• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Jacqueline Cramer in Brabants Dagblad: “Aan ons afval valt een dikke boterham te verdienen.”

Ook oud tapijt kan waardevol zijn

Aan ons afval valt een dikke boterham te verdienen. En het is nog goed voor het milieu ook. Maar een duurzame kringloopeconomie hebben we nog lang niet.

Door:  Jacqueline Cramer, directeur van het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid, spreker op de Dag van het Afval. Dit opinieartikel verscheen in het Brabants Dagblad van woensdag 11 mei.

Toen ik onlangs na twintig jaar mijn kelder eens echt goed ging opruimen, wilde ik dat zo milieuvriendelijk mogelijk doen. Waar moest ik beginnen? Eerst heb ik de kringloopwinkel gebeld om alle nog bruikbare spullen mee te nemen. Daarna was de grootste afvalstroom het hout. Ik belde met mijn afvalinzamelaar en vroeg wat zij met gescheiden ingezameld hout deden. „Dat verbranden we”, was het antwoord. Waarom maakt u er geen spaanplaat van, vroeg ik. „Dan moet u een houtrecycler zoeken via internet”, was het antwoord. Dank u, dacht ik en hing op. Ik zocht een houtrecycler, legde het verhaal uit en wilde een container bestellen. Maar weer mis. Ik woonde te ver weg. Een derde telefoontje naar een houtrecycler – dichterbij mijn woonplaats – was wel succesvol. Maar mijn verbazing steeg opnieuw toen ik vroeg: waar wordt mijn hout verwerkt tot spaanplaat? „In Duitsland, mevrouw”, luidde het antwoord. Waarom niet in Nederland, vroeg ik. „Omdat we onvoldoende aanbod krijgen, hebben we weinig verwerkingscapaciteit”, was het antwoord. Vreemd, dacht ik. De man vervolgde: „Maar als u erop aandringt, brengen we het naar een plek in Nederland waar we het wel kunnen verwerken tot spaanplaat”. Ik haalde opgelucht adem. Dit probleem was opgelost. De volgende stap in mijn ‘kelderproject’ waren oude tapijten. Die worden keurig door de gemeente opgehaald, maar van recycling is nog geen sprake. Ook die gaan in de verbrandingsoven. Vervolgens heb ik alles wat metaal was bij elkaar gezocht. Best een aanzienlijke hoeveelheid oude buizen, metalen stoelpoten en elektriciteitsdraden. Ik belde, ook weer via internet, rond naar een metaalhandelaar. “Geen probleem om het bij u te komen ophalen mevrouw”, was het antwoord. “Het levert namelijk aardig wat geld op.” Nu begon mijn kelder toch aardig leeg te raken. Gelukkig was mijn buurman bereid om samen met mij alle oude verfblikken en ander klein chemisch afval weg te brengen naar het gemeentelijk depot. Omdat ik geen auto heb, zou ik dat anders allemaal op de fiets vervoerd moeten hebben. Helemaal leeg is de kelder nog niet. Maar ik heb er wel een flink gat in geslagen.

Cradle-to-cradle
Mijn kelderproject was een behoorlijke inspanning, maar tegelijkertijd erg leerzaam. Waarom bestaat er nog geen dienst of bedrijf dat mijn kelder wil leeghalen en de opbrengst ervan zelf houdt? Dat zou toch lucratief moeten zijn, het is goed voor het milieu en  tegelijkertijd een uitkomst voor de burger.
Ook realiseerde ik me dat we als consument nog heel wat producten weggooien die niet gerecycled worden. We brengen trouw ons glas naar de glasbak, laten het papier ophalen, leveren de batterijen en ander klein chemisch afval in en bellen de gemeente om TV’s, ijskasten en ander bruin- of wit goed te komen ophalen voor recycling. En sinds kort werken consumenten ook mee aan plastic recycling. Maar mijn oude tapijten worden gewoon verbrand in de afvalcentrale. Hoe goed ik ook mijn best deed om deze gescheiden bij de gemeente aan te leveren.
De oplossing is om consumentenproducten zo te ontwerpen dat ze na gebruik weer grondstof worden voor nieuwe producten. Dit principe wordt cradle-to-cradle (van wieg tot wieg) genoemd. Hiermee wordt verspilling van grondstoffen tegengegaan en de kringloopeconomie in praktijk gebracht. Voor deze manier van denken bestond bij veel producenten tot voor kort geen aandacht. Het leek economisch ook niet interessant. Maar dat begint gelukkig te veranderen. Een voorbeeld is het tapijtbedrijf Desso in Waalwijk. Zij produceert nu een cradle-to-cradle-tapijt dat na gebruik gerecycled kan worden. Om deze dienst te kunnen aanbieden, moest Desso een nieuw soort tapijt ontwerpen, dat aan alle eisen van recycling voldoet. Door de consument te garanderen dat het bedrijf het tapijt weer ophaalt na gebruik en recyclet, ontstaat een sterkere klantenbinding. Er zijn meer voorbeelden van nieuwe cradle-to-cradle-producten. Het bedrijf Dutch Spirit maakt kleding van gerecycled materiaal, zoals PET flessen en gerecyclede jeans. Duurder hoeven die producten niet te zijn.
We maken in Nederland vorderingen op weg naar een kringloopeconomie. Maar er moet nog veel gebeuren. Teveel van ons grof huishoudelijk afval belandt in verbrandingsovens. We kunnen meer afval gescheiden inzamelen en als grondstof voor nieuwe producten gebruiken. Maar daarvoor moeten producenten nog hard werken aan juiste ontwerpen en moeten ondernemers het gat in de markt van afval ophalen aan huis nog ontdekken. Pas dan wordt de leuze ‘afval bestaat niet’ werkelijkheid.

Share Button