood is iets anders als ondervoeding. Ondervoeding betekent dat mensen niet genoeg te eten hebben om een gezond en fatsoenlijk leven te leiden. Een hongersnood komt, doodt en gaat. Ondervoeding is een probleem dat hele generaties verziekt. Op dit moment zijn wereldwijd zo’n 780 miljoen mensen ondervoed, waarvan twee-derde in Azië woont en dan vooral in India. 780 miljoen mensen op 7,4 miljard wereldburgers, dat is ongeveer 9 procent van de wereldbevolking. Maar ook hier gaat het beter. Een halve eeuw geleden was nog 50 procent van de wereldbevolking ondervoed.

Scepsis

We gaan, kortom, de goede kant op. Maar we zijn er nog niet. Zolang nog mensen honger lijden, kunnen we niet achterover leunen. Gelukkig worden de problemen alsmaar overzichtelijker en beter op te lossen. En hoe lastig het ook is om de toekomst te voorspellen, ik zou er toch op willen gokken dat we over tien, twintig jaar van de honger af zijn. Laten we daarom niet wegzakken in moedeloosheid en scepsis. Laten we blijven geven. Nog een, twee of drie keer. Hopelijk is honger daarna geschiedenis.

Dit opinieartikel verscheen in Gelderlander (21 mei), Leeuwarder Courant (21 mei), Eindhovens Dagblad (20 mei)

Pak de verleiding eens echt aan

Publicatiedatum: 12 mei 2016

512px-Feet_on_scaleOvergewicht is minstens zo schadelijk als roken of drinken

‘Roken is dodelijk’ – ‘Geen 18, geen druppel’. U kent ze wel, de kreten om te waarschuwen tegen de verleidingen van sigaretten of alcohol. Ze staan in vette letters op elk pakje sigaretten, hangen in bushokjes en komen voorbij op radio en tv. Soms irritant vaak. Maar het werkt. Sinds 1980 is het aantal rokers bijna gehalveerd. En de afgelopen vijftien jaar daalde het percentage zware alcoholisten van 14 naar onder de 9.

Maar kent u slagzinnen tegen de allergrootste verleiding van deze tijd? Tegen ongezond en te veel eten? Misschien ziet u wel eens een ’30 minuten bewegen’ poster. Maar ik hoor of lees nergens ‘Snacken maakt dik’ of ‘Frisdrank geeft diabetes’. De enige kreet die mij te binnen wil schieten, is nog altijd: snoep verstandig, eet een appel. Ik hoor het mijn oma nog zeggen.

Overgewicht
Dat we nauwelijks waarschuwingen horen tegen ongezond eten is vreemd. Overgewicht is minstens zo’n groot en ernstig probleem als roken of alcohol. Wie te zwaar is, heeft grote kans op suikerziekte, hart- en vaatziekten en pijnlijke gewrichten. Ernstig overgewicht, obesitas, is doodsoorzaak nummer vier, alcohol staat op zeven. Iemand met obesitas maakt meer zorgkosten dan een roker.

En terwijl roken en drinken op hun retour zijn, blijven de kilo’s eraan komen. 25 jaar geleden was één op de drie Nederlanders te dik. Nu de helft. Dertien procent is zelfs obees. Voorspeld wordt dat in 2025 één op de vijf mensen wereldwijd ernstig overgewicht heeft, in westerse landen zelfs één op de drie.

BK_Big_King_(2014)_(crop_and_color_balance_correction)Voortdurende test
Dat snacken en snoepen niet gezond is, weten we wel. Maar de verleiding is gigantisch. Vet en zoet is lekker. We kunnen er haast niet genoeg van krijgen. Vet eten was nuttig in vroegere tijden toen een laagje vet mensen de winter door hielp.

Maar nu is al dat lekkers een voortdurende test voor je zelfbeheersing. Had het station in de jaren tachtig een boekwinkeltje waar je ook een kop koffie kon krijgen, nu zit er een snackbar én shoarmazaak én staat op elk perron een snoepautomaat. Nog nooit is een generatie opgegroeid in een wereld waar zoveel lekkernijen voor het grijpen liggen.

Een patatje-met is goedkoper dan een broodje gezond. En bedrijven trekken miljarden uit om hun slechte waar gewiekst te vermarkten. In de winkel staat de K3-chocoladehagel met schattige roze hartjes, vol vet en suiker, op kinderooghoogte. Sporthelden schitteren in cola-reclames. Zelf drinken ze water om op gewicht en in conditie te blijven.

Alleen in het weekend
Geen wonder dat het lang niet iedereen lukt om die verleiding te weerstaan. Ook ik gebruik trucjes om weerstand te bieden aan alle verleiding. Met volle maag naar de supermarkt gaan, helpt. Ik koop pelpinda’s in plaats van een zakje. En chips eten mag alleen in het weekend, vertel ik mezelf. Wat extra aanmoediging zou helpen. Laten we hetzelfde doen bij Snickers, frikandellen, Magnums en diepvriespizza als bij tabak en alcohol. Ontmoedig de producten met extra belasting, reclamebeperkingen en waarschuwingen.

Denemarken probeerde al een extra belasting op vet, net als de accijns op alcohol en tabak. Ze stopten na een jaar, te veel papierwerk. Maar draai het eens om: maak gezond eten juist goedkoper. Een appel of snoeptomaatjes voor een duppie. Gratis groente en fruit in schoolkantines en bij de voedselbank. Sport subsidiëren we ook.

512px-Hrushikesh_kulkarni_vegetablesStoplicht
Er zijn al goede ideeën voor voedseletiketten. Een stoplicht bijvoorbeeld: groen staat voor gezond, oranje is twijfelachtig, rood is ongezond. Of een ‘lopend’ poppetje met daaronder de tijd die iemand moet wandelen om de calorieën weer kwijt te raken. Simpele, heldere labels, toegekend door een onafhankelijke club consumenten en voedingsdeskundigen.

En géén reclame meer voor tussendoortjes. Geen borrelnotenreclame om negen uur ’s avonds wanneer mensen voor de buis hangen. En waar blijven de grappige sterspotjes met pakkende slogans die gezond eten promoten? Ik wil K3-komkommers in de winkel en theedrinkende topvoetballers in advertenties.

Dat is geen betutteling, voedseldemonisering of een aanslag op de economie. Het staat iedereen vrij om zijn favoriete snack op te smikkelen. Of bewust een uitzondering te maken voor een heerlijk stuk goede kaas of die feestelijke verjaardagstaart. Maar nog nooit was de verleiding zo groot, daar mag zeker een waarschuwing tegenover staan. Net als bij alcohol en tabak.

*Iemand heeft overgewicht bij een BMI boven de 25. Van obesitas is sprake bij een BMI boven de 30. BMI is je gewicht in kilo’s gedeeld door je lengte in het kwadraat. Weeg je 80 kilo en je lengte is 1,70 meter, dan is je BMI 80/(1,70×1,70) = 27,7.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur bij het Wereldpodium. Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (21 april 2016), Brabants Dagblad (21 april 2016) en BN/De Stem (23 april 2016)

Veel belangrijk nieuws hoort u niet

Publicatiedatum: 28 maart 2016

Fukushima_accidents_overview_mapDeze maand is het 5 jaar geleden dat Japan getroffen werd door een zeebeving. In de tsunami die op de beving volgde, verloren bijna 20.000 mensen het leven. Wat ons echter het meeste bijbleef, waren de enorme ontploffingen in de kerncentrale van Fukushima. Zij leidden onder meer tot het sluiten van alle kerncentrales in Duitsland. Want kernenergie, zo bleek maar weer, was levensgevaarlijk.

Fukushima
Ik dacht er niet anders over. Tot ik vorig jaar een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie over Fukushima voorbij zag komen. De organisatie constateerde dat bij de kernramp niet één slachtoffer was gevallen. Ook zijn er tot op de dag van vandaag geen aanwijzingen dat er door de ontplofte kerncentrale meer kanker voorkomt. Op grond van een groot internationaal onderzoek, meldde de Japan Times vorige week dat zelfs de evacuatie van de 160.000 inwoners rond de centrale niet nodig was geweest. Wanneer we al een conclusie uit ‘Fukushima’ kunnen trekken, dan is het deze: moderne kerncentrales zijn tegenwoordig zó veilig dat ze de zwaarste aardbevingen en tsunami’s kunnen doorstaan.

Wist u dat er in Fukushima geen slachtoffers vielen? Ik vermoed van niet. Hoe had u het ook kunnen weten? Zelfs van het NOS-journaal kregen we het niet te horen. Op de website van de NOS staat nota bene dat Fukushima ‘erger’ was dan de tsunami zelf.

Hoe is het mogelijk dat zo’n belangrijk onderwerp zo erbarmelijk wordt behandeld? Zijn journalisten onvoldoende opgeleid? Lezen zij geen wetenschappelijke rapporten? Of zijn ze zó gespitst op slecht nieuws, dat ze het goede niet willen horen?

Vluchtelingencrisis
Deze maand is het eveneens 5 jaar geleden dat in Syrië de oorlog begon. Ook over de ‘vluchtelingencrisis’ die daaruit ontstond, ontbreekt belangrijke informatie. In Europa begonnen we vanaf maart 2011 Syriërs op te vangen. Op dit moment zijn het er één miljoen, dat is één vluchteling op 500 Europeanen. Volgens veel Nederlanders zijn dat er zoveel dat we een ‘vluchtelingencrisis’ doormaken. Al maandenlang draait in de media dan ook alles om die ene vraag: hoe zorgen we ervoor dat niet nog meer Syriërs onze kant opkomen? Niemand lijkt zich af te vragen hoe we met een aantal eenvoudige aanpassingen en zonder al te veel problemen veel meer Syriërs opvang kunnen bieden

An_Aerial_View_of_the_Za'atri_Refugee_CampOok ik stelde me die vragen niet. Tot ik enkele weken geleden Jordanië bezocht en de kans had om een bezoek te brengen aan de Syrische grens. Op een bevolking van 6 miljoen mensen, vangt Jordanië nu 1,4 miljoen vluchtelingen op: dat is bijna één vluchteling op 5 Jordaniërs. Alles kraakt en zucht in het woestijnstaatje. De ziekenhuizen hebben niet genoeg bedden, het afval wordt minder goed opgehaald, de huizenprijzen zijn fors gestegen en de stadscentra staan vol met files. Bovendien zijn veel Jordaniërs bang dat ook terroristen de grens oversteken. In Jordanië valt met recht te spreken van een vluchtelingencrisis.

Toch is dat maar de helft van het verhaal. De andere helft bestaat uit een bewonderenswaardig vermogen om veel van deze problemen praktisch op te lossen. In het stadje Mafraq, op 30 kilometer van de Syrische grens, verdriedubbelde het aantal schoolkinderen. Mafraq loste het probleem op door de klassen te vergroten en door behalve in de ochtend, nu ook in de middag onderwijs geven. Jordanië voorkomt dat schoolverlaters op straat rondhangen door het collegegeld van universiteiten te halveren, waardoor veel jonge Syriërs studeren. Ook laat de overheid een steeds groter deel van de volwassen vluchtelingen zonder officiële werkvergunning aan de slag gaan. Voor deze concrete aanpak ontving Jordanië de afgelopen jaren vele miljarden euro’s aan ontwikkelingshulp.

Gedegen journalistiek
Net als de slachtofferloze ramp in Fukushima, is de pragmatische Jordaanse vluchtelingenaanpak volledig nieuw voor mij. Ik kan me er nog maar amper een oordeel over vormen, laat staan dat ik een antwoord heb op de vraag of zoiets ook in Europa mogelijk zou zijn. Vooralsnog ben ik vooral ontzet dat ik nooit eerder van deze Jordaanse strategie had gehoord. Waarom weten we niet dat er in Fukushima geen doden vielen? Waarom horen wij niet hoe Jordanië de enorme instroom van Syrische vluchtelingen het hoofd biedt? Wanneer we ons een gedegen oordeel willen vormen over belangrijke thema’s als (kern-) energie en vluchtelingenpolitiek, dan kunnen we niet zonder goed opgeleide journalisten die verder kijken dan de sensatie van de dag.

Ralf Bodelier is oprichter van het Wereldpodium, leider van de World’s Best News en oud-docent aan de Academie voor Journalistiek.

Dit opinie-artikel verscheen o.a. in het Eindhovens Dagblad (25 maart 2016)

Natuur brengt griezels voort

Publicatiedatum: 15 maart 2016

Aedes_AlbopictusZika. Na ebola hebben we er weer een enge tropische ziekte bij. Nederlanders annuleren reizen naar de vakantieparadijzen in Zuid-Amerika. Want daar worden plotseling opvallend meer kinderen geboren met microcefalie: een te kleine schedel en hersenafwijkingen. Aanvankelijk stonden artsen voor een raadsel. Maar al snel legden ze een verband met zika, een virusziekte die door muggen wordt overgebracht. Veel moeders met microcefalie-baby’s herinneren zich dat ze tijdens hun zwangerschap koorts hadden en huiduitslag kregen, de typische symptomen van zika. Bovendien valt het gebied waar microcefalie toeneemt samen met de verspreiding van het virus. Ook is het zikavirus gevonden in placenta’s en in het bloed van een aantal baby’s met microcefalie. Bij twee foetussen met ernstige microcefalie zaten veel virusdeeltjes in het hersenweefsel.

Genen
Zoals alle andere virussen is ook het zikavirus niet meer dan slechts een klein pakketje genen. Mensen hebben zo’n 21.000 genen, het zikavirus heeft er slechts zeven. Het enige wat die genen kunnen, is zich vermenigvuldigen in een cel van mens of dier. Ze veranderen de gastheercel in een virusfabriek, van waaruit ze zich verspreiden over de rest van het lichaam. Waartoe of waarom ze dat doen is niet de juiste vraag. Zichzelf kopiëren is gewoon het enige wat virussen kunnen. Ook virussen zijn een onderdeel van de natuur. Ja, ze zijn puur natuur, 100 procent biologisch, heel oer en levensgevaarlijk. Willen mensen er niet aan ten onder gaan, dan moeten ze vermeden en bestreden worden zoals we ook het hiv- of ebolavirus vermijden en bestrijden.

Sociale media
Op sociale media zijn andere verklaringen voor de microcefalie-baby’s veel populairder. Volgens nogal wat blogs en reacties, heeft moeder natuur dit niet op haar geweten. De talloze verklaringen wijzen naar de chemische of farmaceutische industrie. Zo zou een gif tégen muggenlarven de ware boosdoener zijn. Anderen wijzen op een nieuw type vaccin voor zwangeren. Of ze hebben het over genetische gemodificeerde muggen. Niet het simpele, natuurlijke zikavirus maakt kinderen ziek, maar door de mens uitgevonden middelen die juist bedoeld zijn om muggen en door muggen verspreidde ziektes te bestrijden.

OorzakenMicrocephaly-comparison
Het is verstandig om ook deze oorzaken te onderzoeken. Want dat zika en microcefalie samenvallen, kan inderdaad toeval zijn. Maar alle alternatieven stoten op harde tegenargumenten. De getroffen gebieden vallen maar voor een deel samen met de vaccinaties en met het verspreidingsgebied van de genetisch gemodificeerde muggen. En het larvengif tegen muggen heeft nooit eerder voor problemen gezorgd. De Wereldgezondheidsorganisatie belooft de verklaringen te onderzoeken, maar vooralsnog blijft ze zika als hoofdverdachte zien. Op social media heeft dat weinig effect: veel mensen blijven zika zien als een complot van de chemische en farmaceutische industrie die baat heeft bij de productie van vaccinaties, muggengif en genetisch gemodificeerde muggen. En de WHO trapt daarin of werkt eraan mee. Vroeger was elke rampspoed gewoon de wraak van god. Er waren immers altijd wel zonden of ongelovigen die straf verdienden. Wanneer je iets overkwam, kon je bidden of je er gewoon bij neer leggen. Tegenwoordig zoeken we naar de echte oorzaken van onheil en ziektes. En met succes. De deltawerken houden meer water tegen dan bidden. En waarom zou je je neerleggen bij blikseminslag wanneer je bliksemafleiders kunt monteren? Zo bedachten we centrale verwarming, zeep, vaccins en geneesmiddelen om gezond en prettig te leven.

Populair
Toch zijn veel van die slimme vindingen verre van populair. Beton, kunstmest, chemotherapie, antibiotica, plastics, we vinden ze misschien noodzakelijk maar ook onnatuurlijk. We vinden het allemaal kunstmatig, chemisch spul. Dat kan nooit goed zijn voor de mens, zo is de gedachte. En de industrie die al deze chemische producten fabriceert en er geld aan verdient, kan al helemaal niet deugen. Het wantrouwen tegen hen is inmiddels zo groot, dat niet langer god maar zij telkens worden aangewezen om rampspoed te verklaren. Maar niet vaccins, pesticides of genetisch gemanipuleerde muggen zouden ons angst aan moeten jagen. Bewezen massamoordenaars, dat zijn de virussen die aids, ebola of de Spaanse griep veroorzaken. We zouden er goed aan doen om wat meer vertrouwen te hebben in slimme menselijke vindingen en wat minder in de goedertierenheid van moeder natuur. De natuur is prachtig, maar kent ook gevaarlijke griezels van beren tot bacteriën, en van vlooien tot virussen. Trek dus lange mouwen en lange broeken aan als u in zikagebied bent. Gebruik DEET om de muggen op afstand te houden. En voor wie zwanger is of wil worden, doe dat voorlopig niet in zikagebied. Soms is het heel gezond om de natuur te vrezen en op de wetenschap te vertrouwen.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur van het Wereldpodium in Tilburg.

Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (7 maart) en Brabants Dagblad (10 maart)

Het is juist veiliger geworden

Publicatiedatum: 12 februari 2016

512px-Dance_during_event_SpijkenisseDrie maanden al zit Frankrijk in de noodtoestand. 2.500 politiemensen patrouilleren tijdens het Keulse carnaval. En in Nederland lopen sinds vorige week agenten met machinepistolen door de winkelstraten. We zijn bang. Want de wereld lijkt in brand te staan. Voor wie door een aanslag, een overval of een bombardement wordt geraakt, is dat natuurlijk ook zo. De oorlog in Syrië en Irak is zonder meer de gruwelijkste die de wereld in jaren heeft meegemaakt.

De werkelijkheid is echter dat onze wereld, Nederland incluis, een heel stuk minder gewelddadig is dan, pak ‘m beet, 25 jaar geleden. Misschien was er wel nooit zo weinig geweld als vandaag. Dat vertellen ons de koele cijfers.

Eerst de grote wereld. Daar worden op dit moment 11 grote gewapende conflicten uitgevochten met de oorlog in Syrië en Irak als meest bloedige. Een kwart eeuw geleden, waren het er nog 26. Bovendien worden onze oorlogen minder dodelijk. In de rustige jaren 50 stierven wereldwijd 22 op de 100.000 mensen door oorlogsgeweld, inclusief terrorisme. In de jaren 80 zakte dat tot 5. En vandaag staat de teller op 1,5 oorlogsdode per 100.000 mensen. Ook al is het een grove schande dat de wereldgemeenschap de oorlog in Syrië zo uit de hand liet lopen, juist deze daling in oorlogen en oorlogsdoden is ronduit bemoedigend.

Daling aantal moorden
Voor moorden, wereldwijd, gelden vergelijkbare cijfers. In de meeste landen, zo stelden criminologen vast, daalt jaar in, jaar uit het aantal moorden. Vooral in de Verenigde Staten gaat de daling hard. Daar werden rond 1991 nog 8 op de 100.000 mensen vermoord. Vandaag zijn dat er 4.

Dezelfde trend is zichtbaar in Nederland. Moord en terrorisme zijn de laatste decennia fors afgenomen. In de jaren 90 werden in Nederland gemiddeld 250 mensen per jaar vermoord, tegenwoordig zijn dat er 130. In percentages is dat meer dan een halvering. Nu zijn 130 moorden er nog steeds 130 te veel, maar de aantallen en percentages dalen, en dat is goed nieuws.

Zedenmisdrijven
Voor zedenmisdrijven, actueel sinds Oudejaarsnacht in Keulen, zijn de cijfers nog bemoedigender: eind jaren 90 registreerde de politie 9.600 gevallen van verkrachting, aanranding en incest per jaar. In 2007 was dat aantal gedaald tot zo’n 7.200. In 2014 stond de teller op 3.200. En dat gebeurde terwijl de Nederlandse bevolking met 2 miljoen mensen toenam, van wie een aanzienlijk percentage uit niet-Westerse landen. Wederom: 3.200 slachtoffers zijn er 3.200 teveel. Maar het is wel nog maar één derde van een kwart eeuw geleden.

CCTV_ArnhemTerrorisme
En dan het terrorisme: de laatste echte terroristische aanslag in Nederland werd gepleegd door de IRA. De Ierse terreurclub schoot in 1990 in Roermond 2 Australiërs dood. Daarvoor, in de jaren 70 en 80 stierven 30 mensen in 70 aanslagen door meerdere terroristische organisaties.

Het is een gewaagde vergelijking. Maar in de Europese Unie vielen de afgelopen 15 jaar rond de 1,3 miljoen dodelijke verkeersslachtoffers tegen minder dan 500 doden door terrorisme. In Nederland zijn de verhoudingen nog interessanter. Hier stierf in de afgelopen 15 jaar één man door de hand van een islamist, terwijl bijna 13.000 mensen omkwamen in het wegverkeer. Rond de 2.500 Nederlanders verloren het leven omdat automobilisten onder invloed waren van drank of drugs. Ook al was de kans om te komen door een aanslag tot nu toe 13.000 keer (!) kleiner dan door een auto-ongeluk, toch houdt niet de dodelijkheid van het autoverkeer ons dag in, dag uit bezig, maar de angst voor terrorisme.

Veiliger
Het wordt tijd om tot bezinning te komen. Om te erkennen dat we veel veiliger zijn dan een kwart eeuw geleden. Dat we veiliger zijn dan in een tijd die we ons, vreemd genoeg, herinneren als rustig, vredig en geborgen. We moeten proberen te achterhalen waaróm we zo bang zijn, wat de rol van sommige media daarin is en welke politieke partij er de meeste vruchten van plukt. Vervolgens zouden we er goed aan doen om die media en die politicus heel wat minder aandacht te geven.

Ralf Bodelier is leider van World’s Best News Nederland, een organisatie die goed nieuws onder de aandacht brengt. Hij is oprichter van Het Wereldpodium.

Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (6 februari), Brabants Dagblad (5 februari) en BN/De Stem (4 februari)

Word ook een burgerdetective

Publicatiedatum: 12 januari 2016

Investigation_of_the_crash_site_of_MH-17Was het Vladimir P., Sergey M. of Igor S.? Een van hen, of een collega, vuurde in juli 2014 een Buk-raket af op vlucht MH17. Dat is de heilige overtuiging van internetdetective Eliot Higgins.Met volhardend speurwerk bracht hij het aantal mogelijke daders terug tot twintig Russische militairen. Hij is daarmee wellicht verder dan alle onderzoeksteams van politie en justitie. Bijzonder: Higgins deed dit vanachter zijn laptop in het Engelse Leicester. Higgins nam geen DNA-monsters of vingerafdrukken, maar heeft wel een overtuigend digitaal spoor: talloze foto’s, filmpjes, selfies en internetberichten. Die laten zien dat de twintig militairen in een konvooi reden met een Buk-lanceerinstallatie. En dat konvooi telde één Buk-raket minder toen het na het neerstorten van MH17 in allerijl Oekraïne uitreed. Higgins bewijst dit met hulp van veel (anonieme) vrijwilligers in Oekraïne en daarbuiten.

Doorzettingsvermogen
En het mooiste is: iedereen met een computer en flink wat doorzettingsvermogen kan net als Higgins een burgerdetective worden. Higgins was een paar jaar geleden nog een werkloos administratief medewerker. Hij zorgt voor zijn dochtertje en solliciteert, maar verdiept zich ook in de oorlog in Syrië in zijn vrije uurtjes. Hij is geschokt en start uit verontwaardiging een blog waar hij bewijzen van de oorlogsmisdaden van president Assad verzamelt. Het zijn vooral foto’s en filmpjes van YouTube en Fa±±cebook die aanvallen met gifgas en spijkerbommen tonen. Al snel heeft Higgins contacten in heel Syrië en kan hij belangrijke informatie en feiten combineren en controleren. Hij noemt zijn onderzoekscollectief Bellingcat naar de fabel ‘Belling the cat’ waarin muizen samenwerken om hun gezamenlijke vijand, de kat, een waarschuwingsbel om te binden.

Eindeloos vergelijken
Wanneer MH17 neerstort, gaat Higgins direct aan de slag. Hij krijgt filmpjes en foto’s van de Russische truck met Buk-lanceerinstallatie. Door eindeloos ingezonden foto’s te vergelijken met Google Earth en andere opnames kan Higgins de route van de truck precies reconstrueren en aantonen dat een raket op de truck weg is. Via foto’s, filmpjes en selfies op Instagram, Facebook, LinkedIn en andere social media traceert hij ook alle leden van het bijbehorende bataljon. De informatie overhandigt hij afgelopen najaar aan het Nederlands onderzoeksteam.

Big Brother
Wat Higgins doet is mogelijk dankzij onze Big Brother-samenleving: niets of niemand ontglipt meer aan de aandacht van camera’s. Maar de informatie is niet zoals in het onheilspellende boek ‘1984’ in handen van een bemoeizuchtige overheid of enge dictator. Gewone burgers met een nobel doel kunnen informatie verzamelen en die gebruiken om onrecht en corruptie te bestrijden. Twee Nederlanders hebben, anoniem, belangrijke bijdragen geleverd aan het MH17-speurwerk. En wie maar wil, is welkom bij Bellingcat om digitaal mee te strijden tegen kwalijke zaken. Zo wil Bellingcat weten wie de president van Niger een peperdure privéjet schonk en waarom, en zit Higgins achter de Mexicaanse maffia aan.

Hollie_Little_Pink_LaptopEen burgerdetective zoals Higgins kan kwesties aankaarten en misdaden oplossen; vooral als er veel virtuele medestanders zijn, dus als de publieke verontwaardiging groot is.

Denk aan Keulen. Er moeten opnamen zijn van de gebeurtenissen op camera’s en mobieltjes. En er zijn vast digitale sporen te vinden van opscheppende daders of gestolen spullen. Een ‘mooie’ zaak voor burgeropsporing in Duitsland.

In Nederland zijn er voorzichtige eerste stappen in samen speuren. De eigenaar van een verdwaalde hond of verloren portemonnee is snel opgespoord. Maar ook hier zijn grotere zaken aan te kaarten. Waarom geen webpagina over fietsendiefstal in de stad? Een kaart met waar, wanneer, welke fietsen zijn gestolen? Zodat iedereen de ±±hotspots ziet, eventuele daders kan herkennen en de politie tippen? Of een blog over lokale bouwzaken of faillissementen ‘met een luchtje’. Ligt een kwestie gevoelig of is een onderwerp gevaarlijk? Het internet staat ook vol met manieren om jezelf niet-traceerbaar te maken.

Kortom: altijd al een voorliefde gehad voor detectives? Wat vrije tijd over en een grote ergernis? Word burgerdetective! Echter dan de laatste James Bond-film zien; leerzamer dan Dan Brown lezen, nuttiger dan CSI kijken. Maak je actie bekend, bijt je vast, gebruik tips van Bellingcat, zoek medestanders, publiceer je vondsten. Doe wat met je verontwaardiging.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur van het Wereldpodium in Tilburg.

Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (28 januari) en BN/De Stem (15 januari).

Een tsunami aan vrijwilligers

Publicatiedatum: 14 december 2015
openazcdag02De wereld rond Europa staat in brand en dat maakt ons bang. Maar we zetten ons tegelijk steeds vaker in voor de slachtoffers. Ook wanneer het moslims zijn.

De overweldigende inzet van vrijwilligers in de opvang van vluchtelingen mag in de top tien van het beste nieuws over 2015. Elly Cransveld-Cox (74) is een van die vrijwilligers. Elly is mijn tante. Ze woont in Voerendaal, een gemeente in Zuid-Limburg. En ze vertelt hoe ze zich inzette voor vluchtelingen in haar gemeente. Nooit eerder had ze met oorlogsvluchtelingen te maken. Dat gold ook voor moslims.

Toch aarzelde tante Elly niet toen zij werd gevraagd om te helpen in de noodopvang voor 200 Syriërs in de plaatselijke sporthal. “Ik zei meteen ja. Ik plaatste me zelf in de situatie dat je halsoverkop je land moet verlaten en niemand je zou helpen.”

Meisjes aanranden

Vanzelfsprekend kende Elly de dreigende verhalen over moslims die meisjes aanranden en stiekem aanslagen beramen. Het weerhield er mijn tante niet van om in haar parochiekerk kleding in te zamelen, tekeningen te maken met vluchtelingenkinderen of spelletjes te doen met de volwassenen.

Tante Elly is de enige niet. Kerk in Actie, het Rode Kruis of het COA: organisaties die vluchtelingen opvangen hebben steeds minder vacatures voor vrijwilligers. Vluchtelingenwerk Nederland zit al boven de tienduizend vrijwilligers. In Brabant laat ‘Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingen’ weten dat ze de ‘enorme hoeveelheid aanmeldingen’ voor vrijwilligerswerk niet meer aankunnen. Drie bijeenkomsten voor mogelijke vrijwilligers in Breda waren voortijdig vol. Het lijkt er op dat Nederland inmiddels meer mensen telt die vluchtelingen willen helpen dan er vluchtelingen zijn. Ook in de gemeente Voerendaal melden zich meer helpers dan nodig.

Refugee_childrenDeze overweldigende inzet van gewone Nederlanders voor oorlogsvluchtelingen is maar nauwelijks in het nieuws. Kranten en televisie focussen eerder op de stijgende populariteit van de PVV of op degenen die zich in Steenbergen of Enschede tégen de komst van vluchtelingen richten. Maar zelfs velen van hen demonstreren vooral tegen het feit dat er honderden vluchtelingen in een keer in hun dorp of wijk worden ondergebracht, dan tegen de opvang van asielzoekers op zich. In Voerendaal demonstreerde niemand.

Hoe is het toch mogelijk dat zoveel Nederlanders zich spontaan inzetten voor mensen die ze nooit eerder hebben gezien en die ze na hun vertrek uit de noodopvang of het azc ook nooit meer zullen zien? Het lijkt erop dat we een nieuwe ronde ingaan van ‘morele globalisering’. Sinds de komst van internet en kabeltelevisie in de jaren ’90, en met de explosieve toename van buitenlandse vakanties, leerden we dat iemand in Turkije of Gambia er weliswaar anders uitziet dan iemand in Nederland of België, maar dat ook hij van voetballen houdt, zijn kinderen naar school stuurt en hamburgers eet bij McDonalds. En we leerden dat een bom een bom is, of hij nu ontploft in Aleppo of in Parijs.

In september 2015 spoelde op de Turkse kust de driejarige Aylan Kurdi aan. De verdrinkingsdood van het Syrische kereltje liet ons allemaal huilen. Bij velen ging door de foto van het jongetje de knop om. Europa moest vluchtelingen op gaan nemen in plaats van hen bloot te stellen aan dodelijk gevaar. Ook al waren het moslims, door sommigen steevast omschreven als profiteurs en gelukszoekers, of zelfs als potentiële terroristen en verkrachters.

Dwars tegen deze beeldvorming in, blijken steeds meer Nederlanders zich te verplaatsen in mensen buiten hun directe omgeving. Sociologen spreken over alsmaar ‘uitbreidende cirkels van medeleven’. We voelen ons nog steeds verbonden met onze buren of dorpsgenoten, maar steeds vaker ook met mensen elders ter wereld.

Omhelzingen

Voor tante Elly was het contact met de Syrische vluchtelingen veel emotioneler dan ze had verwacht. Ze werd overrompeld door de dankbaarheid van de mensen die alles verloren wat hen dierbaar was. Door de omhelzingen en de hartjes die de kinderen tekenden op de beslagen ramen van de vertrekkende bussen.

De woorden die haar burgemeester uitsprak bij het afscheid van de vluchtelingen – ‘Jullie waren een fantastische groep en we zullen deze tijd met jullie nooit vergeten!’ – waren tante Elly uit het hart gegrepen. En er gebeurde nog wat: behalve met de Syriërs, ontstond intensief contact tussen de meer dan honderd vrijwilligers. Iedereen voelde dat ze iets deden wat van grote betekenis was.

En nu wordt er in de sporthal weer volleybal gespeeld. Wat rest is een groot schilderij dat de vluchtelingen bij hun vertrek achterlieten. ‘Voerendaal’, zo schreven ze, ‘jullie behandelden ons als familie.

Ralf Bodelier is per 1 januari campagneleider van The World’s Best News.

Dit artikel verscheen in het Limburgs Dagblad (12 december), Bn/DeStem (12 december), Nederlands Dagblad (14 december)

Pas op voor de sterke man

Publicatiedatum: 15 december 2015

Vladmir_Putin_fishing_toplessIn de kroeg lijken spierballen een mooie oplossing als zich een herrrieschopper aandient. Maar in de wereldpolitiek zijn ze levensgevaarlijk.

Ik had er een tijdje een: een sterke man. Was er iets aan de hand in de kroeg of in de bus dan kon hij doodleuk de herrieschopper op de schouder tikken en vriendelijk informeren of er misschien een probleem was. Die draaide zich vaak woest om, keek omhoog en begon vervolgens te slikken. Het probleem smolt meestal weg als sneeuw voor de zon of bleek rustig op te lossen.

Ook buiten de kroeg lijken spierballen een mooie oplossing. Kijk naar mannen als de Russische president Vladimir Poetin, premier Viktor Orban van Hongarije of president Recep Tayyip Erdogan van Turkije. Ze laten graag hun spierballen zien. In het echt of in hun taal en dadendrang.

Waar niemand zich in het wespennest van Syrië durft te wagen, strooit Poetin nu bommentapijten uit. Orban bouwde een grenshek vol scheermessen om de vluchtelingenstroom in te dammen dwars tegen Europese protesten in. En de Turkse president Erdogan creëerde chaos en onrust om vervolgens de verkiezingen te winnen met de belofte orde en rust met harde hand te herstellen.

Maar sterke mannen, spierballentaal of hard optreden zijn niet dé oplossing in deze wereld. Vijf goede redenen om sterke mannen juist niet te vertrouwen.

Wijsheid zit niet in spieren

Het hek in Hongarije zal steeds hoger moeten reiken wanneer er buiten Hongarije niets verandert. En de oorlog in Syrië begon niet met IS. De oplossingen die de sterke mannen leveren zullen niet dé oplossing zijn. De wereld van vandaag is niet simpel, maar razend complex. Achter de huidige conflicten schuilen vaak eeuwenlange etnische en religieuze kwesties, land- en waterproblemen, armoede, onrecht en werkeloosheid. Er bestaat niet één oplossing en deze oplossing kan al helemaal niet van één man komen. Vrede vergt veel onderhandelingen met vele partijen. En vooruitgang komt met horten en stoten. Doortastendheid is belangrijk, maar minstens zo belangrijk zijn tact, behoedzaamheid, intelligentie, kennis, inzicht en inlevingsvermogen.

Sterke man brengt geen geluk

De gelukkigste mensen leven in welvarende, democratische landen zoals Nederland. We zijn gelukkig omdat we vrijwel allemaal in veiligheid leven en nooit honger lijden. Maar even belangrijk voor geluk blijkt vrijheid. Vrijheid om je leven te leiden zoals jij dat wil. Sterke mannen brengen wellicht rust en orde. Maar hoe die orde er uit ziet, bepalen zij. Andersdenkenden zijn daarbij lastig. Turkije is het land met het hoogste aantal gevangen journalisten ter wereld. Sterke mannen houden niet van tegenspraak. Sterke mannen bedreigen uw vrijheid, en daarmee uw geluk.

Sterk voor zichzelf

Een sterke man wil vaak oprecht het volk dienen. Hij komt aan de macht via verkiezingen, een revolutie of een opstand. Maar macht, roem en geld zijn grote verleiders. Al snel is er een privéjet, een paleis, een standbeeld, een kolossale moskee of kathedraal, feesten met drank en vrouwen… Er zijn talloze voorbeelden van sterke mannen die van oprechte idealisten afgleden naar meedogenloze dictators. Denk aan Mao, Lenin, Haile Selassi of Pinochet. Ze bleken zichzelf uiteindelijk belangrijker te vinden dan hun volk of hun doctrine. Follow the money volgt het spoor van Europees geld in Hongarije en ziet miljoenen verdwijnen rondom familie of getrouwen van Orban. Poetin en Erdogan bouwden al een miljoenenpaleis voor zichzelf.

Hij gaat nooit meer wegBashar_al-Assad

Iemand die snel en kordaat orde op zaken stelt, heeft z’n voordelen, zeker in onrustige tijden. Maar het zijn blijvers. Sterke mannen weten het tegen het eind van hun laatste wettelijke termijn doorgaans zo te regelen dat ze toch aan de macht blijven. Poetin kon geen drie maal achtereen president worden en schoof vertrouweling Medvedev naar voren. Maar volgde hem direct weer op zodra dat kon. Opstappen is voor een sterke man immers gevaarlijk. Onderweg maakt hij vaak veel tegenstanders. Voor hem is het dus veiliger om aan het roer te blijven. En voor ons om hem nooit aan het roer te laten.

Het is een man

Sterke mannen houden niet van sterke vrouwen. In de wereld van sterke mannen spelen vrouwen slechts de rol van moeder of minnares. Volgens Poetin moet je nooit met een vrouw in discussie gaan. Erdogan vindt het tegennatuurlijk om man en vrouw als gelijken te beschouwen en Orban verklaarde zijn volledig mannelijke ministersploeg met de woorden “de Hongaarse politiek is te ruw voor vrouwen”. Visies die alleen al voldoende reden zijn voor gegrond wantrouwen van elke vrouw, en man.

‘Pas op voor sterke mannen’. Het klinkt als een advies van mijn moeder. Een sterke man met het hart op de juiste plek kan wonderen verrichten in de kroeg. Maar in de politiek, en zeker op het wereldtoneel zijn ze levensgevaarlijk. Ze werden groot met daadkracht en niet met beheersing, geduld of tact. Terwijl iedereen uit eigen ervaring weet dat tot drie tellen ook verstandig is.

Marga van Zundert is redacteur van het Wereldpodium

Dit artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad (6 november), Bn/DeStem (5 november), Nederlands Dagblad (23 november)

Stop niet te snel met olie en gas

Publicatiedatum: 15 augustus 2015

HoutkokenDe strijd tegen fossiele brandstoffen neemt toe, inmiddels ook door president Obama. Maar arme landen hebben meer energie uit kolen, olie en gas juist nodig.

Nederland moet zijn CO2-uitstoot met 25 procent terugdringen. President Obama kondigt aan de uitstoot met 32 procent te verminderen. En dat is geen slechte zaak. Maar ik woon sinds januari in Malawi, Afrika. Dat is volgens sommige cijfers het armste land ter wereld. Januari was hier een dramatische maand. Enorme regenval maakte 300.000 mensen dakloos en spoelde de aanplant weg van miljoenen boeren. Vervolgens stopten de regens en verschroeide de overgebleven gewassen in de hitte. En nu staat Malawi aan de vooravond van een dramatische hongersnood. 2,8 miljoen mensen hebben nog maar amper te eten. De volgende oogst is pas in maart 2016.

De rijken hebben nergens last van
Getroffen zijn alleen de allerarmsten: kleine boeren in lemen hutten met daken van gras, die niet bestand zijn tegen storm en regen. Boeren die niet over afwateringssystemen beschikken of over sproeiers om hun akkers te bewateren. Gezinnen die volledig afhankelijk zijn van wat het land hen geeft. Rijke Malawianen hebben nergens last van. Zij wonen in een huis van baksteen met waterleiding, regenpijpen en pannen op het dak. In de supermarkt kopen zij voedsel dat is geïmporteerd uit landen met moderne, intensieve landbouw die zich niets aantrekt van hitte, droogte of overstromingen.

Losmaken van de grillen van het klimaat
Rijke Malawianen leven net als Nederlanders. Zij hebben zich losgemaakt van de grillen van het klimaat. Want of dat klimaat nu verandert of niet, het klimaat vormt altijd een bedreiging voor de mens. Maar terwijl de armen zijn overgeleverd aan regen, storm en hitte, merken de rijken daar weinig van. In Nederland vallen louter een paar treinen uit, stijgt de energierekening en loopt de stormschadepremie wat op. De kans dat wij dakloos raken, honger lijden of zelfs sterven aan een ‘klimaat-gerelateerde oorzaak’ is vrijwel nul.

Fossiele brandstoffen zijn onze redding
Dat wij ons zo goed kunnen beschermen tegen droogtes, overstromingen, stormen en hittegolven danken we vooral aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Sinds wij goedkope, overvloedige en betrouwbare elektriciteit halen uit kolen, olie en gas, produceerden we uitschuifbare waterkeringen, slimme sproei-installaties, en early warning systems bij aankomend noodweer. Met fossiele energie verwarmen we onze woningen en koelen we ze af. We maken er medicijnen en kunstmest van, laten er treinen op rijden en bouwen en er stormbestendige huizen mee.

Dure duurzame stroom
In Malawi wordt alleen energie opgewekt uit waterkracht. Dat betekent dat niet meer dan 9 procent van alle Malawianen over stroom beschikt. Meer dan 90 procent kan deze elektriciteit niet betalen. Want deze duurzame stroom is veel duurder dan in Nederland. En zij valt uit wanneer te weinig of juist te veel water door de rivieren stroomt. Daarom kunnen overstromingen niet worden opgevangen, spoelen huizen weg of worden akkers niet bevloeid. Precies zoals dat in een ver verleden ook in Nederland gebeurde. Goedkope elektriciteit uit kolen, olie en gas zou in Malawi wonderen kunnen verrichten.

Geen geld voor centrales fossiele brandstoffenKolencentrale
De kans dat Malawi deze wonderen mee gaat maken, is niet groot. Het verzet tegen fossiele brandstoffen is inmiddels zo hevig, dat zelfs de machtige Wereldbank besloot geen geld meer beschikbaar te stellen aan arme landen om daarmee centrales op fossiele brandstoffen te bouwen. Door klimaatverandering dreigen immers hittegolven, extreme droogtes, forse overstromingen en hevige stormen. Het aantal slachtoffers, zo vertelt men ons, kan in de honderden miljoenen gaan lopen. Toch is dat nog maar de vraag. Want ook al verandert het klimaat, het aantal doden door droogtes en overstromingen, hittegolven en stormen neemt gigantisch af. En wel met tientallen miljoenen mensen per jaar. Volgens de in Brussel gevestigde Emergency Events Database vielen tussen 1920 en 1930 gemiddeld zo’n 500.000 ‘klimaat gerelateerde’ doden per jaar. Tussen 2000 en 2010 waren dat er minder dan 40.000. En dat terwijl de wereldbevolking verdrievoudigde en het verbranden van fossiele energie vertienvoudigde. Per miljoen mensen zakte het aantal klimaatdoden van 242 doden per miljoen, tot 5 doden per miljoen. Dat is een afname van maar liefst 98 procent. De koele waarheid is dan ook deze: omdát we massaal overstapten op het verbranden van kolen, olie en gas, kon het aantal slachtoffers van droogtes en overstromingen, hitte en stormen zo enorm dalen. De meeste mensen die vandaag nog sterven aan een klimaat-gerelateerde oorzaak, beschikken domweg niet over goedkope en betrouwbare fossiele energie.

Goedkope energie maakt rijk
Het zijn ongelooflijke cijfers die haaks staan op de rampscenario’s die ons dag in dag uit worden voorgehouden. Niet alleen vormen ze een nuchtere relativering van de gevaren die dreigen door de klimaatverandering. Ook waarschuwen ze tegen al te drastische stappen ‘de-carboniseren’ van de wereldsamenleving. Goedkope en betrouwbare energie uit kolen, olie en gas heeft landen als Nederland rijk en veilig gemaakt. Straatarme landen als Malawi moeten deze kans ook krijgen. Zelfs al dragen ze daardoor bij aan de verandering van ons klimaat.

Ralf Bodelier is journalist en oprichter van het Wereldpodium

Dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad (5 augustus 2015), het Eindhovens Dagblad (6 augustus) en Tubantia (15 augustus)

Dwang bij vaccineren schaadt kinderen nog meer

Publicatiedatum: 16 juli 2015

479px-Wellcome_polio_vaccine_Wellcome_L0033971De VS, Australië en Israël willen álle kinderen inenten. Ongevaccineerde kinderen zijn niet langer welkom op school of krijgen geen kinderbijslag. Goed doel, slecht plan, vindt Marga van Zundert

De meeste ouders zijn verstandig en laten hun kinderen inenten tegen bof, mazelen, polio en nog een reeks kinderziektes. Zo zijn jonge kinderen beschermd tegen akelige complicaties als hersenschade of verlamming. Een klein deel van de ouders beslist anders. Zij hun laten kroost niet prikken vanwege hun geloof, angst voor bijwerkingen of de vreemde overtuiging dat kinderziektes doormaken natuurlijk is.

Moeten we deze kinderen niet beschermen tegen hun ouders? Is een vraag die telkens opborrelt. Recent in Spanje bijvoorbeeld waar een 6-jarig niet-ingeënt jongetje difterie kreeg. De medicijnen voor de inmiddels exotische ziekte moesten met spoed uit Rusland komen, maar konden zijn leven niet meer redden. En onlangs ook discussie in Duitsland nadat in Berlijn een peuter aan mazelen bezweek.

In de VS is verplicht vaccineren nu een hot onderwerp. Maar niet uit bezorgdheid over ongevaccineerde kinderen. Daar gaat het vooral om de veiligheid van kinderen van ouders die juist wél willen inenten. Niet-gevaccineerde kinderen zijn een gevaar, stellen zij. Want baby’s die te jong zijn voor een prik lopen onnodig risico door hen. En dat geldt nog extra voor kwetsbare zieke kinderen met immuunproblemen of leukemie die daarom (nog) niet mogen worden ingeënt.

Zij winnen het debat: ongevaccineerde kinderen mogen in Californië straks niet meer naar school. En ook andere landen nemen maatregelen in belang van de volksgezondheid. Australië en Israël gaan ouders die niet vaccineren bijvoorbeeld korten op hun kinderbijslag. De discussie waait ongetwijfeld binnenkort over naar Nederland waar iemand zich hard zal gaan maken voor vergelijkbare maatregelen. Een slecht idee. Want het doel mag mooi zijn, de middelen deugen niet. Ongevaccineerde kinderen zijn straks extra de dupe.

Klinkklare successen

Dankzij inentingen is difterie een zeldzame ziekte geworden in het westen. En dat geldt ook voor de bof, mazelen en rode hond. De pokken zijn zelfs wereldwijd verdwenen, polio bijna. Vaccinaties tegen deze gevaarlijke ziektes redden al decennialang vele kinderlevens. Maar ondanks alle klinkklare successen blijft ook in Nederland zo’n vijf procent van de ouders tegen inentingen. Vooral op de zogeheten Bijbelbelt, het lint van Zeeland tot over de Veluwe, zijn plaatsen waar minder dan 90 procent van de kinderen is ingeënt om religieuze redenen.

De kleine groep ongevaccineerde kinderen loopt gelukkig weinig risico in Nederland. Zij profiteren van het feit dat kinderziektes zich niet goed kunnen verspreiden juist omdat veel anderen ingeënt zijn. Toch was er in de winter van 2013-2014 op de biblebelt een mazelenepidemie met 2600 ziektegevallen. Eén kind stierf. En volgens de statistiek zullen twee of drie kinderen blijvende hersenschade overhouden.

Voor een ongevaccineerd kind is het dus veiliger om in Brabant (>95 % ingeënt) te wonen dan in Zeeland. Dat geldt ook voor jonge kinderen met een immuunziekte of leukemie, en baby’s die nog te jong zijn voor een inenting. En eigenlijk voor iedereen. Want ook wie gevaccineerd is, kan de bof of mazelen krijgen, vooral ouderen en zieken. Dankzij de inenting verloopt een infectie overigens meestal zonder grote problemen.

Isoleren640px-Child_vaccine

Wanneer iedereen ingeënt is, is een land dus ongetwijfeld een veiligere plek voor kinderen. En dat is een boodschap die uitgedragen moet worden. Maar ouders die besluiten hun kind niet te laten inenten doen dat zelden uit onwetendheid. Zij hebben de diepe overtuiging dat een vaccine meer kwaad doet dan goed. Wat doen zij als de schooldeur dicht gaat voor hun kinderen? Toch inenten? Nee, deze ouders zullen een eigen school oprichten of thuis les gaan geven. En ze zullen bij familie en gelijkgestemden aankloppen voor hulp als de kinderbijslag wegvalt of desnoods in armoede leven. Ze zullen zich extra onbegrepen voelen en niet gerespecteerd. En ze zullen zich nog meer richten op de kleine gelijkgestemde kring van kennissen en familie. De kinderen zullen niet veiliger zijn voor kinderziektes, maar ook ongevraagd geïsoleerder raken, met minder kans op een goede opleiding en vakanties.

Hoe graag ook een regering al haar kinderen wil beschermen. Gedwongen inenten past alleen in enge dictatoriale regimes. En een beetje duwen-in-de-gewenste-richting door schooluitsluiting of boetes is verholen dwang. Zorg voor een verhuisvergoeding voor zieke kinderen die niet geënt mogen worden. Maar ontneem ongevaccineerden kinderen niet hun school en laat ze niet opgroeien in armoede. Ze lopen al een gezondheidsrisico, zo beperk je hun kansen nog meer.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur van het Wereldpodium. Haar kinderen zijn ingeënt.

Dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad (14 juli 2015), het Eindhovens Dagblad en Limburgs Dagblad/De Limburger (17 juli)

Meer wolkenkrabbers graag

Publicatiedatum: 6 juli 2015

JakartaSkylineSteden zijn uitstekend voor mens en milieu, betoogt Ralf Bodelier. Overheden moeten mensen dan ook stimuleren om naar de stad te gaan.

De komende 50 jaar groeit de wereldbevolking van zeven naar tien miljard mensen. Dat is een toename van 42 procent. Waarschijnlijk zal het ons weinig moeite kosten om rond 2065 nog eens drie miljard mensen van energie te voorzien, te voeden en te huisvesten. De afgelopen vijftig jaar steeg de wereldbevolking al van drie miljard naar zeven miljard. Dat was een bevolkingstoename van 133 procent. En die toename deed ons, wereldwijd, meer goed dan kwaad. Verrekend met de inflatie, verdient de gemiddelde wereldburger vandaag drie keer zoveel geld als in 1965. Ook wordt de gemiddelde wereldburger vandaag dertig procent ouder dan in ’65. Tegelijkertijd daalde de kans met zestig procent dat zijn jonge kinderen sterven. Hongersnood komen nog maar zelden voor en ‘structurele honger’ zakte wereldwijd van vijftig naar tien procent.

In grote delen van de wereld profiteerde ook het milieu. Ondanks uitdagingen als de klimaatverandering, het verdwijnen van soorten en de verzuring van de oceanen, zijn we in veel opzichten en stuk beter af dan in 1965. Ook in de tijd dat we nog maar met drie miljard mensen waren, veranderde het klimaat, verdwenen er soorten en verzuurden de oceanen. Maar toen woonden we, met name in het Westen, ook nog eens in rokerige steden. Onze rivieren waren vervuild, onze bossen stierven en stonden we op het punt de walvis uit te roeien. De afgelopen vijftig jaar zijn deze problemen vrijwel verdwenen. Miljoenen walvissen zwemmen weer door de oceanen en de rivieren zitten weer vol vis. In Nederland groeide het bosoppervlakte met vijftig procent en is de lucht een stuk schoner dan in 1900. Grote delen van onze planeet zijn al drie decennia bezig te ‘vergroenen’. Zelfs in ons drukbevolkte land geven we vandaag oude landbouwgebieden ‘terug aan de natuur’.

Mumbai_NightMet zeven miljard mensen in 2015 zijn we beter af dan met de drie miljard uit 1965. Dat we in die halve eeuw zo sterk vooruit gingen, valt onder meer te danken aan het feit meer dan de helft van de wereldbevolking in steden ging wonen. Want in de stad worden problemen benoemd en bediscussieerd. In steden, en niet in de wildernis, worden nieuwe oplossingen bedacht, ontwikkeld, uitgewisseld en in de praktijk gebracht. Steden trekken de vooruitgang. Wereldwijd zijn stadsbewoners dan ook een stuk gezonder, rijker en slimmer dan plattelanders. Stedelingen worden ouder, krijgen minder kinderen en zijn vaak nog gelukkiger ook. Uit Azië komen fascinerende berichten dat mensen die van het arme platteland naar een miljoenenstad trokken, zich een heel stuk gelukkiger zijn gaan voelen. En opnieuw profiteert het milieu, ook al zet de groene chic zich nog zo af tegen al dat asfalt, glas en beton. Maar wie leeft in de ‘betonnen jungle’, doet beduidend meer voor natuur en milieu dan wie zich terugtrekt op het platteland. Hoe meer mensen in steden wonen, hoe meer ruimte er overblijft voor planten en dieren. Zo nemen de huidige vier miljard stadsbewoners maar drie procent van het aardoppervlak in beslag. Ook gebruiken stedelingen veel minder energie. De doorgaans forse en vrijstaande huizen in het buitengebied slurpen stroom en gas, vergeleken met de veel kleinere en aan alle kanten ingepakte woningen in de stad. Terwijl de plattelander voor elk pakje boter in zijn auto stapt, neemt de stadsbewoner veel vaker de fiets of het openbaar vervoer. Hoe dichter mensen op elkaar leven, hoe rijker, gezonder, slimmer en gelukkiger ze zijn, en hoe beter het is voor natuur en milieu.

De Nederlandse regering zou er dan ook goed aan doen de verstedelijking van ons land verder te bevorderen. Provinciebesturen zouden beduidend minder geld en aandacht moeten steken in de ‘versterking van het platteland’ dan ze vandaag doen. Stadsbesturen kunnen hun steden compacter en aantrekkelijker maken door nog meer te verdichten en verder de hoogte in te bouwen.

Waarom staan in Breda, Utrecht of Groningen geen wolkenkrabbers? Burgemeester Rob van Gijzel van Eindhoven haalde onlangs weer het begrip ‘compacte stad’ van stal om zijn gemeente door te laten groeien van 220 duizend naar meer dan 300 duizend inwoners. De toch al ‘slimste regio ter wereld’ wil nog slimmer, gelukkiger en duurzamer worden door meer mensen op minder grond te laten wonen. Van Gijzels idee verdient navolging.

Ralf Bodelier is oprichter van het Wereldpodium. Hij groeide op in Lemiers (Zuid-Limburg, 800 mensen) en woont op dit moment in Blantyre (Malawi, Afrika met 1,2 miljoen mensen).

Dit opiniestuk verscheen half juni in het Nederlands Dagblad, BNDe Stem en het Eindhovens Dagblad

Verbied het ‘bijengif’ niet

Publicatiedatum: 11 juni 2015

BijtjeGrote kans dat de EU ‘bijengif’ gaat verbieden. Maar soms zijn deze anti-insectenmiddelen beter dan de alternatieven, meent Marga van Zundert.

 Zo’n twintig jaar geleden kwam er een nieuw type middelen tegen bladluis, witte vlieg en andere lastige insecten op de markt. Niet alleen het middel was nieuw, maar ook de manier waarop landbouwers het gebruiken. Het gif wordt vaak op het zaaizaad aangebracht. Wanneer het zaad ontkiemt, verspreidt de stof zich door de plant. Het gif komt in wortels, stengel, bladeren en zelfs in het stuifmeel terecht. Zo is mais of een aardbeienplantje een groeiseizoen lang beschermd.

Voor telers is dit ideaal. Ze hoeven zich niet meer druk te maken over mogelijke plaaginsecten. En omdat sproeien niet meer nodig is, is het ook beter voor hun gezondheid. Geen wonder dus dat deze middelen in korte tijd populair zijn geworden. Wereldwijd én in Nederland zijn ze het meest gebruikte anti-insectenmiddel. De officiële naam luidt overigens neonicotinoïden. Zoals de naam zegt, lijken ze op het nicotine dat we kennen uit sigaretten. En niet alleen akkerbouwers gebruiken ze, ook het antivlooienmiddel voor uw kat of hond bevat vaak een neonicotinoïde.

Maar de nieuwe middelen doden helaas niet alleen lastige beestjes. Ze verlammen zenuwen, en de zenuwcel van het ene insect verschillen biochemisch niet wezenlijk van die van een ander insect (of die van de mens). Vlinders, hommels, loopkevers sterven ook door het gif. Maar het gif is ooral in het nieuws vanwege de bij. Een kwart van de bijenvolkeren verdween sinds 1985. Deze bijensterfte is niet alleen te wijten aan de neonicotinoïden, maar ook aan de varraomijt en aan het verdwijnen van natuur en teeltvariatie waardoor de bij verhongert.

Al jaren voeren industrie, wetenschappers en milieugroepen een verhitte discussie of en hoeveel de neonicotinoïden bijdragen aan de bijensterfte. Petities als ‘Stop de bijensterfte’ hebben duizenden ondertekenaars. En uit een recente opiniepeiling bleek dat driekwart van de Nederlanders een verbod wil. Twee jaar geleden ging al een tijdelijk verbod in voor gewassen zoals mais en koolzaad. Nu lijkt een Europees totaalverbod nabij. Zo’n verbod is misschien goed voor de bij, maar schiet zijn doel voorbij. Want bij spaarzaam gebruikt, zijn de neonicotinoïden nuttig en waarschijnlijk beter voor mens en milieu dan alternatieven.

WapenwedloopCrop_spraying_at_Rulesmains_Farm,_Duns_-_geograph.org.uk_-_1565950

Insecten verslaan op termijn elk bestrijdingsmiddel. De beestjes die weerbaarder zijn overleven en vermenigvuldigen zich. Hoe vaker en hoe meer een middel wordt gebruikt, hoe groter de kans dat er ongevoelige insecten opduiken die de oogst toch oppeuzelen. Om voor te blijven lopen in de eeuwige strijd tegen plagen, is het dus taak verschillende middelen voor handen te hebben, en af en toe een nieuw middel. Dan krijgen insecten, bij spaarzaam gebruik, niet de kans resistent te worden.

Toch zijn de neonicotinoïden niet spaarzaam gebruikt. Integendeel. Door het zaad te behandelen nemen boeren het zekere voor het onzekere. Of er nu wel of geen plaag komt, het gif komt in de plant én bodem. Het waait met het stuifmeel weg en stroomt met het regenwater naar sloten. Jaar in, jaar uit. Vooral in het Westland wordt de oppervlaktewaternorm regelmatig fors overschreden. Maar ook in de Brabantse boom- en aardbeienteelt zijn de stoffen geliefd.

Verbieden we alle neonicotinoïden, dan zal een deel van de boeren teruggrijpen op oudere, minder efficiënte middelen met meer gezondheidsschade voor mensen. Anderen zullen nieuwe middelen uitproberen met nog onbekende milieueffecten. De industrie heeft ze al in de etalage gezet. Maar belangrijker nog: er is er weer een middel minder om plagen te bestrijden terwijl de landbouw met de groeiende wereldbevolking méér zal moeten produceren.

Slimmer gebruiken

Slimmer is het om het preventief gebruik van de neonicotinoïden (en alle andere insectenmiddelen) te verbieden én streng rekening te houden met de nu bekende milieueffecten. Dus géén neonicotinoïden in de buurt van kwetsbare vlinder- of bijenpopulaties. Een verbod op preventief gebruik is ook logisch omdat de EU sinds 2014 gif als laatste redmiddel ziet bij plagen. Het zal akkerbouwers stimuleren om zich echt te verdiepen in niet-chemische methoden. Om bijvoorbeeld samen te werken om plaaginsecten in de regio vroeg te signaleren en afspraken te maken over wisselteelt. Want wanneer de maisboorder niet elk jaar mais vindt, blijft de populatie klein.

Laten we niet ontkennen dat de neonicotinoïden efficiënte insectendoders zijn. Zelfs het beruchte DDT is soms nuttig. In zuidelijk Afrika is dit een efficiënte middel tegen de malariamug en redt jaarlijks tienduizenden levens. Daar is de uitzondering op de regel ‘nooit gebruiken’ terecht. Zorg dat ook het bijengif een allerlaatste optie is. Verbied ze niet, maar verbied preventief gebruik. Dan blijven de bijen vliegen en de boeren oogsten.

 Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur bij het Wereldpodium.

Dit opiniestuk verscheen in BN/De Stem (30 mei) en Nederlands Dagblad (2 juni).

Stop geknabbel aan de vrijheid

Publicatiedatum: 3 mei 2015

MakeLoveNotWarPosterOp 5 mei vieren we zeventig jaar vrijheid. Maar Nederland staat op het punt uit de top 10 te duikelen van meest vrije landen.

(opinie bij Sporen van Oorlog: Herwonnen vrijheid – zolang het duurt, 3 mei, 20.30u, De Nwe Vorst)

Zeventig jaar geleden won Nederland haar vrijheid terug. De Duitse bezetters werden verslagen en vrijheid en democratie keerden terug. In de decennia die volgden, groeide en bloeide onze vrijheid. Kinderen kregen de vrijheid om te gaan studeren. De toekomst was niet meer uitgetekend wanneer je vader boer of mijnwerker was. Jongeren kritiseerden hun ouders. Studenten discussieerden met hun docenten. Katholieke meisjes trouwden met protestante jongens. We luisterden nieuwsgierig naar de Bagwan en Hare Krishna, en experimenteerden met drugs. Getrouwde vrouwen namen de vrijheid om weer te gaan werken en bevrijdden zich op het strand van hun bh. Homo’s voelden zich vrij om uit te kast te komen. Ongeneeslijk zieke mensen kregen de wettelijke vrijheid tot euthanasie. We maakten ons soms zorgen, maar vonden vrijheid een groot goed.

Hoe anders is de sfeer nu. Natuurlijk zijn we nog steeds voor democratie, voor vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en voor de vrijheid om je leven naar eigen goeddunken in te richten. Maar vrijheid kent haar grenzen, vinden we. Door veel kleine restricties zijn we bezig om zeventig jaar vrijheid terug te draaien. Nederland daalt op de internationale vrijheidsladder van The Economist. In 2006 hoorden we nog bij de top 3, inmiddels staan we nog maar net in de top 10. En we knabbelen vooral aan de burgerlijke vrijheden.

Protocollen en regels

Vrijheid van beweging? Sinds 2005 is iedereen ouder dan 14 jaar verplicht zich te kunnen legitimeren. En verzamelt het stadhuis vingerafdrukken bij elk paspoort. De politie moet altijd en overal kunnen controleren wie we zijn, een regel die we alleen kende ten tijde van de Duitse bezetting. Tot in de jaren ’80 was een algemene identificatieplicht onvoorstelbaar. Vandaag zetten we er zelfs geen vraagtekens bij.

Vrijheid van godsdienst? Koran en Bijbel, kruisbeelden en hoofddoeken worden of zijn volledig uit openbare ruimtes verbannen. Want de vrijheid van godsdienst beleven we maar thuis. Van deur tot deur trekkende Jehova’s getuigen, biddende moslims op straat of de bouw van een nieuwe tempel om de hoek ervaren we eerder als een provocatie dan als een compliment voor onze vrijheid.

Vrijheid van meningsuiting? Cartoonisten en cabaretiers doen steeds vaker aan zelfcensuur om zich te beschermen tegen extremistische moslims. Joden durven niet meer met een keppeltje de straat op. Leraren durven het in klassen nog maar amper over liefde of homoseksualiteit te praten.

Vrijheid van vereniging? Tegen de Hells Angels en extreemrechtse politieke partijen werden rechtszaken gevoerd. Een verbod is nog niet gelukt, maar dat gebeurde wel met de veel zwakkere pedoclub Martijn. Wat je ook van dergelijke verenigingen vindt, met zo’n verbod is de vrijheid van vereniging, zoals neergelegd in de Grondwet en internationale mensenrechtenverdragen, niet langer gegarandeerd.

Het recht op privacy? Op veel straathoeken hangt een permanente veiligheidscamera. Onze gezichten worden talloze keren per dag opgenomen en bekeken. Zonder duidelijke redenen wilde de wetgever dat ons bel- en surfgedrag lang bewaard zou blijven. Er moest een rechter aan te pas komen om die wet buiten werking te stellen.

Het recht op een gezin? Niet voor de vele verscheurde gezinnen, waarvan kinderen of buitenlandse partners terug moeten naar hun land van herkomst. De staat scheidt moeders en kinderen, mannen en vrouwen uit angst voor profiteurs.

Vrijheid van beroep? Voor wie zich aan de vele protocollen houdt. Veel beroepen, van de zorg en het notariaat, tot de wetenschap en het leraarschap zijn gereduceerd tot een serie gestandaardiseerde en officieel gereguleerde handelingen waarin vakmanschap of menselijke interesse het heeft afgelegd tegen controleerbaarheid en efficiency.

Angst en wantrouwen

Waarom krimpen al deze vrijheden? Angst en wantrouwen lijken de belangrijkste aanjagers. Angst voor onveiligheid. Wantrouwen tegenover anderen. logo-4-en5-meiIemand zonder baan is geen werkzoekende, maar een steuntrekker. Buitenlandse bruiden zijn niet verliefd, maar profiteurs. Vrije seks is vooral gevaarlijk. Een leraar die zélf zijn lessen maakt? Volstrekt onverantwoord, misschien wel gevaarlijk, en in ieder geval niet efficiënt. Is dat zo? Met elke nieuwe geschreven of ongeschreven regel offeren we vrijheid op. Om een doel te bereiken dat per definitie onbereikbaar is: absolute garantie op een ongeluksvrij, volkomen veilig leven. Toplanden als het gaat om vrijheid zijn Noorwegen, Zweden en IJsland. Vrijwel dezelfde top als in de geluksindex. In vrijheid is het juist goed leven.

Michel Knapen en Marga van Zundert zijn redacteur van het Wereldpodium

Het Wereldpodium organiseert op 3 mei een debatavond over ‘Herwonnen Vrijheid’ – in Nederland, Iran en Cuba (20.30 uur, NWE Vorst, Tilburg).

Dit opiniestuk verscheen in BN/De Stem (30 april), Brabants Dagblad (1 mei) en Nederlands Dagblad (5 mei).

Poetin is het echte probleem

Publicatiedatum: 10 april 2015

Gesprek_met_Poetin_(9097392157)Het grote gevaar komt niet van Boko Haram of Islamitische Staat, maar uit het Rusland van Poetin. Terecht bestrijden we hem met militaire, politiek en economische middelen. Maar we vergeten de strijd om de hoek, meent Ralf Bodelier

Onder Poetin verandert Rusland in een gevaar voor ons allemaal. Onder Poetin drijft de staatstelevisie op haat, worden critici als vanzelfsprekend vermoord en heeft Rusland lak aan internationale afspraken. Waarschijnlijk eiste Poetins oorlog in Oekraïne al meer dan 50 duizend doden, waaronder de 196 Nederlanders van vlucht MH17. Zijn eerdere oorlog in Tsjetsjenië (1999-2006) kostte het leven aan hetzelfde aantal mensen.

Vandaag zijn we vooral bang voor terreurbewegingen als Boko Haram en Islamitische Staat. Die angst is terecht. Maar het Russische gevaar is vele malen groter. Rusland is een machtige staat en blokkeert vaak besluiten van de Veiligheidsraad. Het Russische leger krijgt dit jaar weer tien miljard dollar méér dan in 2014. En Rusland heeft een fors arsenaal aan kernwapens waarvan Poetin zegt dat hij ze ook wil gebruiken. Rusland moet weer een machtig rijk worden, omringd door vazalstaten zoals eerder in de Sovjettijd. Op dit moment jut Poetin Russische minderheden op in Estland, Letland en Litouwen. Net over de grens met Polen bouwt hij aan een forse legermacht. Massamoordenaars als de Syrische leider Assad voorziet hij ruim van wapens.

Niemand erkent daarentegen ‘Kalifaten’ als Boko Haram en IS. Bovendien verliezen beide terreurbewegingen alweer terrein. Boko Haram is verdreven uit Tsjaad. IS verloor afgelopen maanden een kwart van zijn grondgebied, inclusief de lucratieve oliebronnen waarmee het zijn terreur financierde.

Charisma

Terwijl de islamisten in het Westen vooral steun genieten onder jonge en gemarginaliseerde migranten, groeit de volwassen sympathie voor Poetin. In Duitsland verdedigt de partij ‘Die Linke’ ronduit het beleid van de Russische dictator. De Engelse UKIP-leider Nigel Farage noemt Poetin ‘de wereldleider die hij het meest bewondert’. Marine le Pen, leider van het Franse Front Vladimir_Putin_-_2006National is een uitgesproken sympathisant van Poetin. In ruil ontvangt Le Pen miljoenen euro’s aan leningen van Poetin. In mei 2014 had Poetins propagandazender ‘Russia Today’ ook PVV-leider Geert Wilders te gast. Uitgebreid kreeg Wilders de kans om de Europese Unie onderuit de zak te geven. Allen vallen zij voor het charisma van de man die zich niet alleen keert tegen de Europese Unie maar ook knopen durft door te hakken.

En zo zijn we in onze verhouding met Rusland weer terug in de onzekere periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. Terug in de tijd dat de toenmalige Sovjet Unie zich al even krachtig tegen het Westen begon te richten, kernwapens ontwikkelde en vertelde lak te hebben aan vrijheid en democratie. Het Westerse antwoord was indamming, ‘containment’. De Russische beer moest worden getemd met afwisselend politieke, economische en uiteindelijk militaire middelen. Deze indammingspolitiek uit 1946 lijkt sprekend op de tactiek die ook vandaag weer wordt gevoerd. Ook nu gaat praten hand in hand met economische sancties en militaire dreiging.

Eerlijker en socialer

Maar, containment, zo meende de bedenker van de indammingspolitiek, de Amerikaanse diplomaat George Kennan (1904-2005), moest nóg een element bevatten. Het belangrijkste van alles, schreef hij, is dat wij in het Westen onze eigen kernwaarden weer serieus gaan nemen. Onze democratie, ons respect voor internationale verdragen en onze onophoudelijke inzet voor mensenrechten. Deze waarden, aldus Kennan, zijn uiteindelijk veel explosiever dan alle militaire en economische machtsmiddelen samen.

Ook vandaag redden we het niet met politici, diplomaten en militairen alléén. Wanneer we de strijd tegen onmenselijke regimes zoals dat van Poetin of IS willen winnen, zullen we onze eigen samenlevingen weer eerlijker en socialer moeten maken. En we moeten onze eigen burgers er opnieuw van zien te overtuigen dat we in een democratische rechtsstaat veel beter af zijn dan in een samenleving waarin één man of één groep de dienst uitmaakt.

Meer dan ooit moeten we in debat met radicaal linkse en rechtse bewonderaars van Poetin. Hen moet duidelijk worden gemaakt dat Poetin een probleem is en geen oplossing. En zo’n gesprek over het belang van democratie, vrijheid en mensenrechten begint gewoon om de hoek. Aan de keukentafel, op verjaardagsfeestjes en in de kroeg. Op ROC’s en op universiteiten. Op de opiniepagina’s van kranten en in televisieprogramma’s. De bal ligt echter niet alleen bij onderwijzers en professoren, bij journalisten en politici. Deze bal ligt bij ons allemaal.

 

Ralf Bodelier is oprichter van het Wereldpodium. Op dit moment woont en werkt hij in het Afrikaanse land Malawi. Dit opiniestuk verscheen in BN/De Stem (9 april), Eindhovens Dagblad (4 april), Brabants Dagblad (10 april) en Nederlands Dagblad (7 april).

De wonderen van Malawi

Publicatiedatum: 4 maart 2015

MLWB2010-121De ‘Millenniumdoelen’ lopen op hun eind. De ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen’ komen er aan. Geef deze alle steun, schrijft Ralf Bodelier vanuit het Afrikaanse Malawi. Met de huidige Millenniumdoelen werden immers wonderen verricht.

Malawi, het Afrikaanse land waar ik voor een half jaar woon en werk, is nu officieel het armste land ter wereld. De Wereldbank liet vorige week weten dat de gemiddelde Malawiaan jaarlijks rond de 227 dollar aan waarde produceert. De gemiddelde Nederlander produceert zo’n 51.000 dollar. Nederlanders zijn 225 keer zo rijk als Malawianen.

De officiële werkloosheid in Malawi is 90 procent. Ambulances, politieauto’s of brandweerwagens zie je hier vrijwel nooit. Minder dan 10 procent van de bevolking beschikt over elektriciteit. In de stinkende, overvolle zalen van de grote staatsziekenhuizen delen stervenden eenzelfde bed. Malawiaanse ziekenhuizen zijn een hel.

Malawi zelf is dat allerminst. Malawi is een overrompelend land. Het is uitbundig, hartelijk en goedlachs. Ondanks de abjecte armoede is er relatief weinig criminaliteit. Ritsel op zondagmiddag een accu, een luidsprekerbox en een mp3-speler en iedereen, van peuter tot oma, staat onder de zon te dansen. Hoe dramatisch hun leven ook is, de meeste Malawianen maken er het beste van.

60 cent per dag

Bovendien is er nóg een verhaal over Malawi te vertellen. En dat is het verhaal over de enorme vooruitgang die de afgelopen jaren werd geboekt rond de ‘Millennium Ontwikkelingsdoelen’, het wereldwijde streven om het leven van straatarme mensen in landen als Malawi sterk te verbeteren. Dat gebeurt met veel ontwikkelingshulp. Ook Nederlanders betalen daar aan mee. Via onze belastingformulieren steunen wij met gemiddeld 60 cent per dag het bereiken van de Millenniumdoelen. En in Malawi worden daarmee wonderen verricht.

Acht Millenniumdoelen zijn er, waaronder het halveren van honger en extreme armoede en het halveren van het aantal kinderen dat sterft voor hun vijfde verjaardag. In dit jaar, 2015, moet dat allemaal zijn bereikt. Zeker in het armste land ter wereld zijn niet alle doelen gehaald. Zo lukte het niet om het aantal hongerigen in Malawi te halveren. Wel daalde hun aandeel van 54 naar 30 procent. In harde cijfers betekent het dat bijna vier miljoen Malawianen niet meer met een lege maag naar bed gaan.

Wat wel lukte, is het halveren van de kindersterfte. Rond 1990 stierven in Malawi 250 op de 1000 kinderen. Met name door massale vaccinatiecampagnes, betaald met ontwikkelingshulp, zijn dat er vandaag nog 70 op de 1000. Ook de aidsepidemie is er sterk teruggedrongen. In 2004, op het dieptepunt van de epidemie, overleden meer dan 100 duizend Malawiaanse mannen, vrouwen en kinderen. Zelf verloor ik vijf vrienden en kennissen aan deze ziekte. Vandaag, tien jaar later, telt Malawi 40 duizend aidsdoden per jaar. Dat is een afname van zestig procent. Het aantal besmettingen daalde nog sneller: met bijna tachtig procent. De aidsepidemie een aflopende zaak. Met dank aan vrijwel gratis testfaciliteiten, condooms en aidsremmers, betaald met ontwikkelingsgeld.

Maternal-health-Malawi

Einde aan armoede

Hoe zelfs schandalig arme landen als Malawi erop vooruitgaan, blijkt het beste uit het afnemende aantal kinderen per vrouw. Sinds 2003 daalde dat met 10 procent. Steeds meer ouders beginnen erop te vertrouwen dat hun kinderen niet zullen sterven en besluiten er minder te nemen.

In september van dit jaar weten we precies wat de Millenniumdoelen hebben opgeleverd. Dan besluiten de Verenigde Naties ook over een nieuw pakket maatregelen, die de ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen’ gaan heten. Dat zijn er ditmaal geen acht maar zeventien. Bovendien wordt de strijd tegen armoede nu gekoppeld aan het opvangen van de klimaatverandering en het behoud van ons milieu.

Het hoofddoel van de nieuwe ontwikkelingsdoelen blijft echter het gevecht tegen de armoede. Ging het in de Millenniumdoelen nog om het ‘halveren’ ervan, de duurzaamheidsdoelen spreken radicaal over het ‘beëindigen van armoede, in al zijn verschijningsvormen, overal ter wereld’. In 2030 mag niet één kind meer sterven aan een vermijdbare ziekte. Ook moet in 2030 een volledig einde zijn gekomen aan epidemieën als aids, TBC en malaria.

De nieuwe ontwikkelingsdoelen zullen komende zomer een forse discussie losmaken. Want zo’n ambitieus programma kost handenvol geld. Geld dat ook kan worden ingezet voor doelen dichter bij huis. Maar het is geld waarmee onder de allerarmsten wonderen kunnen worden verricht. Met de Millenniumdoelen werd een forse eerste stap gezet. Met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen kan de klus worden afgemaakt.

Ralf Bodelier is oprichter van het Wereldpodium. Dit opiniestuk verscheen in BN/De Stem (3 maart), Eindhovens Dagblad (4 maart) en Nederlands Dagblad (4 maart).

Patenten doen meer kwaad dan goed

Publicatiedatum: 21 februari 2015

Stribild_bottle_Dutch_labelingPatenten remmen vernieuwing en kosten mensenlevens. Het patentsysteem is compleet ontspoord.

Een patent beschermt uitvinders tegen na-apers. Anderen mogen een nieuw idee de eerste vijf jaar niet kopiëren. Een welverdiende voorsprong voor de briljante bedenker. Dat klinkt sympathiek en eerlijk. Maar inmiddels vragen bedrijven exorbitante bedragen voor hun nieuwe product in de patentperiode. Vooral bij nieuwe geneesmiddelen die het verschil betekenen tussen leven en dood, is dit pure chantage en kost het mensenlevens.

Dat er iets grondig mis is met het patentsysteem, is al sinds de jaren negentig duidelijk. De aidsepidemie was op het hoogtepunt en vaagde in Afrika een hele generatie weg. Een mix van nieuwe virusremmers bleek gelukkig redding te kunnen bieden. De middelen werden versneld op de markt gebracht. Dat wil zeggen in het rijke westen, waar mensen de dure middelen konden betalen. In 2000 stierven er in de VS tienduizend mensen aan hiv/aids, in Zuid-Afrika 2,4 miljoen.

Zuid-Afrika wilde de levensreddende hiv-remmers zelf produceren. Nagemaakt waren ze namelijk weldegelijk betaalbaar. Maar het land werd zwaar onder druk gezet om het patentrecht niet te schenden. Dankzij vasthoudende organisaties als Médicins Sans Frontières en dappere regeringen in India en Brazilië, die de patentregels wel aan hun laars lapten, kon uiteindelijk ook het zwaar getroffen Afrika profiteren van de hiv-remmers.

Chantage

Maar het patentsysteem is sindsdien niet veranderd. Op dit moment strijdt Dokters van de Wereld (Médicines du Monde) voor een redelijke prijs voor een nieuw, levensreddend geneesmiddel. Ditmaal gaat het om een middel tegen hepatitis-C (Solvadi). Het Amerikaanse bedrijf Gilead vraagt tienduizenden euro’s voor een kuur, terwijl de productiekosten rond de honderd euro liggen. Niet alleen ontwikkelingslanden lijden hieronder. Ook in Nederland krijgen alleen de ziekste patiënten het medicijn. Terwijl alle hepatitispatiënten sneller beter zouden worden met minder bijwerkingen.

Geneesmiddelenbedrijven verdedigen de extreem hoge prijzen. Er is veel geld gestoken in onderzoek en ontwikkeling, zeggen ze. Maar voor Solvadi gaat dit nauwelijks op. De werkzame stof is ontdekt met publiek geld door de Universiteit van Cardiff. Gilead kocht het startende bedrijfje dat het middel op de markt wilde brengen. Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt bovendien dat de industrie slechts 1,44 procent van haar budget steekt in echt nieuwe medicatie zoals Solvadi. Onderzoeksgeld gaat vooral naar middelen tegen hoge bloeddruk en cholesterolverlagers. De extra gezondheidswinst daarvan is minimaal, maar de markt groot. En tot overmaat van ramp is de industrie er in geslaagd de patenttermijn voor geneesmiddelen op te rekken tot gemiddeld 14,5 jaar.

Trollen

Een andere overduidelijke ontsporing van het patentsysteem is de opkomst van zogenaamde patenttrollen. Dit zijn juristenkantoren die patentrechtszaken voeren. Ze zijn geen briljante uitvinders, maar kopen patenten. Vooral softwarepatenten die vaag en breed zijn geformuleerd. Vervolgens dreigen ze echte makers met een dure (!) rechtszaak omdat hun product onder het gekochte patent zou vallen. In 2013 vroegen trollen in de VS de meerderheid van de patentzaken aan. Ze richten zich vooral op jonge, kleine bedrijven voor wie faillissement dreigt bij een grote rechtszaak. Ook dat lijkt opnieuw op pure chantage.

Ook arme landen lijken nu slachtoffer te worden van trollen. Het bedrijf AlphaCap Ventures eist voor de rechter een vergoeding van crowdfunding platforms. Dat zijn websites die geld inzamelen onder gewone burgers, meestal voor een nobel doel. AlphaCap beweert patent te hebben op het idee ‘crowdfunding platform’ en eist geld voor elke website.

Patentvrij

Wat te doen met het ontspoorde patentsysteem? Joseph Stiglitz, Nobelprijswinnaar in de economie, heeft een helder antwoord: afschaffen! En hij is zeker niet de enige met dit idee. Tesla-directeur Elon Musk gooide afgelopen zomer alle patenten op straat om de ontwikkeling van de elektrische auto te stimuleren. “Een patent geeft geen bescherming, maar is iets waar een gewiekste advocaat een slaatje uit wil slaan.” Nederland heeft de stap al eens gezet. In 1869 schafte het liberale kabinet Van Bosse-Fock alle patenten af (tot 1912). Dat leidde onder meer tot de geboorte van Philips. ‘Het octrooi bevordert noch de ware belangen van de Nijverheid, noch het algemeen belang’, schreef het Staatsblad bijna 150 jaar geleden. Dat geldt nu opnieuw.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en hoofdredacteur van het Wereldpodium. Dit opiniestuk verscheen in het Nederlands Dagblad (19 feb.), BN/De Stem (21 feb.) en Eindhovens Dagblad (27 feb.)

 

Op een WK in Qatar valt niets te juichen

Publicatiedatum: 18 november 2014

qatarQatar organiseert het WK in 2022. Zelfs FIFA-baas Blatter noemt dit inmiddels een grote vergissing. Help mee om het af te blazen, betoogt Marga van Zundert.

Ik ben een van de miljoenen Oranjefans. Een WK is een feest. Ik zat deze zomer op het puntje van mijn stoel bij elke rush van Robben in Brazilië. En ik kan de bizar mooie goal van Van Basten op het EK’88 nog uittekenen. Maar het vooruitzicht van een WK in Qatar ontneemt al mijn voetbalplezier. Hoe kan ik kijken naar wedstrijden in een stadion waarvoor honderden arme Oost-Aziatische bouwvakkers zijn gestorven?

Slaven

In het schatrijke emiraat Qatar heerst emir Tamim bin Hamad bin Khalifa Al Thani. Een voetbalfanaat die als kroonprins in 2010 het WK van 2022 wist binnen te slepen. Dat lijkt niet volgens de regels te zijn gegaan. Qatarees en toenmalig vicepresident van de internationale voetbalbond FIFA Mohammed bin Hamman zou een geheim miljoenenfonds hebben opgezet waarmee officials zijn omgekocht. Dat geld was geen probleem voor een land dat jaarlijks een slordige 50 miljard euro overhoudt op de begroting. De FIFA publiceerde deze week eindelijk een samenvatting van een onderzoeksrapport naar de corruptie. Daarin wordt Qatar vrijgepleit. De onderzoeker noemde de samenvatting echter meteen onvolledig en ‘vol fouten’.

Een voetbalfeest kopen is fout, toch is dat zeker niet het grootste bezwaar tegen een WK in Qatar. Dat is de slavenarbeid. Vakbond FNV bezocht onlangs de bouwplaatsen om de aanhoudende verhalen over misstanden zelf te onderzoeken. Bij terugkomst klaagde de bond Qatar direct aan bij het Internationale Hof van Justitie. Er blijken nu al, acht jaar voor de aftrap van het WK, honderden bouwvakkers omgekomen. De stadions in het woestijnland krijgen klimaatbeheersing, maar de bouwvakkers werken door bij temperaturen van meer dan 40 graden. Velen sterven aan een hartinfarct door uitputting en uitdroging.

Goede kans dat voor elk stoeltje waarop straks een Oranjefan zit, een bouwvakker uit Nepal, de Filipijnen of Bangladesh is gestorven. Want zelf staan de Qatarezen niet op de steigers. De 400 duizend oorspronkelijke bewoners zonnen dankzij hun oliedollars op luxe jachten, reizen rond met privéjets of verblijven in airconditioned paleizen.

Gevangenis

De gewone arbeider in Qatar is arm en rechteloos. Qatar kent geen minimumloon, geen Arbo regels en vakbonden zijn verboden. De gastarbeiders zijn allemaal toegewezen aan een ‘sponsor’ (hun Qatarese baas) die bepaalt waar en hoeveel iemand werkt. Zonder de toestemming van de sponsor is vrij reizen of vertrekken niet toegestaan. De Nepalese ambassadeur in Qatar omschrijft het emiraat als een “open gevangenis”. Het land is niets meer of minder dan een middeleeuwse feodale dictatuur.Qatar2022logo

Zelfs de omstreden, 78-jarige, oerconservatieve FIFA-baas, Sepp Blatter, is geen fan meer van het WK in Qatar. Maar niet vanwege de slavenarbeid. Hij vertelde Noorse officials bij een informele ontmoeting dat het WK zal worden afgeblazen omdat het emiraat de strijd van IS in Syrië financiert. Toen dit in het nieuws kwam, herhaalde de FIFA echter meteen haar officiële standpunt: het WK in Qatar “gaat gewoon door”. Het WK afblazen zou de organisatie wellicht failliet maken door de schadeclaims van een diep gekrenkte Emir.

Geen voetbal-Bono

Voor de FIFA telt enkel geld. En van de voetballers zelf valt niet veel protest te verwachten. Onder topvoetballers is helaas nog nooit een Bono of Clooney opgestaan. Tijdens de ‘Bid’ in 2010 trad Ronald de Boer tegen forse betaling zelfs op als ambassadeur van Qatar. Volgens hem staat ons een ‘perfect georganiseerd WK’ te wachten.

2022 klinkt ook nog ver weg, maar elke dag vallen er nu al slachtoffers. Laat van u horen wanneer voor u niet alleen de knikkers tellen. Stuur de KNVB een protestmail. Teken de petitie ‘Geen WK in Qatar’ op petities.nl . Like de Facebookpagina ‘Against World Cup in Qatar’. En zeg het voort.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist, voetbalfan en redacteur bij het Wereldpodium.

Dit opinieartikel verscheen in BN/De Stem (14 november), Eindhovens Dagblad (15 november), Nederlands Dagblad (18 november) en Brabants Dagblad (19 november)

We moeten het weer hebben over onze idealen

Publicatiedatum: 13 november 2014

Onze strijd tegen Islamitische Staat, is een strijd van idealen, waarden en ideeën, meent Ralf Bodelier. En die strijd start in ons onderwijs.

Bored students in algebra classVanzelfsprekend kan ‘Islamitische Staat’ worden verslagen. De amper 20 duizend amateursoldaten, gerekruteerd uit maar liefst 80 landen, zijn uiteindelijk geen partij voor de machtige coalitie met hun commando’s, inlichtingendiensten, F16’s en tomahawks. En dat geldt desgewenst ook voor Boko Haram, voor Al Shabaab, voor Jabhat al-Nusra en al die andere islamitische terreurgroepen. Maar een militaire overwinning zal van korte duur zijn. Uit de as van IS of al-Nusra zullen weer nieuwe organisaties verrijzen. Deze zullen opnieuw duizenden strijders uit tientallen landen aantrekken. Ook zij zullen vele duizenden de dood injagen. Deze wereldwijde sympathie voor IS is niet alleen levensgevaarlijk. Ze zou ons ook aan het denken moeten zetten.

Wat is er toch in de meer dan 4000 jonge, Europese moslims gevaren dat ze huis en haard verlaten om te vechten voor IS? En wat is er gebeurd met vele honderdduizenden moslims die deze stap niet zetten, maar wel bewonderend naar deze strijders opkijken? Waarom zijn wij er niet in geslaagd om onze landgenoten te overtuigen van idealen als vrijheid van godsdienst, van mensenrechten, van democratie en respect voor andersdenkenden?

Ik stel mezelf deze vraag op een avond dat ik mijn dochter op 3-VMBO overhoor voor haar proefwerken Duits en scheikunde. Duits bestaat uit het leren van woorden en naamvallen. En scheikunde uit het van buiten leren van het periodiek systeem. Het is kennis die ze láter, misschien, hopelijk, nodig heeft om een vervolgopleiding te doen, een baan te vinden en een inkomen te verdienen. Maar het heeft weinig te maken met het volle leven hier en nu. Het heeft weinig of niets te maken met het feminisme van actrice Emma Watson, met de Ebola-epidemie, met de humanistische koers van paus Franciscus, met de opmars van ISIS en de verlamming van de Veiligheidsraad. Laat staan dat mijn dochter op school wordt geïnspireerd door idealen over een rechtvaardige samenleving, dat ze wordt aangezet om politiek actief te worden of dat iemand haar meeneemt in de wereld van filosofie, religie, levensbeschouwing, kunst en cultuur.

Ik stel me een leeftijdsgenoot van mijn dochter voor en noem hem Mohammed. Ook hij zit op 3 VMBO, maakt zijn proefwerken Duits en scheikunde en ook in zijn klas gaat het maar zelden over IS, over democratie, over mensenrechten, over Emma Watson of over internationale politiek. Maar op zijn smartphone bekijkt hij filmpjes over het weigeren van donkere jongeren in discotheken. Mohammed weet dat niemand hem een stageplaats of vakantiebaantje zal gunnen. Bij het avondeten hoort hij zijn opa vertellen over de warme saamhorigheid onder moslims en de poëtische schoonheid van de Koran. De God van de Koran denkt niet in kleuren en rassen, zegt hij. Op Al-islaam.com leest Mohammed dat hij kans maakt op het paradijs, hoe vaak hij in Nederland ook wordt afgeserveerd als kutmarokkaan Wanneer hij ‘s avonds naar Al Jazeera kijkt ziet hij hoe Israël de Gazastrook bombardeert. En hoort zijn grootvader uit de koran citeren. ‘O moslim, hier is een jood, kom en dood hem’.

Waartoe voeden wij onze jongeren eigenlijk op? Waarom verplichten wij hen om jaar in, jaar uit naar school te gaan? Doen we dat enkel om hen af te richten voor de arbeidsmarkt? Of willen we hen voorbereiden op een leven als kritische, betrokken en democratische burger? Het antwoord is bekend. Van middelbare school tot universiteit gaat het allang niet meer over waarden, ideeën en idealen. En dat terwijl jonge mensen op zoek zijn naar waarden, verlangen naar nieuwe ideeën en zich maar al te graag willen laten bezielen.

Welke volwassenen, behalve hun ouders, gaan nog wél met jongeren in gesprek? Wie verder vertelt mijn dochter dat het belangrijk is om voor andere mensen op te komen, om politiek actief te worden, naar het journaal te kijken en zich te verdiepen in klimaatverandering en feminisme? Wie pakt Mohammed onder de arm en leert hem over het verschil tussen democratie en tirannie, wie leest hem voor uit Multatuli en neemt hem mee naar het Milieucafé of een raadsvergadering?

Democrats are made, not born, schreef de grote pedagoog John Dewey. Om vrijheid, humaniteit en democratie te kunnen waarderen, moet je op zijn minst weten waarvoor zij een alternatief vormen. Wie geen kennis kan nemen van de grote denkbeelden, dromen en waarden onder de westerse samenleving, kan er zich ook niet bij betrokken voelen. Wanneer het ons niet lukt om ons onderwijs weer op te laden met onze waarden en idealen, kan dit vacuüm worden gevuld met kwaadaardige ideologieën zoals die van het islamitisch terrorisme.

Ralf Bodelier is hoofdredacteur van het Wereldpodium in Tilburg en gaf afgelopen jaar gastlessen op 15 scholen voor middelbaar en hoger onderwijs.

Dit opiniestuk verscheen in het Brabants Dagblad (11 okt.), Limburgs Dagblad/De Limburger (15 0kt.), BN De Stem (16 okt.) en Eindhovens Dagblad (17 okt.)

Blijf Oeganda wijzen op homorechten

Publicatiedatum: 18 september 2014

Peterson SsendiOok gewone Nederlanders kunnen iets doen tegen de wrede Oegandese homowetten, meent de Oegandese journalist en vluchteling Peterson S. Ssendi.

Zeker drie procent van alle mensen zijn homoseksueel. Zo werden zij geboren en zo zullen ze hun leven lang zijn. Toch is er nog een aantal landen waarin homoseksualiteit bij wet is verboden of waar homoseksuelen kans lopen de doodstraf te krijgen. Die landen liggen vrijwel allemaal in de Arabische wereld of in Afrika. Zo zijn in mijn land, in Oeganda, de laatste vijftien jaar een aantal harde wetten ingevoerd die het leven van de homoseksuelen erg moeilijk maken. Het gaat voor alle duidelijkheid niet om een verbod op het homohuwelijk of het organiseren van gay parades. Het gaat om het vervolgen, opsluiten of doden van mannen en vrouwen omdat zij mogelijkerwijs tot de 900 duizend homo’s of lesbiennes van Oeganda behoren. Al komt het vaak niet tot een vervolging omdat de politie wegkijkt wanneer buurtbewoners een ‘verdachte homo’ verjagen of zelfs lynchen.

De invoering van de zogenaamde ‘Kill the Gays Bills’ is het gevolg van jarenlang haat zaaien door een groep fundamentalistische Amerikaanse christenen. Sinds de jaren ’90 vertellen zij de Oegandese bevolking dat je geen christen kunt zijn en tegelijkertijd homo. En dat je als christen homoseksualiteit niet kunt toestaan. Zelfs de machtige Rooms-Katholieke kerk in Oeganda onderschrijft deze wrede anti-homowetten en ontslaat priesters die homoseksuelen in bescherming nemen. Daarmee zondigt de Oegandese katholieke kerk tegen de officiële katholieke leer die ‘elke schending van de mensenrechten van homoseksuelen’ verwerpt.

De homofobie is inmiddels zo ernstig en wijdverspreid dat geen enkele Oegandese politicus het nog waagt er tegenin te gaan. Wie dat wel doet, delft zijn politieke graf. Bovendien loopt hij grote kans zelf van homoseksualiteit te worden beschuldigd. Ook president Yoweri Museveni van Oeganda weet maar al te goed dat homoseksualiteit aangeboren is en dat je zowel homo als christen kunt zijn. Maar omdat Museveni in 2016 opnieuw de verkiezingen wil winnen, trekt ook hij fel van leer tegen homoseksuelen en ondertekende vorig jaar de omstreden wetgeving.

Wie een verschil zouden kunnen maken, zijn wij, journalisten. Ik probeerde jarenlang aandacht te vragen voor de vervolging van homo’s en lesbiennes in mijn land. Dat kon niet bij het radiostation waar ik werkte. Want, zo luidt de redenering, wie aandacht vraagt voor het lot van homo’s is bezig om mensen aan te zetten tot homoseksuele activiteiten. Daarop startte ik met een website waarop ik probeerde om de angst, de vervolgingen, de martelingen en het in brand steken van homoseksuelen in Oeganda bekend te maken.OegandeseKrantenkop

Vervolgens werd ik bedreigd en moest ik vrezen voor mijn leven en dat van mijn gezin. Nu ben ik erkend vluchteling in Nederland, terwijl mijn vrouw en kinderen nog in Oeganda zitten. Ik voel me verdrietig en machteloos, omdat ik hier veel minder kan betekenen dan in Oeganda. Maar er is één ding dat ik in Nederland wel kan doen. En dat is Nederlanders wijzen op wat er in mijn land gebeurt. Want samen met andere Westerse landen kan Nederland wél iets betekenen voor homo’s in Oeganda. Nederland geeft jaarlijks 23 miljoen euro ontwikkelingshulp aan mijn land, in de hoofdstad Kampala zit een Nederlandse ambassade en er werken veel Nederlandse bedrijven in Oeganda. Zij kunnen druk uitoefenen.

Dat internationale druk werkt, bleek afgelopen maand. Tot ieders verrassing werd de gewraakte ‘Kill the Gays Bill’ plotseling onderuit gehaald door het Oegandese constitutionele hof. De reden die de hoogste rechters aanvoerden, was tamelijk onnozel. Er zouden technische fouten zijn gemaakt in het aannemen van de wet door het parlement. Al snel bleek dat er iets heel anders achter stak. Zo waren een aantal landen, waaronder Nederland, bezig om een deel van hun ontwikkelingshulp aan Oeganda te bevriezen. En er bestond een goede kans dat president Museveni niet zou worden uitgenodigd in het Witte Huis bij een groot diner van president Obama met alle Afrikaanse leiders. Minder geld en een geknakt prestige, dát gaf de doorslag.

Op dit moment is de wrede wet van de baan. Maar opgejut door de fundamentalistische christenen, is het parlement alweer bezig hem opnieuw in te voeren. Omdat in Oeganda zelf elke oppositie tegen de wet ontbreekt, moeten we het opnieuw hebben van u, beste Nederlanders. Alstublieft, vertel uw Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp om druk uit te blijven oefenen op mijn president en mijn regering. Want ook in Oeganda verdienen homo’s en lesbiennes het om in vrijheid en veiligheid te leven.

Peterson S. Ssendi is journalist, blogger en erkend vluchteling. Op woensdag 17 september vertelt hij op het Tilburgse Stadsstrand over zijn ervaringen. De bijeenkomst ‘Avonturiers uit Nood’ begint om 21.00 uur en wordt georganiseerd door het Wereldpodium in samenwerking met Amnesty International.

Dit opiniestuk verscheen op 12 september in het Eindhovens Dagblad en op 17 september in het Brabants Dagblad.

Boze burger gaat niet snel terug naar het stemhokje

Publicatiedatum: 15 maart 2014

320px-StemmenDe meerderheid van de Brabantse kiezers stemt op 19 maart waarschijnlijk niet. Ze zijn niet geïnteresseerd, teleurgesteld of ronduit boos. Wie de verloren stemmen terug wil winnen, moet investeren in echte burgerinitiatieven, stelt Marga van Zundert.

De opkomst op 19 maart kan wel eens de laagste ooit worden. Slechts 42 procent van de kiezers zegt zeker te gaan stemmen. De titel volksvertegenwoordiger voor raadsleden lijkt daardoor niet langer terecht.

Een belangrijk deel van de niet-stemmers is boos, concluderen Nederlandse onderzoekers al jaren. Een derde walgt tegenwoordig zelfs van de politiek. En boze burgers zijn niet alleen in Nederland te vinden. In Parijs brandde de banlieues in 2005. In Duitsland werd in 2011 Wutbürger (‘woedeburger’) het woord van het jaar. In Stuttgart protesteerden toen duizenden tegen een nieuw en miljoenen kostend station. In Engeland stond de politie in datzelfde jaar vijf lange nachten tegenover honderden relschoppers. En zelfs in het kalme  Zweden staken boze jongeren in 2013 auto’s in brand. Zij voelden zich buitengesloten.

Straatinterviews

Waarom is de burger boos? En waarom gaat hij niet meer stemmen? Politici, bestuurskundigen en filosofen spreken over een groeiende kloof tussen burger en politiek, over vervreemding tussen elites en kansarme burgers, over het wegvallen van zuilen en het falen van de verzorgingsstaat.

De niet-stemmer zelf antwoordt korter en krachtiger: ‘heeft toch geen nut’. En daar wil hij het graag bij laten. Want over politiek praten, daar heeft hij al helemaal geen zin in. ‘Er wordt al genoeg gepraat.’

Dat ondervonden wij – het Wereldpodium- toen we de straat opgingen en buurthuizen binnenliepen om niet-stemmers te interviewen. Een kort journalistiek onderzoek om te achterhalen wat hen zou kunnen bewegen om wél te gaan stemmen. Want stemmen zou immers juist de manier moeten zijn om voor verandering te zorgen.

Niet-stemmers waren snel gevonden, waaronder inderdaad de nodige teleurgestelde en boze Brabanders. Praten over hun keuze om op 19 maart thuis te blijven, willen ze echter niet graag. Want ‘zo’n onderzoekje, dat helpt ook niet.’ Toch waren ze bij een kop koffie meestal te verleiden hun hart te luchten.

De boze niet-stemmer heeft vooral geen vertrouwen meer in de politiek en politici. Belastinggeld wordt niet besteed aan de mensen, maar aan een nieuw gemeentehuis of een miljoenen kostende fietsbrug. Aan salarissen en wachtgeld van politici, maar niet aan hulp voor ouderen of de Voedselbank. Polen en Roemenen mogen werken tegen hongerlonen, geen wonder dat er geen banen meer zijn. Verkiezingsbeloften worden niet nagekomen en raadsleden bellen of mailen niet terug. ‘Ze zouden eens een bijstandsmoeder in de raad moeten zetten’.

Doeners

Maar juist de boze niet-stemmer, blijkt vaak maatschappelijk betrokken. Als lid van de wijkraad, als vrijwilliger in het verzorgingstehuis, als bezoeker van gevangenen of als gastvrouw in de ruilwinkel. Het mogen dan geen praters zijn; het zijn wel doeners. En zij zien met lede ogen aan hoe de verzorgingsstaat verloren gaat. Geen bloemschikken meer voor bejaarden, geen scooterritjes voor gehandicapten, maar wel een hogere eigen bijdrage in de zorg voor AOW’ers. Het gaat hen aan het hart, vandaar ook de boosheid.

Wat zou de boosheid kunnen omzetten in politieke actie, in stemmen? Een gesprek met een raadslid? Stemplicht? Stemmen via internet? Een burgeradviescomité? ‘Niets’ luidt het boze antwoord. Tenzij er een nieuwe ‘Pim Fortuyn’ opstaat. Dan gaat hij misschien weer naar de stembus. Het wantrouwen tegen de politiek en het systeem zit diep, blijkt uit de gesprekken. Een middagje folderen of rozen uitdelen op de markt, zal echt geen extra stemmen gaan trekken. Een debat in het wijkcentrum? De niet-stemmer komt niet. Die wil niet praten, en zeker niet met politici.

Daden

Alleen daden kunnen vertrouwen terugbrengen. Niet-stemmers willen graag steun bij initiatieven die zij belangrijk vinden en waar zij vaak vrijwillig tijd in steken. Het gaat dan om buurtpreventie, een speeltuin, de Voedselbank, voorlezen aan ouderen, bingo in het wijkcentrum of een parkeerplek voor de deur. De politicus die zich daarvoor hard wil maken, kan op sympathie rekenen. Maar hij of zij zal ook stevig in de schoenen moeten staan, want argwaan en wantrouwen voeren de boventoon.  Succes is dus niet gegarandeerd.

Maar wie naar het buitenland kijkt, mag wel hoopvol zijn. Na de rellen in de Parijse banlieues kwamen er een tramlijn en een politiebureau. Ook maakte Parijs geld vrij voor stadsvernieuwing en buurtinitiatieven. De opkomst bij de daaropvolgende gemeenteverkiezingen verdubbelde in de voorsteden van 40 tot boven de 80 procent. En de Duitse partij die de ‘stationsprotesten’ in Stuttgart van begin af aan ondersteunde (Bündnis 90/Die Grünen) won de eerstvolgende bondsverkiezingen.

Marga van Zundert is wetenschapsjournalist en redacteur van het Wereldpodium. Het journalistieke onderzoek onder niet-stemmers in Tilburg is te vinden op www.wereldpodium.nu, en is mede uitgevoerd door Ester van Zundert, journalist en schrijfcoach.

 

(Dit artikel verscheen rond 15 maart 2014 in het Eindhovens Dagblad, BN/De Stem en het Nederlands Dagblad)