Sinds het begin van de crisis in 2008, halveerde de prijs van olie. En dat is geweldig nieuws. Voor ons, maar zeker voor mensen ver weg, meent Ralf Bodelier.
Voor klimaatactivisten zijn het sombere tijden. Sinds 2008 daalde de prijs van een vat olie van 150 dollar naar minder dan 70 dollar. Dat betekent dat wind- en zonne-energie relatief duurder worden en er weer meer olie zal worden verstookt. Daarmee pompen we meer CO2 in de lucht en jagen zo de klimaatverandering verder aan. Tot zover het sombere nieuws.
Goed voor ons
Het goede nieuws is dat zo’n lage olieprijs vooral voordelen biedt. Op de eerste plaats voor onze portemonnee. Niet alleen daalt de prijs van benzine aan de pomp, ook daalt of stabiliseert de prijs van vrijwel alles wat we dagelijks gebruiken. Van computers tot bananen, van auto’s tot meubels. Wanneer iets niet ván olie wordt gemaakt, dan wordt het wel mét behulp van olie gemaakt en vrijwel zeker vervoerd met brandstoffen die uit olie zijn gewonnen. Zonder de welhaast oneindige overvloed aan olie hadden we vandaag nog in de 19e eeuw geleefd.
Doorgaans leiden lage olieprijzen tot economische groei. Want hoe meer de olieprijs daalt, hoe goedkoper ons leven wordt en hoe meer geld we over houden voor een nieuwe jas of een extra vakantie. Dat is geen goed, dat is zelfs uitstekend nieuws.
Goed voor de armsten
In veel sterkere mate geldt dat voor ontwikkelingslanden. De meeste arme landen beschikken zelf niet over olie maar moeten die van buiten halen. En omdat de olieprijs een wereldprijs is, betalen ze dezelfde olieprijs als wij. 80 euro voor een volle tank benzine is voor ons al een hoop geld. Voor iemand in Burundi of Sri Lanka is zo’n volle tank vrijwel onbetaalbaar. Feitelijk is alles in arme landen te duur: van kunstmest tot geneesmiddelen, van kerosine tot gymschoenen. En al deze producten worden van of met olie gemaakt. Daarom leidt een dalende olieprijs ook in ontwikkelingslanden tot lagere prijzen. Ook de armsten houden nu geld over voor muskietennetten of schoolgeld voor hun kinderen. Net als in het Westen jagen lagere olieprijzen ook in het Zuiden economische groei aan. Die lagere olieprijs kan er zelfs toe bij dragen dat miljoenen mensen uit hun dramatische armoede worden getild. En dat is, opnieuw, uitstekend nieuws.
Slecht voor Poetin
Dat geldt dus allemaal voor landen die olie importeren. Voor landen die olie exporteren, zijn lagere olieprijzen een stuk minder aangenaam. Aan een vat olie van 75 dollar verdien je immers heel wat minder dan aan een vat van 150 dollar. Daarom zitten de meeste olie-exporterende landen nu met de handen in het haar. Dat geldt niet voor het belangrijkste olieland, Saoedi Arabië. Daar ligt nog zo ontzettend veel en gemakkelijk op te pompen olie onder de grond, dat er zelfs nog flink wordt verdiend op een vat olie van 35 dollar. Wie wel in de problemen komen, zijn de griezelige regimes van Venezuela, Iran en, vooral, Rusland. Door het uitvoeren van olie verdienen zij het geld om hun ontevreden volken onder de duim te houden. En Poetin gebruikt het om andere landen te intimideren en onder druk te zetten. Wanneer Poetin minder olieroebels ophaalt, zal hij ook minder oorlog kunnen voeren. Waarschijnlijk zal hij zelfs moeten gaan bezuinigen. Dat zal hem een belangrijke deel gaan kosten van zijn populariteit en wellicht ook van zijn macht.
Wegen van voordelen
Blijft de vraag of we de klimaatactivisten gerust kunnen stellen. Dat is lastig. Vooralsnog betekent goedkope olie een hogere uitstoot van CO2. We moeten ons echter afvragen of dat nadeel wel opweegt tegen de voordelen. Tegen het feit dat door een lage olieprijs de kans stijgt dat miljoenen mensen uit hun armoede kunnen ontsnappen, dat naargeestige regimes als in Venezuela, Iran en Rusland sterk worden verzwakt en dat Afrikaanse en Europese economieën stevig wordt opgekrikt. Het klimaat gaat er dan wel niet op vooruit, het leven van vele miljoenen mensen doet dat wel. En wellicht worden in de oplevende economieën van de nabije toekomst wel zulke prachtige uitvindingen gedaan, dat we ons over honderd jaar nog maar amper herinneren waar al die olie ook alweer voor nodig was.
Ralf Bodelier is journalist en hoofdredacteur van het Wereldpodium.
Dit opinieartikel verscheen in het Brabants Dagblad (10 december), Limburgs Dagblad, De Gelderlander en Twentse Courant (11 december), BNDe Stem en Eindhovens Dagblad (13 december).