• Volg ons:
  • Facebook
  • Twitter
  • YouTube

Archive for the ‘2009’ Category

Verslag 30 november 2009: Wereldjournalisten op Koning Willem 2 College

Publicatiedatum: 22 januari 2009

In alle vroegte arriveren Meike de Jong en Ralf Bodelier op het Koning Willem II College aan de Tatraweg 80 te Tilburg. De zogenaamde “millenniumdag/avond” waarvoor de eerste stappen al in juni zijn gezet, kan beginnen.

wereldburgerschap-(4)wereldburgerschap-(13)wereldburgerschap-(15)

Van 8.30 – 10.10 uur, twee lesuren, krijgen de geselecteerde leerlingen uit leerjaar 2 een workshop “interviewen” van Meike en Ralf. Deze eerste groep bestaat voor ruim de helft uit jongens: 7 van de 12! Al snel blijkt dat niet alle afspraken door de collega’s zijn nagekomen: er zijn wat leerlingen bij die meteen aangeven ’s avonds NIET te kunnen komen in verband met ……….
Meike en Ralf hebben de workshop goed voorbereid. Zij zoomen met beelden en feiten in op het land Sierra Leone, op een stukje geschiedenis van het land en op het verschijnsel kindsoldaat. Te beginnen bij de Bijbelse David die Goliath versloeg tot en met Hezbollah en het 20-jarig jubileum van het Internationale Verdrag Inzake de Rechten van het Kind dat landen verbiedt mensen jonger dan 18 jaar te rekruteren.

wereldburgerschap-(18)wereldburgerschap-(21)wereldburgerschap-(22)

Meike leest ook nog een fragment uit “De wil om te doden” van Ginny Mooy voor.
Daarnaast leren de kinderen zogenaamde “open” vragen te formuleren, belangrijk om een gesprek gaande te houden. Én: verlies nooit uit het oog dat je interviewt voor het publiek! Leef je in en stel vooral boeiende vragen.
De kinderen krijgen ook nog wat achtergrondinformatie over de te interviewen gasten. Vervolgens wordt de groep verdeeld in drieën: elke groep bereidt mogelijke interviewvragen voor. Eén groepje vragen voor Hans Eenhoorn, één groepje voor Ginny Mooy en één groepje voor Lansana Juana.

wereldburgerschap-(24)wereldburgerschap-(25)wereldburgerschap-(27)

De groepjes oefenen het interviewen via het rollenspel: Meike en Ralf zijn de te interviewen gasten. De kinderen geven elkaar na afloop van elke ronde feedback. Meike en Ralf observeren goed en maken aan het einde van de workshop bekend welke leerlingen ’s avonds op het podium mogen. Die leerlingen worden in de loop van de middag terug op school verwacht.

wereldburgerschap-(28)wereldburgerschap-(37)wereldburgerschap-(40)

De workshop herhaalt zich nog twee keer:
Van 10.25 – 12.05 uur voor leerjaar 3, nog maar 4 jongens van de 12 leerlingen én van 12.35 – 14.15 uur voor leerjaar 4, met slechts één jongen op 12 leerlingen. De hoge verwachting van de native speaker uit de VS worden niet bewaarheid. De goede observaties van Meike en Ralf leiden tot de volgende selectie:
Lola Vogels uit MU2A: zij durft Lansana te interviewen in het Engels
Bart Ghering uit VT2C: hij durft het eerste deel van de avond te presenteren
Vera Hofstede uit H2A: zij mag Ginny interviewen
Bo Oprinsen uit VT3B: Lansana
Valerie v Duijn uit H3B: Hans Eenhoorn
Marieke Huijbregts uit V3B: Ginny
Layla Alizadah uit H4A: Hans Eenhoorn
Zoë Franz uit V4A: presentatie tweede deel van de avond.

wereldburgerschap-(47)wereldburgerschap-(52)wereldburgerschap-(53)

Bart en Zoë worden van 15.00 – 17.00 uur goed voorbereid op hun presentatie. Zij krijgen een hoeveelheid feitenmateriaal om van buiten te leren naast een robuuste training op de zogenaamde bühne met virtuele microfoon en de plaatjes van de PPP. Meike en Ralf zijn onvermoeibaar en maken de twee nog enthousiaster dan ze al waren. Geweldig!

Vanaf 17.00 uur komen de zes andere leerlingen erbij (Lola blijkt last te hebben van enige faalangst en wil zich terugtrekken. Ellen praat stevig op haar in. Na een kort telefoontje met haar ouders vat Lola toch weer moed….). Onder het nuttigen van broodjes en een cup à soup worden de vragen twee-aan-twee voorbereid. Het blijkt dat de leerlingen ’s middags onder andere in de boeken van Ginny zijn gedoken om zich goed in te leven. Wat een motivatie! Ilse meldt zich met de cadeautjes voor de gasten en ontfermt zich over de techniek. De eerste gasten en de jongens van de Hustle Kidz komen binnen. Allemaal ruimschoots op tijd. Er wordt gewerkt tot de laatste seconde: klokslag 19.00 uur begint Bart met een indrukwekkende opening: de dia met een foto van een kindsoldaat in actie in Freetown. De toon is meteen gezet voor het ongeveer honderd koppige publiek (waar gerekend was op 300…) Bart vervult zijn rol met verve: hij laat zien dat er een verband is tussen armoede en de kans op oorlog, dat éénderde van de kindsoldaten bestaat uit meisjes, dat éénderde jonger is dan 12 jaar en dat éénderde van de kindsoldaten gedwongen wordt. Alle tips van Ralf en Meike brengt Bart in de praktijk!

wereldburgerschap-(55)wereldburgerschap-(56)wereldburgerschap-(60)

Marieke en Vera vragen na een kort filmfragment van “Wit Licht” aan Ginny hoe ze op het idee is gekomen om zich te verdiepen in kindsoldaten. Een asielzoekerscentrum in de wijk waar Ginny destijds woonde blijkt de aanleiding. Marieke vraag naar de aanpak:”Praten, praten en nog eens praten. Aanvankelijk over van alles. Pas later gaan de jongeren vrijwillig vertellen over hun verleden als kindsoldaat. Je moet als buitenstaander eerst het vertrouwen winnen. Als je het vertrouwen eenmaal hebt gewonnen, is het fijn om je hart te luchten tegenover een buitenstaander. Die zal dat niet tegen je gebruiken.” Op verzoek van de leerlingen leest Ginny ook een stukje voor uit haar boek “De wil om te doden.” De leerlingen vragen zich tot slot af of Ginny niet bang was om bijvoorbeeld Generaal Bloeddorst te interviewen. Veel van de voormalig kindsoldaten zien er heel beschaafd uit en Ginny hoorde vaak pas na enige gesprekken over de gruwelijkheden. Een goed interview. Het publiek wordt goed geïnformeerd door het interview. Met name Marieke heeft als interviewster indruk gemaakt op het publiek.

wereldburgerschap-(64)De beurt is aan Lola en Bo. Een korte introductie aan de hand van een filmfragment van “Blood Diamonds”. Lola vraagt in het Engels aan Lansana hoe realistisch de twee filmfragmenten zijn. Lansana reageert erg fel: beide fragmenten zijn niet realistisch en wekken ten onrechte de indruk dat de kindsoldaten alleen maar met gruwelijkheden bezig zijn geweest, terwijl ze in de praktijk hele dagen door de jungle zwierven en bezig waren met overleven. Lansana is zelf op 14-jarige leeftijd vrijwillig het leger in gegaan, na de dood van zijn ouders. Het was voor hem dé manier om zijn leven op te bouwen. Zonder de ervaringen in het leger zou hij hier vanavond niet kunnen staan……. Lansana had een administratieve functie. De kinderen werden in het leger ook aangemoedigd om promotie te maken. Hij geloofde in de strijd. Het regeringsleger werd gezien als een soort burgerwacht: de eigen mensen beschermen tegen de rebellen. En de ergste ervaring? Zoveel! Vooral dat je moed moest tonen. Tegelijkertijd heeft hij nu nog veel vrienden uit die tijd. Voor Lansana heeft het geen impact meer. Hij kan nu alles vergeten, want hij is sinds een paar weken trotse vader van een dochtertje. Lansana wil “Conflicts” gaan studeren: “Wat kunnen conflicten overhoop halen?” Lansana vertelt ook dat hij het fijn vindt dat hij zijn ervaringen met ons mag delen. Nederland en Sierra Leone zijn volgens hem twee totaal verschillende werelden. Hij noemt bijvoorbeeld de aula waarin hij nu staat. Deze is nog luxer dan de omgeving waarin de regering van zijn land vertoeft. Tot slot vraagt Lansana nog aandacht voor de foundation “Mind to change”. Goed werk van Bo en Lola. Alles in het Engels!

Ralf gaat het publiek in: zijn er nog vragen? Jazeker: de opvallendste verschillen tussen NL en SL? Vooral de verschillen tussen de mensen! In SL wacht men niet op zijn beurt om bijvoorbeeld ergens op te reageren. In het openbaar vervoer neemt gewoon iedereen deel aan gesprekken die gevoerd worden. Iedereen bemoeit zich met iedereen in SL. Een oud-leerling, Erwin Boschmans vraagt naar een mogelijke samenwerking tussen ex-kindsoldaten in NL. Is het zo dat vooral de elite, met name de voormalig officieren, gevlucht zijn naar het westen? Men probeert samen te werken met organisaties uit verschillende Afrikaanse landen.

Een intermezzo: optreden van de Hustle Kidz en de ondertekening van het millenniumconvenant door wethouder Gon Mevis en rector Dick te Boekhorst. DOEL: AANDACHT VOOR MONDIALE BEWUSTWORDING!

Zoë komt op: presentatie van het tweede deel van de avond. Ze voorziet het publiek van feiten, cijfers! Weer meer mensen lijden honger, 1 miljard: meer mensen sterven van honger dan aan AIDS, TBC en Malaria samen. Wat kost het? Eén kind, één jaar voldoende te eten kost € 30,–!. Elke zes seconden sterft iemand van honger, Zoë telt…………….. (tegelijkertijd komt Mirjam Vossen met Hans Eenhoorn, de laatste gast, net op tijd, maar met enige hilariteit binnen). Fraaie dia’s en een wervelende presentatie.

Layla en Valerie starten hun interview met Hans Eenhoorn. Dat is helemaal niet zo eenvoudig. Hans Eenhoorn dreigt bijna een monoloog te gaan houden. Hij introduceert zichzelf: 32 jaar Unilever, marketing (het Magnum ijsje). Voorloper op het terrein van MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; neemt deel aan de Global Compact) en onder de indruk van het rapport van de Club van Rome, 1972, nog steeds actueel! Unilever bedrijft al lang duurzame landbouw. Mag de ervaringen na zijn pensioen inzetten voor de UN Taskforce on Hunger. Een drieslag: schoolvoedselprogramma, kinderen volgen onderwijs, door lokale boeren geproduceerd. Lokale boeren worden ook gestimuleerd om te produceren voor de markt.
“Wat doet u in Ghana concreet?” De overheid voorbereiden om het schoolvoedselprogramma te laten slagen volgens het haltermodel: meer kinderen op school, beter gevoede kinderen kunnen beter leren en de kinderen worden gevoed door lokale boeren. Dat was tot nu toe nog nergens gelukt. Nu wel dankzij competente organisatie in Nederland en Ghana. Een platform waarin de ASN-bank, DSM, de Universiteit van Wageningen en TNO participeren. De Ghanese regering werkte ook al aan een voedselprogramma. Daar komt bij dat Ghana relatief democratisch is. Kosten zo’n € 30 mln.
(Hans Eenhoorn refereert nog even aan de term NGO’s en vraagt aan de interviewsters of zij weten wat dat zijn: “Vertelt u het maar”, is de scherpe reactie van Valerie.)
Wat heeft meneer Eenhoorn het meest geraakt? De blijdschap van de bevolking als een project slaagt én de waardigheid die de arme mensen als basiswaarde tonen: als je komt als gast delen de arme families wat ze hebben met je. Men maakt een feest voor de gast!
Is het doel bereikt? Nog niet. In 2010 zouden 1 mln kinderen gevoed moeten worden door 80 % locale productie. Er worden nu 600.000 kinderen gevoed via 25 % locale productie. Oorzaken: corruptie, logistieke problemen. Een oplossing lijkt dichterbij via het betrekken van de Ghanese gemeenschap in NL: de Ghanese diaspora (± 40.000 in NL) geeft meer dan de Nederlandse overheid. Daarbij moeten we ons realiseren dat in NL ongeveer 8 Ghanese koningen wonen. De organisatie schakelt de House of Chiefs in om succesvoller te opereren.
Wat zijn de beweegredenen van meneer Eenhoorn? Als je ooit mensen dood voor je ogen ziet neervallen, raak je écht gemotiveerd.
Layla en Valerie hebben de moeilijke taak, een interview met een ego als Hans Eenhoorn, goed volbracht.

De Hustle Kidz sluiten de fascinerende avond af. Er is voldoende stof tot napraten bij een niet-alcoholisch drankje.

Met dank aan Meike, Ralf, Ilse, de gasten, Jaap Bensing voor de lesbrief Nederlands én de acht leerlingen!
(Jammer dat slechts 100 mensen van deze avond hebben genoten. Wat kan de organisatie nog doen om de aula echt “vol” te krijgen? De Oversteek, interne propaganda, de lessen, de websites, het netwerk van de gemeente, alle hens leek aan dek voor de pr……………….)
Het Brabants Dagblad en het Nederlands Dagblad deden verslag van de avond.
Gilze,
28 december 2009,
Ellen van den Wijngaart- van Helvoirt,
werkgroep wereldburgerschap.

30 november 2009. Wereldpodium over Kindsoldaten – Willem II leerlingen debuteren als interviewer

Publicatiedatum: 21 januari 2009

childsoldiersOp maandag 30 november organiseert het Wereldpodium samen met het Koning Willem II College een bijzondere dag over deze kindsoldaten. Tijdens de lesuren krijgen een aantal leerlingen uit het tweede, derde en vierde leerjaar een speciale training in interviewen. Deze wordt verzorgd door Ralf Bodelier, journalist en presentator van het Wereldpodium en Meike de Jong, presentator bij Omroep Brabant.
(meer…)

15 december 2009. Minder vlees mevrouw, maar weet u ook waarom?

Publicatiedatum: 21 januari 2009

Wat staat met kerst op tafel? Een sappig hertenbiefstukje? Een lekker varkenshaasje? Een malse steak of gevulde kalkoen? ‘Fout’, roept de Club van Rome. ‘Vleesconsumptie leidt tot honger, verlies aan biodiversiteit en klimaatverandering’. De Club wil eieren, een groenteburger of desnoods kip op uw bord. Vegetariërs: ze zijn niet enkel dierenvrienden. Ze zijn de redders der aarde. Denken ze. Maar is dat ook zo?
(meer…)

9 november 2009. Marc van Roosmalen: Held van de Planeet

Publicatiedatum: 20 januari 2009

roosmalenDr. Marc van Roosmalen: Tilburger van geboorte (1947) – Braziliaan van nationaliteit – briljant wetenschapper – belangrijkste kenner van het Amazonebekken dat hij blootsvoets doorkruiste – ontdekker van maar liefst twíntig nieuwe zoogdieren – onvermoeibaar activist voor het behoud van het regenwoud – met de dood bedreigd door belanghebbenden bij illegale houtkap – gedetineerd in een van de beruchtste gevangenissen van Brazilië – op de vlucht voor de Braziliaanse justitie – ondergedoken in Nederland dat weigert hem de status van vluchteling te verlenen – te gast in 013 op 9 november aanstaande. In 2000 riep Time Magazine hem uit tot een van de ‘Helden van de Planeet’. Ook met Daan Wensing, bioloog en bedrijfskundige (verbonden aan IUCN en TripleE) en Prof. dr. Frans Bongers hoogleraar (Landbouwuniversiteit Wageningen), gespecialiseerd in het herstel van tropisch regenwoud. Meer informatie via www.heldvandeplaneet.nl.

‘Marc van Roosmalen: Held van de Planeet’ is het eerste gezamenlijke programma van Tilburg Debatstad. Dit is een samenwerkingsovereenkomst tussen het Milieucafé, het Wereldpodium, het ScienceCafé, Brabant Balie en Studium Generale. De avond wordt opgeluisterd door Flor de Amor: melancholieke en opzwepende muziek uit Latijns-Amerika. De presentatie is in handen van Frans Post (Milieucafé) en Ralf Bodelier (Wereldpodium).

Datum: maandagavond 9 november
Tijd: 20.00-22.30u (ontvangst vanaf 19.30)
Locatie: popcentrum 013 Grote Zaal

1 november 2009. Eerste Peerke Donders lezing

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Feestelijk – Allerheiligen 2009 – Midi-Theater

Commissaris der Koningin prof. dr Wim van de Donk spreekt 1e Peerke Donderslezing uit.

pdlezingCommissaris van de Koningin prof. dr Wim van de Donk houdt op zondag 1 november 2009 de Eerste Peerke Donderslezing in het Midi-Theater in Tilburg. De Peerke Donderslezing is een initiatief van het Wereldpodium en wordt een jaarlijks terugkerend evenement.
Peerke Donders: Tilburger én Wereldburger. In 1809 geboren aan de Tilburgse Heikant als zoon van een arme huiswever. In 1887 overleden in een Surinaams melaatsendorp na een leven onder de allerarmsten. In 1982 werd Donders door paus Johannes Paulus II zalig verklaard.
Peerke Donders: een man die sterk tot de verbeelding spreekt van de gewone Tilburger. En een man die verantwoordelijkheid nam voor mensen aan de andere kant van de we-reld. In 2009 viert Tilburg niet alleen de 200ste verjaardag van de stad, in 2009 herdenkt Tilburg ook de 200ste geboortedag van haar belangrijkste wereldburger.
Wim van de Donk 1Met de eerste Peerke Donders lezing start het Wereldpodium een traditie waarin Tilburg zich, in navolging van zijn beroemdste inwoner, opnieuw profileert als stad van weldenkende wereldburgers.
In zijn lezing zal de nieuwe Commissaris van de Koningin zich concentreren op de erfenis van Peerke Donders. Wat kunnen wij vandaag van hem leren? Waarmee weet de arme weverszoon ons nu nog te inspireren? Hoe kunnen Brabanders, in navolging van Peerke, Wereldburgers zijn?

Om drie uur start in het Midi-theater een programma vol gesprekken, film en muziek, dat haar afronding vindt in de lezing van Van de Donk. Want de eerste Peerke Donderslezing wordt omkleed met een rijk cultureel programma. Daarin spreekt Paul Spapens journalist en auteur van meer dan 30 boeken, over ‘de Tilburgse Peerke’. De al even productieve journalist en socioloog Herman Vuijsje zal daarentegen de ‘Surinaamse Peerke’ belichten.
Aan de hand van filmbeelden bespreken de documentairemakers Lout Donders en Ellen van Kempen fragmenten uit hun nieuwe film ‘Peerke Donders, zijn leven, zijn brieven’ die eind oktober in première gaat. Op de lezing van Wim Anna Chojnackavan de Donk reageert Anna Chojnacka, directeur van de 1%club en lid van de befaamde denktank Worldconnectors. Muziek is er van de Surinaamse Kasekoband Bradi Banti.

Door de middag leiden u Ralf Bodelier van het Wereldpodium en Meike de Jong van Omroep Brabant.
Reserveren dringend aanbevolen via het inschrijfformulier.

De Peerke Donders-lezing is een initiatief van het Wereldpodium en wordt mede mogelijk gemaakt door de Rabobank, Kerk en Wereld, het NCDO en Stichting Jacques de Leeuw.

Voor het bezoek aan het Peerke Donderspaviljoen van de Naastenliefde voorafgaand aan de lezing zijn helaas geen plaatsen meer beschikbaar.

Peerke Donders Lezing 2009
Door Commissaris van de Koningin prof. dr Wim van de Donk
Datum: Zondagmiddag 1 november 2009
Aanvang lezing: 15.00u (ontvangst vanaf 14.30u)
Waar: Midi-Theater Tilburg, Heuvelring 108
(13.00u vertrek bus vanaf Midi-theater naar Peerke Donderspaviljoen)

18 november 2009. Kindsoldaten: schieten of school? 20 jaar kinderrechten. En we zijn er nog lang niet.

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Wat doen die Afrikaanse kinderen met een Kalasjnikov? Wereldwijd zijn 250 duizend kinderen onder de wapenen. Daarvan vechten er 100 duizend actief mee, meestal in rebellengroepen in arme Afrikaanse landen. De overige 150 duizend dienen ook in gewone legers, bijvoorbeeld in dat van Birma. Of ze worden ingezet door de guerrilla’s in Nepal en door Palestijnse verzetsbewegingen tegen Israel.
Ooit waren kindsoldaten een normaal verschijnsel. In het Oude Testament diende de jonge David in het leger van koning Saul. In de middeleeuwen gingen kinderen op kruistocht. Napoleon stuurde zijn ‘little drummer boys’ naar de Slag bij Waterloo. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog zetten de nazi’s de Hitlerjugend in bij de verdediging van Berlijn. En in de jaren ’70 maakte Pol Pot duizenden kinderen tot moordenaar in de ‘Killing Fields’.
Precies 20 jaar geleden, in november 1989, aanvaardden de Verenigde Naties het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Daarin staat klip en klaar dat kinderen onder de 15 jaar ‘geen deel mogen nemen aan gevechtshandelingen’. Inderdaad neemt het aantal kindsoldaten sindsdien af. Vochten in 2004 nog 300 duizend kinderen, in 2009 zijn het er alweer 50 duizend minder.
hustle-kidz

Maar een kwart miljoen is nog steeds teveel. Waarom worden kinderen nog steeds niet goed beschermd? Wat moet gebeuren om daadwerkelijk een einde aan het verschijnsel te maken? Waarom dat niet gebeurd, en hoe het wel moet, daarover spreken onder meer Lansana Juana, voormalig kindsoldaat in Sierra Leone, Ginny Mooy, schrijfster van twee boeken over kindsoldaten die jarenlang in Sierra Leone woonde, Jan Bouke Wijbrandi, algemeen directeur Unicef Nederland en Sjoera Dikkers, directeur Defence for Children. Met optredens van de Hustle Kids, de nummer 1 Breakdance formatie in Nederland, beroemd van het programma Holland’s Got Talent. Presentatie Ralf Bodelier en Ilse Vossen.

Datum: woensdag 18 november
Tijd: 20.00-22.30u (ontvangst vanaf 19.30u)
Locatie: Studiozaal Theaters Tilburg, Louis Bouwmeesterplein 1 (ingang Schouwburgring)

9 juni 2009. Importbruiden. Een leven achter de gordijnen.

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Wellicht geloven ze dat het leven in Nederland één groot feest is. Misschien hopen ze uit hun armoede te ontsnappen. Wie weet, zijn ze echt verliefd. Veel keuze hebben ze echter niet, de 6000 importbruiden die jaarlijks naar Nederland komen. En eenmaal in Nederland, onder de hoede van hun schoonfamilie, lijkt hun vrijheid vrijwel verdwenen. Wanneer het leven in Nederland al een feest is, hún feest is het in elk geval niet.
Een van deze importbruiden was Hülya Cigdem die in 1990 op vijftienjarige leeftijd uit Ankara naar Tilburg verhuisde. Aanvankelijk verschilde haar leven in niets van het leven van de doorsnee importbruid. Een bestaan achter de gordijnen, geen contact met Nederlanders en volledig afhankelijk van haar man en schoonmoeder. Via naaiateliers en een cursus Nederlands in het buurthuis, werkte Cigdem zich echter op. Ze studeerde journalistiek en publiceerde vorig jaar het imposante boek ‘De Importbruid’. Daarmee leverde ze een onthutsend inkijkje in het leven van duizenden vrouwen achter de gordijnen in wijken als Tilburg-Zuid. De Importbruid is echter ook een knappe roman die waarschijnlijk zal worden verfilmd.
Vóór 2004 kwamen maandelijks gemiddeld 875 importbruiden naar Nederland. Dat waren met name Turkse en Marokkaanse vrouwen, veelal jong, arm en laag opgeleid die het Nederlands maar amper beheersten. Hun huwelijk werd gearrangeerd en eenmaal in Nederland leidden zij een bestaan in de marge.
In 2004 wierp minister Rita Verdonk een forse barrière op. Om een verblijfsvergunning te krijgen, moeten man én vrouw nu 21 jaar zijn. De ‘Nederlandse’ partner moet bovendien een ‘duurzaam’ en zelfstandig inkomen hebben van tenminste 120 procent van het minimumloon. Bovendien moet elke importbruid inburgeren.
Deze ingreep was succesvol. Het aantal importbruiden daalde althans met bijna 40 procent: van 875 tot een gemiddelde van 560 per maand. Maar de situatie waarin deze vrouwen verkeren, verbeterde maar amper. Zij bleven arm en afhankelijk. Bovendien blijken er nogal wat mogelijkheden om de strenge eisen te omzeilen.
Wie zijn het eigenlijk, deze importbruiden? Waar leven ze, hoe ziet hun verleden en hun toekomst eruit? Hoe denken zij over Nederland? En waarom steunen sommigen Wilders en Verdonk?

Met Hülya Cigdem schrijfster van ´De Importbruid’, die over haar eigen ervaringen verteld. Haar verhaal wordt vergeleken met de ervaringen van vier andere Turkse vrouwen. Verder zijn te gast: Ingrid Verhagen, directeur van het Centrum voor Buitenlandse Vrouwen en Erna Hooghiemstra, die met haar proefschrift ‘Trouwen over de Grens’ promoveerde op dit thema. Funk en rap is er van Hind Hakki, alias Double H.

Wanneer: dinsdag 9 juni
Tijdstip: 20.00-22.30u (zaal open om 19.30u)
Waar: Studiozaal Theaters Tilburg

21 april 2009. Rondom Joris Voorhoeve

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Een liberaal over oorlog, vrede en ontwikkelingshulp.

Meer dan 2000 Nederlandse militairen werken in het buitenland. In Afghanistan, in Bosnië, Tsjaad, Soedan, Burundi, Kosovo, Congo en Irak. Hun inzet wordt nauwlettend gevolgd door prof. dr. Joris Voorhoeve.

Ooit was Voorhoeve Minister van Defensie. Nu is hij lid van de Raad van State en hoogleraar in Leiden en Breda. Zijn specialiteit is ‘vredesopbouw na gewapende conflicten’. Ofwel: hoe maak je een land of regio weer leefbaar na een alles verwoestende oorlog?
Zeker is, zegt Voorhoeve, dat je er met militairen alléén niet komt. Ook voor ontwikkelingswerkers en ontwikkelingshulp is een belangrijke rol weggelegd. Voorhoeve, liberaal en prominent VVD’er, is dan ook niet gelukkig met de anti-hulp-koers die in zijn partij overheerst.

Op dit Wereldpodium ‘Rondom Joris Voorhoeve’ gaat hij in op recente missies van Nederland in Irak en Afghanistan en spreekt over de grote VN-macht in Congo.
Speciale gasten zijn een aantal militairen die onlangs zijn teruggekeerd uit Uruzgan.

Marsmuziek komt van drumfanfare De Groeseindse Jagers.

Datum: dinsdag 21 april 2009
Tijd: 19.30 -22.15 uur
Waar: Studiozaal Schouwburg Tilburg

Voorafgaande aan het Wereldpodium, in de middag van 21 april, spreekt Voorhoeve, samen met o.a. Jan Pronk op het symposium ‘Van Verzoening naar Vrede’ dat eveneens in Tilburg wordt gehouden. Deelname gratis. Klik hier voor meer informatie.

18 mei 2009. De grote Brabantse Europaquiz

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Locatie: Bois Le Duc zaal Provinciehuis den Bosch

Op donderdag 4 juni kunnen we weer stemmen voor het Europese Parlement. Populair zijn deze verkiezingen niet. Dat is opmerkelijk, want een groot deel van ons dagelijks leven wordt door Europa bepaald.
Wat weten we eigenlijk van de Europese Unie? Wat weten Brabanders over Brabant? En wat weten zij over de combinatie Brabant-Europa?

De finale in het Provinciehuis in Den Bosch, op maandag-middag 18 mei, is een speciale editie van het Wereldpodium. Quizrondes wisselen af met prikkelende vragen aan zes prominente kandidaten voor het Europese Parlement. En alles draait om één vraag: wat hebben we aan Europa?

Gasten zijn europarlementariers Toine Manders (VVD) Lambert van Nistelrooy (CDA) Jan Cremers (PvdA) Niels van den Berge (GroenLinks) Ivo Thijssen (D66) en Nicole van Gemert (SP).
Er zijn swingende optredens van singer-songwriter Sabine & band. De presentatie is in handen van Meike de Jong en Ralf Bodelier.
De Grote Brabantse Europaquiz wordt mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant en het Europafonds.

Speciaal voor inwoners uit en rond Tilburg organiseert het Wereldpodium gratis busvervoer van en naar Den Bosch. Vertrek vanaf centraal station Tilburg om 13.45u. Opgeven via inschrijfformulier.

Datum: Maandag 18 mei
Tijd: 15.00-18.00 uur stipt. (Zaal open om 14.00)
Waar: Provinciehuis Den Bosch, Bois le Duc-zaal
Entree: Vrij
Reserveren: Via inschrijfformulier
Routebeschrijving en parkeren: klik hier

12 mei 2009. Denk groot – ga micro

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Winst maken en goed doen, een gouden combinatie? De gedachte is eigentijds en populair: versla de armoede van twee miljard mensen met kleinschalig ondernemerschap. Bedrijven moeten de Bodem van de Piramide, (de BOP) benaderen met microdiensten en microproducten. Winst maken en armoede bestrijden gaan prima samen en traditionele ontwikkelingshulp kan worden afgebouwd.
De bekendste BOP-dienst is het microkrediet. Geef de armsten een kleine lening en ze slaan aan het ondernemen en klimmen zo uit hun ellendige bestaan. De afgelopen jaren kreeg het microkrediet gezelschap van het micro-pensioen, de micro-verzekering en de micro-franchise Zeer recent is microjustice: juridische dienstverlening aan de armen, met inzet van lokaal geschoolde mediators.
Bovendien groeit het aantal aanbieders van goedkope telefoons of goedkope verstelbare leesbrillen. Het enthousiasme over ondernemen in de BOP is groot, zowel bij bedrijven als ontwikkelingsorganisaties.
Het Wereldpodium stelt echter lastige vragen. Wat maakt deze ‘micro-aanpak’ eigenlijk zo populair? Helpt het nu ook om de armoede te verminderen? Maken bedrijven daadwerkelijk veel winst in de BOP? En zijn ‘winst maken’ en ‘armoedebestrijding’ werkelijk zo’n gouden combinatie?

Met Gert van Maanen (oud-directeur Oikocredit); Myrtille Danse (BoP Learning Lab) Toon Bullens (Interpolis) en Jin-Ho Verdonschot (Microjustice Initiative, Universteit van Tilburg).
Presentatie: Ralf Bodelier en Evelijne Bruning. Muziek van Jacques Palinckx en een speciaal micro-amuse-hapje uit eigen keuken.

Datum: Dinsdag 12 mei
Tijd: 20.00-22.30 uur stipt. (Zaal open om 19.30)
Waar: Studiozaal Theaters Tilburg
Entree: Vrij
Reserveren: Via inschrijfformulier

17 maart 2009. Jihad versus McPorn

Publicatiedatum: 20 januari 2009

De seksualisering van de wereld – en wat anderen eraan doen

Porno onder de muis, Deep Throat op de publieke zenders, een cursus paaldansen als alternatief voor een cursus macramé… de seksualisering van de Westerse samenleving lijkt onmiskenbaar.
Dat vindt een groeiende groep critici in Nederland. Zij hekelen seks ‘als een afhaalmaaltijd.’ ‘Lekker makkelijk, altijd beschikbaar en zonder dat je er veel moeite voor hoeft te doen.’ Ze veroordelen seks als product, mannen als pooiers en vrouwen als gebruiksvoorwerp.
Dezelfde kritiek klinkt al langer bij de talloze critici buiten de westerse wereld. In hun ogen toont de westerse seksuele moraal – of het ontbreken daarvan – hoe verloederd en dierlijk het westen is.

Voor fundamentalisten – van islamitische, joodse en christelijke huize – is deze kritiek op McPorn niet marginaal. Ze vormt de kern van hun afschuw van het westen. En ze zijn bereid om er iets aan te doen.

Sprekers zijn oa. de journaliste Myrthe Hilkens, auteur van McSex, Nicole van de Griendt filiaalmanager van de Tilburgse eroticawinkel Christine LeDuc, de filosofe prof. dr. Marli Huijer en de arabist dr. Jan Jaap de Ruiter.
Op de zeepkist: Wethouder Gon Mevis, (oa. Internationale Samenwerking) met nieuwe plannen en een nieuwe folder over Tilburg Wereldstad.
Presentatie: Meike de Jong en Ralf Bodelier
Muziek komt van het vrouwenkoor Des Unique. Acht dames met spannende liederen over lust, lichaam en liefde.


00000000000000000000000000000000000000000000000000
Dit podium is gehouden op dinsdag 17 maart 2009 in de Studiozaal van Theaters Tilburg.

Dinsdag 3 februari 2009. Lang leve de crisis?

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Het is crisis. Het zijn barre tijden. Niet alleen waait de gure wind van de financiële crisis, er is ook nog steeds een klimaatcrisis, een energiecrisis en een voedselcrisis.

Al deze crises, ze lijken met elkaar samen te hangen als symptomen van een op hol geslagen ‘casinokapitalisme’.
Een economisch systeem waarin het niet langer draait om welvaart en welzijn voor zoveel mogelijk mensen, maar om een ‘funny-money-game, om het maken van geld met geld, om speculatie ten koste van alles, en het vullen van zakken van zich onsterfelijk wanende bestuursvoorzitters’.

Dat schrijft prof. Arnold Heertje, de bekendste econoom van Nederland, in de Volkskrant van 10 januari 2009.
(meer…)

15 oktober 2009. Ontwikkelingshulp: tussen drogreden en sentiment

Publicatiedatum: 20 januari 2009


In oktober 2009 viert de officiële ontwikkelingshulp haar zestigste verjaardag. Dat is geen reden voor een feestje. Ten eerste omdat de hulp minder heeft opgeleverd dan gehoopt. Ten tweede omdat het debat over de hulp ondergaat in goedkope sentimenten en platte retoriek.
Aan de ene kant van het spectrum leven de emotiecampagnes van de hulporganisaties: filmpjes over getraumatiseerde kinderen in Sierra Leone en hongerige boeren op een uitgedroogde akker in Mali.
Aan de andere kant foeteren de hulpcritici. ‘Ontwikkelingshulp is te gênant voor woorden’ meent de rechtse Geert Wilders (PVV). ‘Hulp is een uitlaatklep voor superioriteitsgevoelens, zendingsdrang en hulpzucht’ meent zijn linkse concurrent Theo Ruyter (XminY).
Het debat over de hulp moet op een hoger niveau. Weg met de drogredenen en de sentimenten. Alleen feiten, harde argumenten en heldere analyses tellen. Op 15 oktober 2009 willen we het weten: helpt de hulp of helpt de hulp niet? Hoeveel geld komt terecht bij de armsten? Hoeveel gaat op aan overhead? Laat hulp de economie van arme landen groeien? En wat is de relatie tussen hulp en corruptie? Met onder meer: prof. dr. Paul Hoebink, hoogleraar ontwikkelingssamenwerking. En Bram van Ojik, oud-ambassadeur te Benin en hoofd inspectie Ontwikkelingssamenwerking, Peter Nthenda, ontwikkelingswerker in Malawi en Rob van Mierlo, directeur COS Brabant. Muziek is er van Rag & Bone. Presentatie is in handen van Evelijne Bruning en Ralf Bodelier.

Deze aflevering van het Wereldpodium maakt deel uit van het 40-jarige bestaan van het COS Brabant, het Centrum voor Internationale Samenwerking. Vanaf 19 uur zal in de foyer van de Studiozaal een feestelijke borrel worden geschonken.

jpg-borrelpraatTevens wordt op deze avond de nieuwe publicatie van Mirjam Vossen ‘Voor bij de borrelpraat’ gepresenteerd. Vanzelfsprekend krijgt iedere bezoeker een exemplaar cadeau.
Datum: Donderdag 15 oktober
Tijd: 20.00u – 22.30 uur (Feestelijke borrel vanaf 19.00u)
Waar: Studiozaal Theaters Tilburg
Routebeschrijving: klik hier
Het is niet meer mogelijk om te reserveren. We kunnen geen (zit)plaats meer garanderen.



22 september. Rondom Ruud Lubbers. The Battle for Brains

Publicatiedatum: 20 januari 2009

Te gast op het Wereldpodium: Ruud Lubbers.
Dertig jaar lang gaf Lubbers Nederland vorm. Als parlementariër, als fractievoorzitter van het CDA, als minister van economische zaken en als minister-president. Vervolgens werkte hij vijf jaar lang als Hoge Commissaris van Vluchtelingen bij de Verenigde Naties. Vandaag wordt Lubbers op handen gedragen door idealistische jongeren. Want hij is een uitgesproken voorstander van een duurzame samenleving en fel tegenstander van de verkrampte Nederlandse omgang met immigranten.
Volgens Lubbers lijkt het nog steeds niet tot Nederland door te dringen. In de wereldwijde kenniseconomie woedt een ‘battle for brains’. Steeds meer landen stellen zich open voor goed geschoolde en leergierige migranten. Nederland blijft daarbij achter, maar ook hier moet het roer om. Wanneer zich talentvolle vreemdelingen melden, moeten we niet langer reageren met een ‘Nee-tenzij’ maar met een volmondig ‘Ja-mits’.
De belangrijkste speler is natuurlijk de Nederlandse overheid. Zij zal niet alleen de grenzen moeten open voor buitenlandse kenniswerkers en internationale studenten. Ze zal ook veel meer Nederlanders van Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse afkomst moeten betrekken bij onze de kenniseconomie.
Maar niet alleen de Nederlandse overheid, ook het Nederlandse onderwijs, van middelbare school tot universiteit, heeft een belangrijke rol. Nu wacht het onderwijs nog af. Het wordt echter tijd om een pro-actieve houding aan te nemen, om plannen te smeden en tot actie over te gaan om meer jongeren met een allochtone achtergrond binnen te halen. Want veel te veel talent blijft vandaag onbenut. En dat kan Nederland zich niet permitteren.

Gasten: Ruud Lubbers, Theo Dunnewijk (onderzoeker Universiteit Maastricht en CPB) Mohammed Chahim (Promovendus UvT) en Hiela Hadi (VWO-student Koning Willem II College).

Presentatie Ilse Vossen en Ralf Bodelier.
Intermezzo: saxofonist Mete Erker & contrabassist Eric van der Westen
Alle bezoekers ontvangen Ralf Bodelier’s recente boek Cosmopolitans. How International Students change Global Society, waarvoor Ruud Lubbers het voorwoord schreef.

In samenwerking met Studium Generale van de UvT

Datum: Dinsdag 22 september
Tijd: 20.00u – 22.30 uur (ontvangst vanaf 19.30u)
Waar: Studiozaal Theaters Tilburg
Routebeschrijving: klik hier

Verslag 18 mei 2009: grote Brabantse Europaquiz

Publicatiedatum: 19 januari 2009

Wie weet hoeveel officiële talen er in de Europese Unie zijn? Welk Europees land produceert de meeste windenergie? En herkent u het logo van de Europese Centrale Bank?
Met de verkiezingen voor het Europese Parlement in het vooruitzicht, organiseerde het Wereldpodium de Grote Brabantse Europaquiz. Door middel van debatten en een quiz hoopte het Wereldpodium Brabanders te informeren óver en te interesseren vóór Europa. Nadat Brabant in april door een krantenquiz werden uitgedaagd, vond op 18 mei de grote finale plaats in het Bossche Provinciehuis. Naast de vijf finalisten van de krantenquiz streed een 150 koppig publiek voor de finaleplaatsen. De hoofdprijs was een weekendje Brussel; de tweede prijs een weekendje Maastricht. Tussen de rondes van de quiz en de verschillende debatten verzorgde Sabine met haar band voor de muziek.

wp-18-5-09-1wp-18-5-09-2wp-18-5-09-3

Aanwezige politici waren Jan Cremers (PvdA), Niels van den Berge (GroenLinks), Lambert van Nistelrooij (CDA), Frank Verveld (VVD), Ivo Thijssen (D66), Nicole van Gemert (SP) en Arno Uijlenhoet (Newropeans). Eensgezindheid onder de Europese politici was ver te zoeken. Waar Van den Berge (GroenLinks) streeft naar een groene en bestendige economie, gokt Verveld (VVD) op een meer vrije markt. Uijlenhoet (Newropeans) wil burgers meer bij Europa betrekken, terwijl Cremers (PvdA) het vrije verkeer van EU-onderdanen wenst te bevorderen.

wp-18-5-09-11wp-18-5-09-16wp-18-5-09-17

Al evenmin bleek overeenstemming over de aanleg van een snelweg tussen Tilburg en ’s Hertogenbosch – onlangs uitgesteld omdat de Europese fijnstofnorm wordt overschreden – de Nederlandse aankoop van de JSF en het bevorderen van het gebruik van Europese symbolen als de Europese vlag of Europese volkslied. Van Nistelrooij (CDA) benadrukte dat de huidige weg tussen Tilburg en ’s Hertogenbosch een ‘truttige weg’ is die nodig vervangen moet worden, terwijl Van Gemert (SP) erop wees dat Nederland doorlopend al te weinig doet aan het verbeteren van de luchtkwaliteit.

wp-18-5-09-18wp-18-5-09-27wp-18-5-09-28

Cremers onthield zich van mening over de JSF omdat dit geen Europese kwestie is, wat door Verveld werd uitgelegd als het chronische onvermogen van de PvdA om beslissingen te nemen. De VVD greep het thema van de Europese symbolen aan om nog eens te benadrukken dat Nederland op de eerste plaats komt, terwijl D66 haar trots op Europa benadrukte. Nieuwkomer Newropeans hoopt de controle op de macht terug te pakken uit de handen van de Europese Commissie door meer bevoegdheden aan het Europese parlement te geven. De SP stelde dat Nederland tegen de Europese grondwet heeft gestemd en dus ook tegen een al te uitbundig gebruik van Europese symbolen.

wp-18-5-09-34wp-18-5-09-39wp-18-5-09-45

Ook in het publiek werd volop gediscussieerd. Zodra zich de mogelijkheid aandiende om met de Europarlementariërs in discussie te gaan, grepen velen deze ook aan. Uit de kritische vragen was duidelijk dat velen goed op de hoogte waren van wat zich in Europa afspeelt. Ook in de quizvragen scoorden de meesten verrassend goed, al sneuvelden velen bij de vraag door hoeveel EU-landen het Europese ‘lange afstands wandelpad’ liep. Daarbij was een kaart van Europa te zien waarop het pad stond aangegeven. Per abuis rekenden velen Zwitserland mee. Ook de vraag naar de hoogte van de Europese begroting bleek een killer question. Velen lieten zich waarschijnlijk misleiden door informatie van presentator Ralf Bodelier die benadrukte dat de Nederlandse begroting ongeveer 400 miljard euro bedraagt, en die van Frankrijk 800 miljard. Zij kozen dan ook voor het antwoord ‘1.340 miljard euro’ terwijl de Europese begroting met 134 miljard slechts een tiende hiervan is.

wp-18-5-09-47wp-18-5-09-48wp-18-5-09-50

Uiteindelijk gingen 10 mensen door naar de grote finale. Nu confronteerden Meike de Jong en Ralf Bodelier hen niet meer met meerkeuzevragen, maar met open vragen. Afvallers waren zij die het verst van het juiste antwoord zaten. Hoeveel films waren tijdens de laatste Oscaruitreikingen mede gefinancierd door het MEDIA Programma van de EU? (antwoord: 7) Hoeveel sterren staan er op de Europese vlag? (antwoord: 12) Hoeveel pagina’s Europese regels over cosmetica zijn er? (antwoord: 3500) De eerste prijs van de grote Brabantse Europaquiz ging naar Frans van Peperstraten. Marie-Louise van Mook werd tweede.

wp-18-5-09-51wp-18-5-09-53

Tekst: Joris van Gorkom, het Wereldpodium
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 22 september 2009: Ruud Lubbers over kennismigratie en allochtone studenten

Publicatiedatum: 19 januari 2009

Wereldpodium over kennismigratie en allochtone studenten

Brain drain, brain gain, brain strain en brain circulation

Een lange lijst erebaantjes, veel kennissen en bekenden, een elektrische auto en een voetballende kleinzoon (in Sevilla!) De bezoekers van het Wereldpodium van dinsdag 22 september kregen een inkijkje in de wereld van Ruud Lubbers, al jaren uit de Nederlandse politieke arena maar nog lang niet uitgeblust. “In de tachtiger jaren stond u bekend als een manager, nu meer als een idealist”, stelde presentator Ralf Bodelier. Lubbers zei die idealen altijd te hebben gehad maar ze nu wel meer te etaleren. Zijn belangrijkste boodschap: Meer ruimte voor migranten in een interculturele samenleving waar mensen worden ‘afgerekend’ op hun maatschappelijke participatie. Dus graag meer allochtonen in de besturen van sportclubs en verenigingen en bij de gedecoreerden op koninginnedag. Het woord ‘allochtoon’ is trouwens beladen want, aldus Ralf Bodelier, niemand noemt zich zo of vindt het leuk zo betiteld te worden. Ruud Lubbers, hoofdgast van dit Wereldpodium, sprak liever over migranten, mensen die hun huis en haard verlaten om ergens anders een bestaan op te bouwen.
wp 22-9-09 (4)wp 22-9-09 (6)wp 22-9-09 (8)

Kenniswerkers meer dan welkom
Die migranten zijn meer dan welkom als het kenniswerkers zijn, mensen met een goede opleiding die in een ander land gaan werken. Geen opleidingskosten, wel rendement, wie wil dat niet? ‘The battle for brains’ wordt deze wereldwijde kennismigratie wel genoemd. Nieuw-Zeeland doet het heel goed met 40% immigranten die met een hoge opleiding achter de rug, in dat land komen werken. Nederland speelt quitte in dit opzicht, met 10% immigratie tegen 10% emigratie van kenniswerkers. Onderzoeker Theo Dunnewijk presenteerde deze cijfers tijdens het Wereldpodium en lichtte de economische voordelen van selectieve immigratie toe. Van een brain drain naar een brain gain en een brain circulation. Ruud Lubbers vulde de cijfers aan met gegevens van het UAF (Stichting voor Vluchteling Studenten) waarvan hij voorzitter is. Jaarlijks ronden zo’n 300 studenten die als vluchteling naar Nederland komen, hun studie af. ‘Diversiteit is positief’ aldus de voormalig commissaris van de vluchtelingen, ‘Een divers gezelschap leidt tot meer creativiteit en vitaliteit.’
wp-22-9-09-(11)wp 22-9-09 (13)wp 22-9-09 (14)

Jonge studenten
De eerste avond van alweer het derde seizoen van het Wereldpodium, was het volle bak. Voor het eerst moesten mensen die naar binnen wilden, worden teleurgesteld. Deze avond werd mede georganiseerd door Studium Generale en trok naast de vertrouwde groep wat oudere bezoekers ook een behoorlijk aantal jongeren uit de Tilburgse onderwijsinstellingen. Behalve Lubbers kwamen drie jonge Tilburgse studenten aan het woord. Zij belichtten het tweede thema van de avond: ‘Allochtone studenten in het hoger onderwijs’. Als voorzitter van het stichtingsbestuur van de Universiteit van Tilburg had Ruud Lubbers trouwens ook met dit thema bemoeienis.
wp 22-9-09 (20)wp 22-9-09 (24)wp 22-9-09 (29)

Zure melk
Voor de pauze is het podium exclusief voor de oud-premier met Rotterdamse wortels en een internationale betrokkenheid. Ongedwongen geeft hij zijn analyse van de Nederlandse en Rotterdamse samenleving van de laatste jaren. “De melk is zuur”, vat hij het beeld samen. “Integratie wordt uitgelegd als assimilatie, multicultureel staat veraf van intercultureel. De angst neemt toe, mensen worden onzeker en terughoudend. Alles wat vreemd en anders is, wordt als bedreigend ervaren.” Lubbers ziet de oplossing in participatie. Meedoen in de samenleving voorkomt ergernis en verhoogt waardering. Vandaar zijn pleidooi om asielzoekers snel Nederlands te laten leren en te laten participeren zodat ze kunnen laten zien de moeite waard te zijn voor onze samenleving. Dat hij met dit standpunt uit de pas loopt met zijn partij het CDA, wuift de oud-politicus weg. ‘Het CDA is een partij van bestuurders, die moeten alles zorgvuldig afwegen, aan dit soort standpunten zijn ze nog niet toe.’
wp 22-9-09 (33)wp-22-9-09-(36)wp 22-9-09 (37)

Verzorgingsstaat
Ook heel ongedwongen is Lubbers in zijn typering van Nederland. “Het is hier meer een verzorgingsstaat dan een prestatiemaatschappij. We zijn nogal lui maar weten dat aardig te compenseren omdat we wel een drive hebben en inventief zijn als het nodig is. Ook zijn we niet erg hiërarchisch, het is hier soms een behoorlijk rotzooitje.”
En voor er nog meer heilige huisjes sneuvelen, is het tijd voor de pauze met dit keer een pauzehap die er goed ingaat bij internationale studenten en bij de bezoekers van het Wereldpodium: een warme, krokante minipizza.

Samenspel
Misschien moeten we de kunst van het intercultureel samenleven afkijken van saxofonist Mete Erker en contrabassist Eric van der Westen. Nauwkeurig naar elkaar luisterend, met plezier lettend op het spel van de ander en daar subtiel op inspelend, zorgen zij voor twee fijnzinnige muzikale bijdragen aan het Wereldpodium. Een demonstratie van wat handen kunnen bewerkstelligen als ze licht de kleppen en de snaren beroeren en samen precies het goede ritme en tempo bepalen en bewaren.
wp 22-9-09 (38)wp 22-9-09 (40)wp 22-9-09 (41)

Successtories
Een 24-jarige promovendus van Marokkaanse afkomst die zich bezighoudt met de stabiliteit van de Nederlandse dijken, een 17-jarige Antilliaanse die op haar 7e niet anders deed dan vechten en tegenwoordig debatwedstrijden wint en een 16- jarige Afghaanse die van huis uit al twee talen spreekt en in twee jaar schakelklas ook nog vloeiend Nederlands heeft geleerd en nu op het VWO zit. Zij zitten na de pauze op het Wereldpodium en kijken zelfbewust de zaal in. ‘Wat is jullie geheim?’ vragen Ralf Bodelier en Ilse Vossen aan hen. Want in Nederland doen allochtone jongeren volop mee in het onderwijs maar zijn hun resultaten minder goed dan die van Nederlandse leeftijdgenoten. “Ouders die stimuleren en het belang van hoger onderwijs inzien, eigen ambities en een goed project op school zoals het PIT (Promotieteam Intercultureel Talent) op het ROC Tilburg”, noemen de jongeren als succesfactoren. “Jezelf niet naar beneden halen”, zegt ROC-studente Jelissa Koolman overtuigd, “Zelfvertrouwen uitstralen en je niet laten ontmoedigen.”

Lange route
Opnieuw vult Theo Dunnewijk het gesprek aan met onderzoeksgegevens. Allochtone jongeren kiezen opvallend vaker voor de lange onderwijsroute (VMBO-MBO-HBO-WO). Dit kost hen meer leerjaren en meer overstappen met alle uitvalrisico’s van dien. Vergelijkend onderzoek met andere Europese landen laat zien dat in Zweden, Frankrijk en België, met algemeen vormend onderwijs tot 15 jaar, veel meer allochtonen meteen doorstromen naar het VWO. De overstap in Nederland met 12 jaar komt voor veel allochtonen blijkbaar te vroeg. Nog een ervaringsgegeven komt van de directeur van de Tilburgse School voor Journalistiek. Deze HBO-opleiding wil meer allochtone studenten opleiden, er is ook vraag naar hen vanuit de media, maar slaagt er niet in om dat percentage te verhogen. Van de 900 studenten zijn er jaarlijks zo’n 15 allochtoon en dat aantal daalt. Promovendus Mohammed Chahim weet dat veel allochtone studenten kiezen voor studies ‘met status’’ zoals economie en rechten en minder belangstelling hebben voor culturele werkterreinen als journalistiek. Zelfs is hij ook gefrustreerd dat hij als aio zo weinig verdient en daardoor een minder gewilde huwelijkskandidaat is. ‘Het is niet te verteren dat je vrouw meer zou verdienen dan jij!’

Nieuwe kosmopolieten
Een battle for brains of een battle for gains? Uit de getuigenissen van de internationale studenten in het boekje ‘Cosmopolitans, How international students change global society’ –uitgereikt bij de uitgang van het Wereldpodium- blijkt dat beide het geval is. Jonge studenten uit de hele wereld trekken naar Nederland, in dit geval naar Tilburg, en ervaren aan de lijve wat het betekent om wereldburger te zijn. Dat brengt worsteling met zich mee, winst en ook verlies maar in ieder geval waardevolle ervaringen die mensen graag met elkaar delen, bijvoorbeeld op een Wereldpodium.

Tekst: Marianne Dagevos
Marcada Project en Tekst, www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 3 februari 2009: ‘Lang leve de crisis?’

Publicatiedatum: 19 januari 2009

‘Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist’, staat op één van de deuren in het damestoilet. In de Studiozaal zitten twee heren die niet de indruk maken slecht geïnformeerd te zijn en toch een matig tot groot optimisme uitstralen. Het onderwerp is de economische crisis en diverse andere crises die onze planeet teisteren en de heren zijn twee vooraanstaande economen: Arnold Heertje, aangekondigd als ‘godfather’ van de economische wetenschap en Marcel Canoy, hoogleraar economie en tot voor kort actief in een denktank van Eurovoorzitter Barroso.

Economische Emile Ratelband
Met tweehonderd toehoorders zit de Studiozaal van de Tilburgse schouwburg tjokvol. Iedereen is benieuwd hoe de hoogleraren economie denken over het verloop van de verschillende crises en hoe zij kunnen worden opgelost.
Canoy zet eerst een paar misverstanden recht: economen kunnen niet de toekomst voorspellen noch een crisis oplossen. Wel kunnen zij wetmatigheden analyseren en daarover een advies uitbrengen. Na de pauze levert dit punt een vraag op uit het publiek:wellicht is er ook sprake van een ‘economencrisis’: jaarlijks studeren immers honderden economen af en vinden hun weg naar de arbeidsmarkt maar de economie gaat daar niet van floreren.
Nestor Heertje stelt op zijn beurt: “Een crisis; ik heb dat idee nooit gehad. Wat er nu in de wereld gebeurt, heeft zoveel positieve kanten dat we over enkele jaren zullen spreken van het tijdperk vóór en dat na de crisis.”

wp-3-2-09-4wp-3-2-09-6wp-3-2-09-8

Canoy voelt er niet veel voor zich te afficheren als een economische Emile Ratelband maar constateert wel dat in crisistijd beleidsvoorstellen sneller worden uitgevoerd. Tegelijk kan een crisis ook aanleiding zijn voor protectionisme en kartelvorming.

‘No future’
Presentator Ralf Bodelier wisselt zijn vragenvuur af met clips en vraagt de deskundigen de crisissituaties met elkaar te vergelijken. We zien hoe in de Dreigroschenoper (jaren ’30) de perverse kapitalist Mack the Knife bezongen wordt en hoe de Sex Pistols het in 1977 uitschreeuwen: ‘No future’. Is kapitalistisch machtsmisbruik of een stemming van moedeloosheid en lamlendigheid, ook nu aan de orde? Een beetje wel en toch weer anders, vinden de economen. Heertje spreekt van de actuele ‘dehumanisering van financiële transacties’ en Canoy wijst op het belang van de cultuur ‘waarin wordt ondernomen en geconsumeerd’. In een cultuur waarin ondernemen positief wordt gewaardeerd en de consumptie direct gekoppeld is aan behoefte, kan een crisis positief uitpakken. Dat ligt anders voor ontwikkelingslanden waar de problemen op korte termijn verergeren, volgens professor Heertje. Voor de langere termijn ziet hij wel wat lichtpuntjes vooral als problemen meer gecoördineerd worden aangepakt en de mondiale oriëntatie bij burgers en bestuurders toeneemt.

wp-3-2-09-13wp-3-2-09-17wp-3-2-09-21

Kortom, door de druk van de crisis/crises zijn er wel tekenen van een ‘nieuwe wereldorde’ te bespeuren maar het kan nog alle kanten opgaan, concluderen de economen die eerder nog beweerden de toekomst niet te kunnen voorspellen.

wp-3-2-09-23wp-3-2-09-24wp-3-2-09-27

Communiceren met muziek
Alle sprekers van het Wereldpodium van 3 februari kregen te maken met de Roemeense accordeonist Roman Romica die met een glimlach om de mond op het podium verscheen en ongenaakbaar hun verhaal onderbrak en overstemde met zijn weemoedige deuntjes. De straatmuzikant verstaat geen woord van die druk pratende Nederlanders dus hij communiceert, effectief, met zijn muziek en zijn vriendelijke ogen. De Wereldsnack in de pauze is dit keer sober gehouden: een stukje gebakken spek op roggebrood.

Het tweede deel van de avond start met een spreker op de zeepkist. Marcel Scheurs van COS Brabant vult dit nieuwe Wereldpodiumonderdeel in. Hij roept het publiek op een manifest samen op te stellen over de welvaartscrisis. Belangstellenden om mee te denken en te schrijven, kunnen zich bij hem melden.

wp-3-2-09-28wp-3-2-09-30wp-3-2-09-32

Duurzaam consumeren belonen
Daarna is het de beurt aan Frans Otten van Tendris om de waarde van duurzaam ondernemen te onderstrepen, juist in tijden van crisis. Tendris is een aanjaagbedrijf voor duurzame producten en diensten tegen concurrerende prijzen. ‘Als je duurzaam wilt consumeren, moet je daarvoor worden beloond en niet gestraft’, aldus de ondernemer in streepjespak en met blonde kuif. ‘De crisis helpt mensen om te rekenen en dan gaan ze slimmer inkopen’, weet Otten. ‘Wij motiveren de industrie om duurzame producten te maken met meer marge.’ Met behulp van sheets brengt Otten zijn verhaal met overtuiging en aplomb maar hij krijgt toch een paar kritische vragen uit het publiek. “Als een ondernemer lampen verkoopt die 35 jaar meegaan, waar leeft hij dan van in de tussentijd?”

Principes of rendement
Marilou van Golstein Brouwers is directeur van de investeringstak van de Triodos Bank. In haar ‘elevator pitch’ legt ze de nadruk op de dienstbare rol van de bankier: spaargeld aantrekken en dat uitzetten bij ondernemers met wie je een langdurige relatie opbouwt. ‘Terug naar de kern’ vindt Van Golstein Brouwers en vasthouden aan je uitgangspunten. Dat dat wel eens lastig is, illustreert ze aan de hand van een situatie in Nicaragua. Een bank aldaar waarvan Triodos aandeelhouder is, is de enige financiële instelling in het land met liquiditeit. De directie wordt door de regering onder druk gezet om ook te investeren in bedrijven die buiten de Triodosdoelstellingen vallen. Hoe houd je dan vast aan je principes?

Vanuit de zaal komen vragen over die principes: de beleggingen van de Triodos Bank zijn weliswaar volkomen transparant en duurzaam maar het gaat wel om een heel klein aandeel van de grote beleggingsmarkt. Giganten als ABN-Amro kunnen heel wat meer ‘verschil’ maken als zij duurzamer gaan beleggen. Bovendien zou duurzaam beleggen het hoogste rendement moeten opleveren. Medewerkers en oud-medewerkers van genoemde grote bank melden zich: Triodos heeft zeker een functie als voortrekker en luis in de pels maar de grote banken laten zich voorlopig nog leiden door rendement. Of de glimlachende accordeonist ook last heeft van al deze prangende vragen, zullen we niet weten. In ieder geval sluit zijn muziek een spetterend Wereldpodium af met actuele dilemma’s en originele meningen. Voor de vertrekkende gasten is er bij de uitgang interessant leesvoer om de thema’s van de avond verder uit te diepen: ‘Echte economie’ van Arnold Heertje wordt uitgedeeld, een cadeautje mogelijk gemaakt door de Triodos Bank.

Tekst: Marianne Dagevos, Marcada Project en Tekst www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 15 december 2009: ‘Minder vlees, u weet wel waarom’

Publicatiedatum: 19 januari 2009

‘Minder vlees mevrouw, weet u ook waarom?’

Lang leve onze veestapel: over sojabonen, varkensflats, methaangas, melkpoeder en kunst

In een week waarin weer groep Nederlandse veehouders geconfronteerd wordt met een grootscheepse ruiming van hun dieren, komt het Wereldpodium met een hoogst actueel thema, namelijk Vlees en onze Vleesconsumptie. In de 25e editie (alweer) van het podium is het opnieuw volle bak in de Tilburgse Studiozaal. Veel bezoekers maar ook veel sprekers, veel muziek, veel hapjes en veel info over een onderwerp dat uiteenlopende emoties oproept. De schadelijke gevolgen van vleesconsumptie liggen voor het oprapen maar het aantal vegetariërs in de wereld komt niet boven de 6% en dat is dan grotendeels te danken aan de vele vegetarische Hindoes in India.

wp-15-12-09-(2)wp-15-12-09-(5)wp-15-12-09-(7)

Weinig aanhangers
De bezwaren tegen massale vleesproductie zijn langzamerhand wel bekend: CO2 emissie van de veestapel, dieronterende situaties in de bio-industrie, kap van regenwouden voor sojaplantages en dreigende voedselschaarste als steeds meer mensen vlees gaan eten. Desondanks, wist presentator Ralf Bodelier te melden, heeft de vegetarische levensstijl nooit veel aanhangers gekregen (zo’n 800.000 in Nederland) en is het eerste wat mensen doen als ze welvarender worden: meer en beter vlees kopen.

De vijf sprekers hadden hun lievelingsrecept doorgegeven en de bezoekers van het Wereldpodium zagen dat vanonder vier van de vijf stolpen een vleesgerecht tevoorschijn kwam; van orgaanvlees tot varkensvlees van de Keurslager en van bief van Nederlandse herkomst tot spekjes. Alleen Niko Koffeman, senator van de Partij voor de Dieren en vervanger van Marianne Thieme, had gekozen voor een quiche met paprika en paddestoelen.
wp-15-12-09-(11)wp-15-12-09-(12)wp-15-12-09-(15)

Boeren, winden, schijten
Het verhaal van Koffeman en zijn partij is duidelijk: de veehouderij is de belangrijkste veroorzaker van de CO2 emissies. 40% van het broeikasgas is direct of indirect toe te rekenen aan de vleesproductie en daarmee is deze sector de grootste schuldige. Bodelier waagde het om deze toerekening te betwijfelen want wat te denken van onze auto- en vliegtuigkilometers en de uitstoot van de kolencentrales? Tussen de discussie door zagen we vrolijke animaties uit Meat the Truth, de film die Marianne Thieme de volgende dag in Kopenhagen zou presenteren. De vrolijke en vriendelijke dieren boeren, winden en schijten erop los en dat draagt allemaal bij aan de opwarming van de aarde. Toch is dat punt over het algemeen niet het belangrijkste bij onze bedenkingen bij de vleesproductie. Veel gevoeliger liggen kwesties als ‘varkensflats’ en ‘ruiming van gezonde of zieke dieren’.
wp-15-12-09-(18)wp-15-12-09-(22)wp-15-12-09-(23)

Gesloten kringloop
Jan-Willem van der Schans van het LEI vond ook het dat de Nederlandse veehouderij ‘uit de hand was gelopen.’ Met 30 miljoen geslachte varkens en 10 miljoen geslachte konijnen per jaar, heeft Nederland wel erg veel productie op weinig vierkante kilometers. Bovendien is de keten tussen de veehouder en de consument vaak onnodig lang en ingewikkeld geworden. Kortere kringlopen, was zijn pleidooi en hij illustreerde dit met het idee van een varkenshouderij dichtbij de stad. “Varkens kunnen goed in de stad leven”, vertelde de landbouwwetenschapper, “Ze kunnen voedselresten van horeca en huishoudens eten en hebben geen grote wei nodig. Een varkensflat met een balkonnetje is voldoende.” Uit onderzoek is gebleken dat als de voedselresten van een stad naar de varkens gaan, er dan voldoende varkens gehouden kunnen worden om alle inwoners maandelijks van een stukje vlees te voorzien. Een gesloten kringloop dus, inclusief vleesconsumptie.
wp-15-12-09-(27)wp-15-12-09-(33)wp-15-12-09-(34)

Alles bruikbaar
In haar bijzondere kunstproject ‘Pig 05049’ laat Christien Meindertsma zien dat  het varken behalve vlees ook grondstoffen levert voor nog zo’n 150 andere producten, zoals medicijnen, fotopapier, kauwgum, crèmespoeling en biodiesel. Alles van een varken is bruikbaar en het dier is niet alleen onderdeel van een grote industriële keten maar ook ontdekt als kunstobject. Behalve het varken hebben ook het paard, de poes, de koe en andere dieren een hoofdrol in de expositie ‘Meating’ die op 15 december vlak voor het Wereldpodium geopend werd. Deze tentoonstelling is een initiatief van kunstenaar en fotograaf Tineke Schuurmans, zelf ook gefascineerd door vlees. Tijdens het Wereldpodium waren beelden van een paar geëxposeerde werken te zien. Beeldend kunstenaar Tinkebell toont het handtasje dat ze maakte van haar zieke kat nadat die overleden was. Het leverde haar meer dan 1000 hatemails op. Mieke Smits toont filmpjes van liposuctie. Het vet dat mensen laten verwijderen, kan worden bereid tot voedsel voor de Derde Wereld. Al 8000 mensen meldden zich bij de kunstenaar om hun vet beschikbaar te stellen…
wp-15-12-09-(37)wp-15-12-09-(38)wp-15-12-09-(40)

Efficiency en dierenwelzijn
Presentator Meike de Jong, zelf vegetariër maar wel met vis, ging op bezoek bij melkveehouder Pierre van Oort in Biest-Houtakker. Pierre heeft een hypermodern bedrijf waar de koeien vrij rondlopen in de stal en zelf bepalen wanneer ze gemolken willen worden. Alles is gericht op efficiency en dierenwelzijn want alle melk van deze veehouderij gaat, verwerkt tot melkpoeder, regelrecht naar Saoedi-Arabië. Zo’n 1,9 miljoen liter per jaar leveren de 200 melkkoeien van Van Oort maar de kinderen uit Tilburg of Biest-Houtakker drinken daar geen beker schoolmelk van. De efficiënte productie heeft een keerzijde, de eisen aan voedselveiligheid zijn zo hoog dat kalfjes na een dag bij hun moeders worden weggehaald . De kans op besmetting via de kalfjesmonden is te groot. Dit verhaal levert een discussie op tussen de sprekers of je dieren met mensen mag vergelijken en op welk niveau van welzijn dierenwelzijn eigenlijk zit.
wp-15-12-09-(41)wp-15-12-09-(44)wp-15-12-09-(47)

Groene Stroomprincipe
Voor het laatste thema komt Gert van de Bijl aan het woord, soja-expert bij Solidaridad. Hij benadrukt dat soja een prachtig, veelzijdig en eiwitrijk product is dat verwerkt wordt in zeker 60% van onze levensmiddelen. Het probleem is de massale sojaproductie in landen als Brazilië, ten koste van regenwoud en gemengde landbouw. De soja wordt grootscheeps geïmporteerd naar China en Rotterdam. Nederland is de tweede soja-importeur ter wereld en het meeste gaat op aan veevoer voor koeien en kippen. Solidaridad heeft eerst geprobeerd via eerlijke handel een stroom duurzaam geproduceerde soja op de markt te brengen maar dat bleek niet concurrerend te krijgen. Daarvoor is de reguliere stroom te massaal. Nu wordt het Groene Stroomprincipe toegepast: afnemers zoals Campina, Beemsterkaas en Ben&Jerry betalen voor de productie van duurzame soja en deze wordt, vermengd met de ‘gewone’ naar Nederland geïmporteerd. Blijkbaar het hoogst haalbare op dit moment. Ook deze informatie levert reactie op van de andere sprekers. Hulde voor bedrijven als Campina die hun nek uitsteken en afkeuring voor de manier waarop wij nu ons vlees betalen. “De maatschappelijke kosten van vleesproductie worden niet doorberekend en de bio-industrie wordt via Europese programma’s zelfs gesubsidieerd”, meent Niko Koffeman en dat levert hem applaus uit de zaal op.
wp-15-12-09-(48)wp-15-12-09-(50)

Klokkenluider
De uitsmijter van de avond komt ook uit de zaal. Een mevrouw vertelt dat zij de opnamen heeft gemaakt van nog levende biggen in een destructieton bij een Brabantse varkensmesterij. Die ton was bestemd voor destructiebedrijf Rendac in Son en zou alleen dode dieren bevatten. Haar opnamen zijn uitgezonden op Omroep Brabant maar zouden een incident betreffen. De mevrouw weet te melden dat een ‘klokkenluider’ van Rendac heeft verklaard dat het veel vaker voorkomt dat er nog levende dieren in de destructietonnen van veehouderijen zitten. Een pittig bericht in deze tijden van ruimingen en dierenleed.

Goed voornemen
Aan het eind van de avond komt het goede voornemen voor 2010 van Ralf Bodelier: het Wereldpodium blijft in 2010 interessante debatten organiseren en in de pauzes een snack aanbieden. Maar daarin zal geen vlees meer verwerkt zijn. Van de pauzehapjes van 15 december, deels gehaktballetjes, deels Meatless en deels vega-nuggets, konden de gehaktballetjes op de minste belangstelling rekenen. Nog een hapje voor de Tilburgse stadsvarkens?

Tekst: Marianne Dagevos, www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 12 mei 2009: ‘Denk groot, ga micro’

Publicatiedatum: 19 januari 2009

‘Als je aan micro wilt verdienen, ga dan naar Microsoft!’ roept Gert van Maanen tijdens het laatste Wereldpodium. Zelf ruilde deze ING-bankier in 1993 zijn gepantserde BMW met chauffeur in voor een directiepost bij Oikokrediet, een oecumenische bank voor de armen. “Toen ik voor het eerst van dat initiatief van de kerken hoorde, dacht ik: dat wordt niks!”, bekent hij ruiterlijk, “Maar toen ik later hoorde hoe relevant die microkredieten zijn, hoe sterk de organisatie is en hoeveel arme mensen dat geld gewoon terugbetalen, was ik om.”

wp-12-5-09-3wp-12-5-09-6wp-12-5-09-8

Rentepercentages
Micokredieten zijn inmiddels de bekendste en meest toegepaste vorm van ontwikkelingssamenwerking niet gebaseerd op hulp maar op transacties. Met Mohammed Yunus als inspirerend voorbeeld in Bangla Desh en Máxima als ‘godmother’, mag het microkrediet zich verheugen in een grote sympathie. “Microkrediet geeft perspectief”, legt Van Maanen uit op het Wereldpodium: “Het is bedoeld voor mensen die geen plan, geen vrienden en geen ondernemingszin hebben maar wel een gezin om te voeden. Dankzij het microkrediet lukt dat vandaag en misschien zelfs de hele week.”

wp-12-5-09-11wp-12-5-09-15wp-12-5-09-18

Het imago van het microkrediet kreeg wel een deukje toen na de pauze bleek dat de rentepercentages die arme mensen betalen, kunnen oplopen van 20 tot 80%. ‘Een schande’, vond één van de Wereldpodiumbezoekers.”Zakken vullen over de rug van armen heen.” Geduldig legde éminence grise Van Maanen uit dat microkredieten verstrekt worden in landen met een gierende inflatie en zonder banksysteem of pinautomaat. Dat maakt deze kredietverlening arbeidsintensief en kwetsbaar. “Mensen worden niet afgeschrikt door die rente”, voegde hij er nog aan toe, “Het gaat ze om de hoofdsom, daarmee kunnen ze iets realiseren wat anders nooit zou lukken.”

Op elkaar letten
Van microkrediet naar microverzekering is niet zo’n grote stap. Want wat beseft die arme boer net nadat hij met een microkrediet een koe heeft gekocht? Dat het dier kan doodgaan en alles dan weer van voren af aan begint. Toon Bullens beschikt over een jarenlange ervaring met microverzekeringen ‘als hulpmiddel om de economie verder te helpen’. In zijn bijdrage gebruikte hij het voorbeeld van een huisarts voor een kleine dorpsgemeenschap. De afzonderlijke gezinnen kunnen die medische hulp niet betalen maar met een contributiesysteem is een vast inkomen voor die arts te garanderen. “Kleine premies houden een samenleving draaiend en maken de individuele economische inspanningen relevant”, legde Bullens uit, “Bovendien gaan de mensen op elkaar letten.” Sinds kort is hij verbonden aan de Business Universiteit van Nyenrode om kennis en ervaring van hier en daar uit te wisselen.

wp-12-5-09-21wp-12-5-09-22wp-12-5-09-24

Uiterst kritisch
Mensen die van 1 of 2 dollar per dag kunnen overleven, zijn niet dom maar juist uiterst slim en inventief, benadrukten alle sprekers van dit Wereldpodium in navolging van C.K. Prahalad die het concept ‘Bottom of the Piramid’ lanceerde. Dit concept wordt verder uitgewerkt en beproefd in het BoP Learning Lab waar Myrtille Danse werkzaam is. Op 12 mei legde zij uit wat dit laboratorium doet. Samen met bedrijven en ontwikkelingsorganisaties worden BoP-producten en diensten ontwikkeld. Eenvoudige producten die bereikbaar zijn voor die enorme markt van zo’n 4 miljard mensen die met 1 tot 5 dollar per dag moet rond komen. Deze mensen zijn uiterst kritisch waar ze hun geld aan besteden. Tegelijk zijn er een aantal producten en diensten die bovenaan het lijstje staan. Myrtille Danse noemt: ‘Verlichting, schoon drinkwater, gezonde voeding en toegankelijke ICT.’ Een voorbeeld van een BoP-product zijn ontbijtjes met veel vitaminen die via scholen worden verstrekt. Dit soort producten kunnen door Unilever worden ontwikkeld en door plaatselijke partners worden verspreid.

wp-12-5-09-25wp-12-5-09-28wp-12-5-09-34

Hulp als investering
Uit het verhaal van Myrtille Danse blijkt dat in de praktijk ontwikkelingshulp en productontwikkeling voor nieuwe markten, niet zo ver van elkaar staan als verwacht. “Vaak helpen ngo’s om te investeren of bedrijvigheid op te starten”, wist zij te melden. “Dan gaat het sneller en met minder afbreukrisico.”

Prins bij de balie
Na de pauze toonden de presentatoren een aardige reclame van een BoP-product. We zagen een Indiaas meisje dat droomde van een carrière als stewardess maar werd afgewezen vanwege haar donkere huidskleur. Gelukkig zat de toegang tot haar geluk in een klein tubetje. Voor een luttel bedrag kon zij veel Ayurvedische kruidenkracht kopen waardoor zij snel veel tinten witter werd. Zo kwam alles nog goed mede omdat de prins van haar dromen de tweede keer bij de balie van de luchtvaartmaatschappij al op haar stond te wachten.
Wat vinden wij van dit BoP-product dat wel toegankelijk is voor brede lagen van de Indiase bevolking? De presentatoren Ralf Bodelier en Evelijne Bruning daagden publiek en deskundigen uit om hun mening te geven. “De consument beslist”, was de meest gehoorde reactie, “Dat ontslaat producenten natuurlijk niet van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.”

wp-12-5-09-35wp-12-5-09-38wp-12-5-09-41

Nieuw obstakel
Die vrouw die met een microkrediet een bestaantje heeft opgebouwd en met haar inkomsten wat BoP-producten kan kopen voor haar en haar gezinsleden, krijgt vervolgens misschien te maken met een nieuw obstakel. Haar man misgunt haar het succes en begint haar het leven zuur te maken. Zij kan niet naar een advocaat of een bureau voor rechtshulp stappen om een scheiding aan te vragen maar hoeft de situatie ook niet lijdzaam te ondergaan. Micro-justice is een nieuwe, laagdrempelige dienst gericht op de armen. Jin-Ho Verdonschot zit op het Wereldpodium om deze dienstverlening toe te lichten. De belangrijkste pijlers van Microjustice zijn op dit moment identiteitsregistratie en mediation. In veel ontwikkelingslanden is het duur (tot wel een half maandsalaris) en ingewikkeld om aan een paspoort te komen, tegelijk is zo’n document een voorwaarde voor legaal werk, eigendomsregistratie en voorzieningen. Door de aanvraag van paspoorten collectief en op afbetaling te regelen, kunnen meer mensen in het bezit komen van een ID-bewijs. Mediation kan worden bevorderd door lokaal geschikte mensen op te leiden en door bijvoorbeeld ‘sharing rules’ toe te passen bij echtscheiding, te verspreiden via de radio of via het web.
In alle gevallen gaat het om transacties die zo laagdrempelig mogelijk zijn maar waarvoor wel wordt betaald. Dat blijft een nog wat ongemakkelijke combinatie voor veel bezoekers van het Wereldpodium; geld verdienen met producten en diensten voor de allerarmsten. Toch zien velen de waarde wel in van die economische basis.

Micromuziekjes
Voor- en tegenstanders van de micro-diensten worden ondersteund of onderbroken door de sirenes, maagborrelingen, geluidssalvo’s en andere micromuziekjes die de hele avond geproduceerd worden door Jacques Palinckx achter zijn draaitafel. Net voor de pauze komt hij even van zijn platformpje af om ons te laten kennismaken met zijn microgitaar die hij op de vrijmarkt kocht voor het microprijsje van € 2,–. Daarna is het tijd voor een microhapje, een amuse met een kwartelei.

Macro-inspanningen
De deskundigheid spatte er weer vanaf op dit Wereldpodium over micro- (of macro?) inspanningen voor een betere wereld. Ook het publiek, ook dit keer een aardige mengeling van jong en oud, vertrouwd en nieuw, weerde zich goed om de voors en tegens van al die inspanningen af te wegen.

Tekst: Marianne Dagevos, Marcada Project en Tekst www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 21 april 2009: Joris Voorhoeve over militaire missies

Publicatiedatum: 19 januari 2009

Of je nu een avondje zit te zappen of met je ochtendkoffie en boterham met kaas een krant openslaat, Afghanistan lijkt aan de orde van de dag. Keer op keer gaat het over ‘onze jongens’ in Kamp Holland, over een gesneuvelde soldaat, of heeft er wel iemand een menig over de vooruitgang (of juist niet) die er in Afghanistan wordt geboekt. Maar Nederland zit niet alleen in Afghanistan. Op 22 april 2009 zijn precies 1.887 Nederlandse militairen op missie. In Afghanistan, maar ook in Bosnië, Irak, Soedan, Bahrein en de internationale wateren rond Somalië. Ook in het verleden wilde Nederland zich nogal eens mengen in militaire of humanitaire conflicten. Wat heeft Nederland daar te zoeken? Kan een klein land als Nederland wel iets uitrichten? Hoe kritisch moeten we zijn over voorbije en huidige missies? En wat zijn de effecten van deze missies op de locale bevolking en de militairen zelf?

21-4-09-421-4-09-821-4-09-10

Om deze vragen te beantwoorden, spreken we deze avond met 3 (ex) militairen die, de een wat meer recentelijk dan de ander, voor Nederland op missie zijn geweest. De missies waar het vooral om zal draaien zijn die in Nieuw Guinea, Bosnië en Afghanistan. Hoofdgast deze avond is Prof. Dr. Joris Voorhoeve, voormalig minister van Defensie tijdens de val van Srebrenica, en tegenwoordig Lid van de Raad van State, hoogleraar in Leiden en Breda en voorzitter van Oxfam Novib. Hij zal praten over missies van toen en nu en over de wederopbouw van voormalige oorlogsgebieden.

21-4-09-1121-4-09-1321-4-09-15

Gepaster had de avond niet kunnen beginnen: Drumfanfare De Groeseindse Jagers zet de avond in met de “Cadetten Defileermars”, waarna de militairen zichzelf voorstellen. Hierop opent Ralf Bodelier officieel het podium en schalt het officieuze volkslied “Brabant” van Guus Meewis door de zaal.

21-4-09-1821-4-09-1921-4-09-20

Voorhoeve bijt echt het spits af met een algemeen verhaal over zijn tijd als minster en daarna. Hij vertelt over de erfenis van zijn voorganger Terbeek die hem Srebrenica na heeft gelaten. Tijdens zijn ministerschap, van 1994 tot 1998, had hij met een flink aantal missies te maken. Bosnië en Rwanda springen natuurlijk direct in het oog, maar ook in Haïti en Cyprus waren er missies. Temidden van al deze missies werd hem opgelegd om 1 miljard te bezuinigen binnen defensie, een onderwerp wat later op de avond zeker nog ter sprake komt.
Voorhoeve is kritisch over de Nederlandse interventies, maar vindt dat ook gezond. Zijn oordeel? “Het militaire gedeelte gaat goed, maar de nazorg schiet tekort.” Hij vergelijkt een oorlogsgebied met een patiënt in een ziekenhuis. Wat Nederland doet is een chirurg op de patiënt loslaten, om hem vervolgens direct na de operatie buiten te schoppen. In 2 op de 3 landen waar oorlog heeft gewoed, breken binnen 10 jaar opnieuw conflicten uit. Over dit thema heeft hij ook twee publicaties op zijn naam staan, namelijk From War to the Rule of Law (2007) en Rechtsstaat in Ontwikkelingslanden (2008). Het allerbelangrijkste criterium voor naoorlogse stabiliteit is een goede rechtsstaat met instellingen voor vreedzame conflictoplossing. De economische situatie zal zich daarna automatisch stabiliseren.
Ook de rol van de VN en de kaders waarin Nederland militairen uitzendt, worden kort besproken. Wanneer kan, mag en moet je ingrijpen? In het kort: de VN moet ingrijpen wanneer mensenrechten geschonden worden, maar vanwege bureaucratie, belangenverstrengeling en het vetorecht van bepaalde naties is dit “makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan”.

21-4-09-2221-4-09-2321-4-09-24

Meike de Jong heeft een gesprek met Henk Willemse die spreekt over zijn ervaringen in Papoea Nieuw Guinea. Henk Willemse was nog nooit buiten de Nederlandse grenzen geweest toen hij in 1961 naar Papoea Nieuw Guinea werd gezonden als “rijksambtenaar” en 7 weken op de boot zat om vervolgens aan te komen in koppensnellersgebied zonder weten wat hij er precies moest doen. Voor hem is het een kwalijke zaak dat Nederland daar aanwezig was en er meer dan 100 man zijn gesneuveld in een missie die vanaf het begin af aan gedoemd wat te mislukken. Hij voelt zich nog steeds schuldig over de onmacht van Nederland en de loze beloften die de Papoea’s zijn gedaan. Dit schuldgevoel heeft hij omgezet in een NGO voor de Papoea’s. Voorhoeve nuanceert de situatie door te vertellen dat er zeker mensen geholpen zijn, maar dat Nederland niet op kon tegen Indonesië dat op dat moment ook door de VS werd gesteund.
Wanneer moet je nu echt ingrijpen en waar ligt die grens?, vraagt Ralf zich af. Voorhoeve denkt dat de rechtvaardigheid van ingrijpen soms alleen achteraf gemeten kan worden. Soms is het echter “stenen optillen die we alleen op onze voeten kunnen laten vallen” en slecht optreden is vaak zelfs slechter dan helemaal niks doen. Wat betreft Irak: enkel de toekomst zal het leren.

21-4-09-2921-4-09-36

Na de pauze met Libanese Falafels met knoflooksaus is het de beurt aan Bosnië-veteraan Willem Linders die lange tijd doorbracht in Bosnië. Tegenwoordig vormt hij een one-man hulporganisatie. Hij heeft “een stukje van zijn hart in Bosnië achtergelaten” en keer regelmatig terug naar een klein dorpje waar hij dat hervindt.
Hij benadrukt dat het kennen van de cultuur cruciaal is voor het slagen van een missie. Zo vertelt hij een verhaal over hoe hij met een simpel glaasje locale rakia vertrouwen weet te winnen. Afghanistanganger Bruns sluit zich daarbij volledig aan. “Gebieden veroveren en mensen doorschieten heeft geen zin. Je moet de mensen voor je winnen zodat de steun voor de Taliban verdwijnt.”

Natuurlijk wordt ook ‘hoofdpijndossier’ Srebrenica aangestipt. Wanneer de vraag uit het publiek komt wat Voorhoeve, wetend wat hij nu weet, anders zou hebben gedaan antwoordt hij: “Ik had nooit minister van defensie moeten worden” en lijkt dit semi-serieus te menen. Toch komt de politicus in Voorhoeve naar boven wanneer hij de zwarte bladzijde die Srebrenica heet nuanceert. De enclave was simpelweg niet te verdedigen met zo weinig mensen. Met ongeveer 400 blauwhelmen is weinig uit te halen tegen een overmacht en met name door de beeldvorming van de media heeft Nederland last van “valse zelfbeschuldiging”. Hij mag als voormalig minister nog niet overal over praten omdat het dossier nog niet verjaard is, maar sarcastische opmerkingen over luchtsteun die niet kwam en een Britse officier die “toevallig” op vakantie was toen het allemaal gebeurde, geven een donkerbruin vermoeden dat Voorhoeve hier nog niet over uitgepraat is en hebben hem een open uitnodiging voor een toekomstig Wereldpodium opgeleverd. Daarmee verlaat Voorhoeve (op de vouwfiets richting treinstation!) dit Wereldpodium.

De discussie is echter nog niet ten einde en ook Lodewijk Brus krijgt de gelegenheid zijn verhaal te vertellen. Hij is recentelijk teruggekeerd uit Afghanistan waar zijn werk, naar eigen zeggen, met name bestond uit theedrinken en bureaucratische obstakels overwinnen. Aldaar heeft hij “de eerste steentjes gelegd van de lange weg naar wederopbouw”. Meike vraagt zijn mening over de stelling “vechten wanneer het moet, opbouwen wanneer het kan”. Het antwoord luidt dat ‘opbouwmissie’ eigenlijk een slechte term is. “Er valt niks op te bouwen, want er is niks. We kunnen ook niet verwachten dat wij daar wel even orde op zaken komen stellen. Een dergelijke drastische cultuurverandering in 20 jaar moet je niet eens willen, want dat kan niet.”

Nog even heeft het publiek de kans om de militairen vragen te stellen. De twee hoofdthema’s zijn training van de manschappen en het verwerken van de ervaringen. Bruns en andere ervaringsdeskundigen uit het publiek benadrukken dat de training tegenwoordig goed en zeer uitgebreid is. Ook de vrouw van Willemsen komt aan het woord over haar ervaringen met haar man na zijn terugkeer uit Nieuw Guinea.
Als laatste worden de VN en NAVO nog kort onder de loep genomen. Er blijkt redelijk wat verwarring te zijn over precieze verantwoordelijkheden en inmenging. Linders heeft niet bepaald een hoge pet op van de VN. De VN is ongestructureerd en niet daadkrachtig genoeg. Landen zoals Nederland zullen dus altijd hun eigen gevoel voor ethiek mee moeten laten spelen bij beslissingen tot militair ingrijpen.
De gasten worden bedankt en cadeautjes worden uitgedeeld waarna het publiek met genoeg ‘food for thought’ de zaal verlaat op de marsklanken van De Groeseindse Jagers.

Tekst: Linda Mous
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 9 juni 2009: Lief en leed van de importbruid

Publicatiedatum: 19 januari 2009

Immigratie beperken? Integratie bevorderen?

Over lief en leed van de importbruid
Verslag van het Wereldpodium van 9 juni 2009

De redacteuren van het Wereldpodium konden het zich niet beter wensen. Uitgerekend in de week dat ‘de importbruid’ op het podiumprogramma stond, mengde minister Van der Laan zich hoogstpersoonlijk in de kwestie en kwam met strengere maatregelen rondom deze spraakmakende vorm van huwelijksmigratie. Presentator Ralf Bodelier, altijd uit op verschuivende meningen, daagde ook dit keer het podiumpubliek uit om nog eens kritisch na te denken. Wat weegt het zwaarst: de vrijheid om te trouwen met een partner uit het land van herkomst of de moeizame en problematische integratie van de importbruid? Gelijke rechten bij huwelijkskeuze voor autochtonen en allochtonen of de onaantrekkelijke, ondergeschikte positie van de importbruid bij haar schoonfamilie in Nederland? Opvallend was de mening van de hoofdgast van de avond, de Turkse Hülya Cigdem, tevens schrijfster van de autobiografische roman ‘De importbruid’. Op basis van haar ervaringen en die van vrouwen uit haar omgeving, bleek zij zich goed in de voorstellen van Van der Laan en eerder Verdonk te kunnen vinden. “Als er veel obstakels zijn, helpt dat jonge mensen in Nederland”, legde ze uit. “Ze kunnen dan tegen hun ouders en familieleden zeggen dat het veel te ingewikkeld is om een partner uit Turkije te halen.”

wp-9-6-09-1wp-9-6-09-4wp-9-6-09-8

Leeskring
Het Wereldpodium van 9 juni begon als een grote leeskring in het gezelschap van de geliefde schrijfster. Lezeressen uit het publiek spraken hun bewondering uit over Cigdems roman, de schrijfster las voor uit eigen werk en vertelde over haar persoonlijke ervaringen. Al snel bleek wel dat dit boek meer is dan spannend, goed geschreven proza. ‘De importbruid’ beschrijft een schrijnend, actueel probleem dat nog steeds veel vrouwen overkomt. Hoewel het aantal importbruiden sinds 2005 (maatregelen van toenmalig minister Verdonk) gedaald is van 10.000 naar 6000 –inmiddels is trouwens weer sprake van een stijging, niet uit herkomstlanden als Turkije en Marokko maar uit asiellanden als Irak, Somalië en Afghanistan- toch gaat het hier om tragische omstandigheden op persoonlijk en maatschappelijk vlak. Jonge meisjes trouwen met een landgenoot en komen naar Nederland in de verwachting hier een paradijs aan te treffen. In plaats daarvan komen ze in een samenleving terecht die ze niet begrijpen en waar ze maar heel moeilijk hun weg vinden. Soms worden ze in hun vrijheid belemmerd door hun partner of schoonfamilie. Meestal komen er al snel kinderen en deze kinderen, in praktijk derde generatie, hebben de problemen van de tweede generatie: ze leren thuis geen Nederlands en raken pas laat bekend met de Nederlandse samenleving.

wp-9-6-09-13wp-9-6-09-16wp-9-6-09-19

Boek te confronterend
Schrijfster Cigdem heeft zich inmiddels aardig ontworsteld aan die verstikkende status van importbruid. Ze maakt een zelfverzekerde indruk, werkt als journalist en schrijfster en heeft nog steeds een goed huwelijk met haar Turkse man Ahmed die zich af en toe in de discussie mengt. Toch denkt ze dat haar emancipatie niet maatgevend is voor alle importbruiden. Dit wordt bevestigd door Dilek Kocabiyik die namens het Wereldpodium een aantal Tilburgse importbruiden en één bruidegom heeft geïnterviewd. Het boek van Cigdem en de titel ‘importbruid’ is voor velen te confronterend. De schrijfster bevestigt dat veel mensen in de Turkse gemeenschap niet blij zijn met haar boek omdat ze de dubbele seksuele moraal, de onderdrukking van de schoonmoeder en de grote verschillen tussen mannen en vrouwen zo openlijk beschrijft. Mede om die reden wil zij niet dat haar boek in het Turks vertaald wordt. “Dat zou mijn familie niet aankunnen.” De twee Turkse vrouwen wijzen op de verschillen tussen een wij-cultuur ( je weet precies wat er van je verwacht wordt) naar een ik-cultuur (ruimte voor mijn persoonlijke wensen) en leggen overtuigend uit dat met name meisjes en vrouwen klem zitten tussen deze twee culturen.
De podiumkunstenaar van de avond lijkt allerminst klem te zitten: Hind Hakki alias Double H beschrijft zichzelf als ‘geboren in Tilburg, geworteld in Marokko’ en ze leeft voor rap, hiphop, funk, soul en reggae. Samen met enkele andere muzikanten brengt ze een paar stevige, melodieuze nummers die in heel veel culturen zeker gewaardeerd worden.

wp-9-6-09-21wp-9-6-09-24wp-9-6-09-25

Grenzen stellen?
Na de pauzehap: baklava en Turks brood, is het forum uitgebreid met twee autochtone dames: Erna Hooghiemstra, directeur van het PON Noord-Brabant en Ingrid Verhagen, directeur van het Tilburgse Centrum voor Buitenlandse Vrouwen (CBV). Het gesprek gaat door over de positie van importbruiden en de wenselijkheid van gezinsvorming vanuit het land van herkomst. Hooghiemstra benadert het onderwerp vanuit onderzoek en verwacht dat dit soort vraagstukken zich grotendeels ‘vanzelf’ zullen oplossen. Verhagen weet uit ervaring dat er verborgen problemen zijn bij allochtone meisjes maar dat zij daar heel moeilijk over praten. Op de vraag of het boek van Hülya Cigdem op de balie van het CBV ligt, antwoordt Verhagen ontkennend. Het boek is voor haar doelgroep te controversieel.

wp-9-6-09-26wp-9-6-09-35

Dat roept andere vragen op uit het publiek: ‘Is het geen tijd dat de allochtone gemeenschappen zelf de discussie aangaan over hun waarden en over wat zij van hun jongeren, meisjes en jongens, verwachten? Cigdem benadrukt eveneens: “Integratie gaat niet vanzelf. Uit bezorgdheid voor de vrouwen die vanuit Turkije hierheen worden gehaald, wil ik grenzen stellen.” Toch laat de meerderheid van het podiumpubliek zich niet van zijn standpunt afbrengen: vrijheid van verkeer van personen gaat boven immigratiebeperking. Hülya Cigdem kan alleen maar verzuchten: “Hoeveel kan de Nederlandse samenleving nog hebben?” Een profetische vraag waar minister Van der Laan al een eerste antwoord op heeft: als het aan hem ligt worden de toelatingseisen bij huwelijksmigratie aangescherpt. Zo herleeft een oud ideaal van Verdonk: de integratie bevorderen door de immigratie te beperken. Op het Wereldpodium van 9 juni stonden de Turkse vrouwen positiever tegenover dit ideaal dan de Nederlandse.

Tekst: Marianne Dagevos. Marcada Project & Tekst
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 17 maart 2009: ‘Jihad vs. Mc Porn’

Publicatiedatum: 18 januari 2009

Porno en erotiek; schuttingtaal of een mond vol tanden

Lovetoys in roze en Ultimate Lovetoys in paars beide verpakt in luxe geschenkdozen, vormden de opmaat naar het Wereldpodium van dinsdag 17 maart. Het publiek in de foyer, evenwichtig verdeeld over mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, toonde geen openlijke belangstelling voor de artikelen. Slechts een paar dames wilden de massageolie wel eens op de huid voelen en ruiken. In dat opzicht bleken de gasten van het Wereldpodium vergelijkbaar met allochtone Nederlanders die zich, naar verluidt, nauwelijks in de winkels van Christine Le Duc laten zien. “Als ze al komen, komen ze voor middeltjes waardoor het allemaal zo lang mogelijk duurt”, weet Nicole van de Griendt, eigenaar van een aantal erotische winkels.

wp-09-3-17-01wp-09-3-17-02wp-09-3-17-03

Dubbele betekenis
Een Wereldpodium met een intrigerende titel: ‘Jihad vs. Mc Porn’. Een verwijzing naar het boek van Benjamin Barber ‘Jihad vs Mc World’ over de machts- en waardenconflicten veroorzaakt door de globalisering en ook een hint naar de publicatie ‘Mc Sex en de pornoficatie van Nederland’ van de journalist Myrthe Hilkens die 17 maart volop in de Tilburgse schijnwerpers stond. Al snel bleek dat je met dit thema moet uitkijken want elke uitdrukking krijgt al snel een dubbele betekenis. Zo maakte presentator Meike de Jong een schatting, uiteraard was dat nattevingerwerk; en arabist Jan-Jaap de Ruijter vertelde dat elk Arabisch woord een erotische betekenis heeft. Of dat de Arabieren tot de meest seksueel ontwikkelde mensen maakt, was de vraag. In de 19e eeuw projecteerden romantische schilders hun erotische dromen op mooie, ronde dames in Turkse badhuizen of in Oosterse harems. In het Victoriaanse Europa moest toen alles immers bedekt blijven. 150 jaar later lijkt de situatie omgekeerd. Er zijn weinig beelden die ons nog shockeren terwijl in de islamitische wereld de seksuele contacten plaatsvinden zonder dat de buitenwereld er iets van ziet. “Op dit moment zijn er alleen verliezers”, stelde De Ruijter, “De strenge, behoudende volgers van de Profeet hebben de schoonheid van de religie en de schoonheid van de seksualiteit gekaapt en tot verboden gebied verklaard.” Op het Wereldpodium kreeg de arabist die werkzaam is aan de Universiteit van Tilburg, een kwartier spreektijd om zijn ervaringen met het dagelijkse leven in landen als Egypte uiteen te zetten. Hij deed dit op een poëtische en persoonlijke manier, zijn bijdrage is hier na te lezen.

wp-09-3-17-04wp-09-3-17-05wp-09-3-17-06

Twee generaties
Voor de pauze ging het vooral over de vermeende pornoficatie van ons eigen land. Twee dames uit twee generaties, met uiteenlopende meningen werden om de beurt aan de tand gevoeld. Filosoof Marli Huijer vertegenwoordigde de eerste generatie feministes en vermeed elk moreel oordeel over porno en seksueel geweld. “Geweld hoort bij het leven”, betoogde zij, “Wereldwijd zijn meer vrouwen slachtoffer van geweld dan mannen maar dat komt door de machtsongelijkheid, niet door porno. De relatie tussen porno en seksueel geweld is nooit aangetoond.” Huijer brak een lans voor porno als een verrijking van het seksuele leven van mannen en vrouwen. “Door de beelden wordt je fantasie geprikkeld en krijg je een groter repertoire”, betoogde de hoogleraar filosofie en voormalig arts. Ralf Bodelier toonde een paar sites met grove en vernederende beelden en vroeg het nog eens: ‘Wie betaalt de prijs voor deze uitingen die overal op internet te vinden zijn?’ Huijer plaatste de voorbeelden in een groter verband en stelde dat er altijd een relatie geweest is tussen seks, geweld en onderdrukking. “Seks heeft te maken met kwetsbaarheid en zelfverlies”, filosofeerde zij, “Dit moet blijkbaar vaak gecompenseerd worden door machtsvertoon en geweld.”

wp-09-3-17-07wp-09-3-17-08wp-09-3-17-09

Knuppel in hiphophok
Journalist Myrthe Hilkens liet zich wat gemakkelijker uit haar tent lokken en vertelde spontaan het verhaal dat geleid had tot de publicatie van haar boek. Via haar buurjongen, tevens DJ en op haar verliefd, raakte ze verzeild in de hiphopscene. Later verdiende ze als journalist haar brood door over dit genre te schrijven. Maar gaandeweg begon de seksistische taal van de rapnummers haar tegen te staan. “Ik was bang de knuppel in het hiphophok te gooien”, vertelde ze op het Wereldpodium, “Maar ik voelde mij ook zeer beperkt in mijn persoonlijke vrijheid als vrouw.” Met een eerste publicatie op internet raakte ze blijkbaar zo’n gevoelige snaar dat zij binnen de kortste keren te boek stond als expert op het gebied van porno en ‘pornoficatie’ in Nederland. Haar jonge leeftijd (toen 28) en vlotte uitstraling droegen daar zeker aan bij. Omdat zij stevig morrelde aan de heilige huisjes van de vrije seksuele moraal kreeg Hilkens veel over zich heen, zowel van de eerste generatie feministen als van mannen van een zekere leeftijd. “Het bombardement aan seksuele beelden via internet en films is vooral voor vrouwen beklemmend en vernederend en daarom extreem storend”, stelde Hilkens. Zij bepleitte een tegenbeweging vanuit school en thuis. Dat had zij ook al gedaan in haar artikel in het Brabants Dagblad van 17 maart.

wp-09-3-17-10wp-09-3-17-11wp-09-3-17-12

Nare zaken
“Seksuele voorlichting op scholen is nagenoeg uit het programma geschrapt of wordt alleen nog in verband gebracht met nare zaken als soa’s, hiv of ongewenste zwangerschap”, meldde Hilkens op basis van verschillende onderzoeken. “Er zijn ook andere beelden mogelijk, zoals seks in combinatie met liefde en seksvriendelijke porno.”
Hilkens’ woordenstroom ging over in de muzikale verwerking van het thema door het Tilburgs vrouwenkoor ‘Des Unique’. In een uitgebreid lied stelden zij een ideale man samen.

Afrodisiacum
Vaste onderdelen van het Wereldpodium als de pauzehap en de zeepkist werden dit keer ingevuld door resp. een portie chocolademousse en de Tilburgse wethouder voor internationale samenwerking Gon Mevis.Deze laatste presenteerde geen afrodisiacum maar een nieuwe folder over ‘Tilburg Wereldstad’.
Na de pauze kreeg de zaal de gelegenheid om vragen te stellen aan de panelleden. José, die les gaf in seks, constateerde dat veel vrouwen hun eigen anatomie niet kennen. Onderwijsmensen bevestigden dat seksualiteit op school een moeilijk bespreekbaar onderwerp blijft en ook een studente genderstudies constateerde dat het in haar studie nooit over vrouwelijke seksualiteit gaat. Huijer en Hilkens vonden elkaar in de constatering dat vrouwen in dit opzicht de slag hebben verloren en geen taal of beelden hebben ontwikkeld om over hun eigen seksualiteit te praten. “We zijn blijven hangen in sociaal wenselijk gedrag en kunnen niet onder woorden brengen wat we zelf prettig en belangrijk vinden.”
Die poging werd wel ondernomen door het vrouwenkoor ‘Des Unique’. De dames gingen los in hun laatste lied en lieten weten: ‘Ik wil geen liefde maar lust. Heel graag zelfs, behalve een keer in de maand, dan heb ik meer behoefte aan innerlijke rust!’

wp-09-3-17-13wp-09-3-17-14wp-09-3-17-15

Tekst: Marianne Dagevos
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 18 november 2009: Kindsoldaten, van wapens naar hamburgers

Publicatiedatum: 13 januari 2009

Van wapens naar hamburgers: over kindsoldaten, armoede en kansen op een nieuwe start

Hoe erg moet het zijn om indruk te maken op westerse toeschouwers? Zo erg als Marco Borsato laat zien in ‘Wit Licht’ waar kindsoldaten als bewijs van moed elkaar moeten slaan en vermoorden? Of zo erg als in de film ‘Blood Diamonds’ (met Leonardo di Caprio) waar een kindsoldaat zijn vader niet meer herkent omdat hij is gehersenspoeld. In ieder geval heeft het thema van de kindsoldaten de grote filmindustrie bereikt en wordt het sensationele verhaal van schietende en moordende kinderen over de hele wereld verspreid. Wat is er eigenlijk echt aan de hand en wat gaat er mis in landen waar kinderen betrokken raken in oorlog en guerrilla’s. Daarover ging het Wereldpodium van woensdag 18 november.

wp 18-11-09 (1)_2wp 18-11-09 (4)_2wp 18-11-09 (5)_2

Investering te riskant
‘In landen met kindsoldaten, hebben ze geen McDonald’s’ stelt Ralf Bodelier uitdagend tijdens de 22e editie van het Podium. Bodelier baseert zijn stelling op een landkaartje met wereldwijd de vestigingen van de fastfoodgigant. Conclusie: McDonald’s opent geen restaurant in gebieden waar het instabiel is en waar een groot deel van de bevolking in armoede leeft. Dan wordt de investering te riskant. En wat McDonald’s concludeert, concluderen ook andere investeerders. Juist in die landen waar niets te verliezen is, wakkert een oorlogsvuurtje gemakkelijk aan en zoeken kinderen hun heil bij bendes en legers. Want opvallend genoeg sluiten de kinderen zich niet aan omdat ze willen vechten maar omdat ze hopen in het leger bescherming, eten en drinken en wat rust te vinden.

wp 18-11-09 (9)_2wp 18-11-09 (11)_2wp 18-11-09 (12)_2

Extreme omstandigheden
Antropoloog Ginny Mooij doet al jaren onderzoek in Sierra Leone en interviewde talrijke kindsoldaten (in haar geval jongens). De personificaties van het kwaad en van het brute geweld die ze dacht aan te treffen, bleken in werkelijkheid charmante, vriendelijke jongens te zijn die zo snel mogelijk de oorlog achter zich wilden laten. Ze constateerde geen significante verschillen tussen kinderen die vrijwillig of gedwongen waren gerekruteerd en evenmin waren de verschillen groot tussen kinderen die in het leger hadden gezeten en zij die dit hadden kunnen voorkomen. “Het gaat bij allemaal om overleven”, stelt de antropoloog, “In extreme omstandigheden kom je tot extreem gedrag.”

wp 18-11-09 (13)_2wp 18-11-09 (16)_2wp 18-11-09 (19)_2

Lansana Juana, voormalig kindsoldaat uit Sierra Leone en nu samen met Ginny actief in een stichting om de jongeren een toekomst te bieden, legt de nadruk op de verschillende legeronderdelen die in Sierra Leone opereerden. “Je had terreurgroepen die veel geweld gebruikten en gevreesd werden en je had burgertroepen die de steun hadden van de bevolking”, haast hij zich te verklaren. Op de vraag of hijzelf geweld heeft gebruikt of gewelddadige acties heeft gezien, antwoordt hij dat hij zeker getuige is geweest van monsterlijke gebeurtenissen, zoals mensen die elkaar opaten. In Sierra Leone kwam trouwens in 2002, na ruim tien jaar strijd, een einde aan de oorlog en werden de 7000 kindsoldaten ontwapend. Het land kent nu geen kinderen met wapens meer.

wp-18-11-09-(23)wp-18-11-09-(24)wp-18-11-09-(26)

Speciale rechten voor kinderen
Met behulp van lijstjes en cijfers geeft Ralf Bodelier een overzicht van de actuele situatie. Kindsoldaten zijn jongeren (jongens en meisjes) tot 18 jaar die verplicht of vrijwillig betrokken zijn bij gewapende strijd. Wereldwijd zijn dat er zo’n 300.000, voor het overgrote merendeel in ontwikkelingslanden. De bekendste voorbeelden komen uit Afrika (Kongo, Tsjaad, Soedan) maar ook Azië doet volop mee en in Latijns-Amerika komen kindsoldaten voor in Colombia. Op de kop af 20 jaar geleden werden de Rechten van het Kind vastgesteld en geratificeerd door heel veel landen (maar niet door de VS!) en daarin werden aparte rechten voor kinderen vastgelegd. Voorbeelden: geen sex met volwassenen, geen fulltime werk en geen oorlogshandelingen.
Om het verhaal niet te zwaar te maken, werd dit Wereldpodium verlicht en opgeschud door breakdancegroep The Hustle Kids. Het publiek werd gevraagd met geklap positieve energie op te wekken en ondertussen tolden de drie kids om hun as op voeten, schouders en hoofden, legden hun benen in de knoop, veerden op en neer en vertoonden hun vliegensvlugge voetenwerk. De begeleider adviseerde ons om dit thuis niet na te doen, een onnodige waarschuwing.

wp-18-11-09-(30)wp-18-11-09-(31)wp-18-11-09-(36)

Overleven en wraak
Terug naar de sprekers van het Wereldpodium. Ginny Mooij schreef twee boeken naar aanleiding van de levensverhalen van kindsoldaten in Sierra Leone en benadrukt de context waarin jonge mensen tot bepaalde keuzes komen. ‘Eerst de jongen leren kennen, dan zijn daden horen”, is haar motto. Daarbij, ‘Niet oordelen, in de oorlog is het leven heel anders en voor ons bijna niet voorstelbaar’. Lansana vertelt dat het in oorlogstijd slechts draait om twee dingen: overleven en wraak. Iedereen heeft wel een naaste verloren en moet zich wreken. Hijzelf ging bij het leger nadat zijn ouders waren gestorven. Aangezien hij kon lezen en schrijven, hielp hij met het opstellen van documenten om van het ene gebied naar het andere te komen. In de fragmenten uit ‘Wit Licht’ herkent hij zich niet. Het idee van een therapie voor ex-kindsoldaten lijkt hem vooral een westerse uitvinding. De jongeren in Sierra Leone moeten geholpen worden met werk, scholing en een stabiele samenleving.

wp-18-11-09-(38)wp-18-11-09-(39)wp-18-11-09-(41)

Millenniumdoelen
Na de pauze komen twee hulpverleners aan het woord: Jan Bouke Wijbrandi, directeur van Unicef Nederland en Sjoera Dikkers, directeur van Defence for Children. Beide organisaties werken wereldwijd aan de rechten van het kind waarbij de ene een heel grote club is verbonden aan de Verenigde Naties en de andere juist een heel kleine, gespecialiseerde. Defence for Children biedt juridische hulp aan kinderen in detentie en werkt aan de bescherming van hun rechten. Unicef zit veel meer op de diplomatieke lijn en probeert regeringen over te halen de kinderrechten te respecteren en deze te verankeren in hun eigen wetten en controles. Daarnaast werkt Unicef mee aan rehabilitatieprogramma’s voor kindsoldaten. Beide vertegenwoordigers van de ngo’s zijn niet enthousiast over de millenniumdoelen. Deze besteden geen aandacht aan geweld en evenmin aan lichamelijke integriteit. Bovendien leidt het bereiken van de doelen niet tot meer samenwerking tussen ontwikkelingsorganisaties. Elke organisatie claimt zijn eigen bijdrage aan een of meer doelen en verliest daarbij het grote ontwikkelingsdoel uit het oog. Dat kindsoldaten pas verdwijnen als landen beschikken over een eigen infrastructuur met plaatselijke bedrijvigheid, werd wel duidelijk uit de gesprekken tijdens dit Wereldpodium. Dat bij die bedrijvigheid ook een of meer McDonald’s vestigingen zitten, moeten we dan eigenlijk juist toejuichen.

wp-18-11-09-(43)wp-18-11-09-(45)

Tekst: Marianne Dagevos, Marcada Project en Tekst, www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

Verslag 1 november 2009: Eerste Peerke Donderslezing

Publicatiedatum: 3 januari 2009

Eerste Peerke Donderslezing: persoonlijk engagement en positief Tilburg-gevoel

Door Marianne Dagevos

In een stad waar ‘politici slechts zeiken’, was het hoognodig om het positieve Tilburg-gevoel een flinke boost te geven. Dat gebeurde op zondagmiddag 1 november, uitgerekend in het veelbesproken MIDI Theater, en de grote gangmaker daarvoor bleek een eenvoudige missionaris te zijn. Een typisch Tilburg ‘menneke’, tweehonderd jaar geleden geboren maar nog steeds springlevend in de Tilburgse volksdevotie en nu ook omarmd door intellectuelen en bestuurders. Peerke wordt hij liefkozend genoemd en ook wel: icoon van de Tilburgse identiteit, inspiratiebron voor naastenliefde en barmhartigheid, toonbeeld van wilskracht, doorzettingsvermogen en sociale bewogenheid. In Suriname heeft hij overigens andere kwalificaties. Suriname is het land waar hij ruim dertig jaar woonde, werkte en overleed en waar hij nog steeds vereerd wordt. De gelovige Surinamers spreken van pater Donders of Petrus Donders en roepen hem aan om voorspraak te doen voor hun problemen en noden.

PDL-2-11-09-(1)PDL-2-11-09-(3)PDL-2-11-09-(4)

Nieuwe waardering
In Nederland is Peerke Donders geseculariseerd, constateerde presentator Ralf Bodelier. Die secularisatie heeft gezorgd voor een nieuwe betekenis en waardering van deze zalig verklaarde volksheld. Daarom was de tijd rijp voor de eerste Peerke Donderslezing in Tilburg, uitgesproken op 1 november, op Allerheiligen. De Peerke Donderslezing is een initiatief van het Wereldpodium dat op deze manier aandacht vraagt voor mondiale onderwerpen die ons allemaal raken. Bijna 400 mensen kwamen naar het nieuwe theater en maakten kennis met de nieuwe Commissaris van de Koningin in Brabant, Wim van de Donk die deze eerste lezing uitsprak.

PDL-2-11-09-(8)PDL-2-11-09-(11)PDL-2-11-09-(12)

Volstrekt uniek
Voor de pauze draaide het programma om Peerke Donders, zijn persoon en zijn betekenis voor onze tijd.
Ellen van Kempen en Lout Donders (verre familie) maakten een documentaire over de beroemde Tilburger, zijn leven en zijn brieven. Aan de hand van fragmenten uit de film, bespraken de documentairemakers samen met Paul Spapens en Herman Vuijsje de verschillende kanten van de missionaris.

PDL-2-11-09-(13)PDL-2-11-09-(15)PDL-2-11-09-(16)

Paul Spapens kwalificeerde zich als ‘super Tilburger’ en noemde Peerke Donders ‘volstrekt uniek in zijn tijd en voor onze tijd’. Spapens prees de beweging van onderop die ervoor zorgt dat Donders levend blijft. Een mooi voorbeeld is het museum dat onlangs voor hem gebouwd is, ‘Het Peerke Donderspaviljoen, museum voor naastenliefde’. Journalist Herman Vuijsje zag het wat genuanceerder. Hij wees erop dat Donders wel protesteerde tegen de gewelddadige behandeling van de slaven maar dat hij niet het systeem aanklaagde dat de slavernij mogelijk maakte.

PDL-2-11-09-(21)PDL-2-11-09-(22)PDL-2-11-09-(23)

Lout Donders voelde zich vanwege zijn achternaam moreel verplicht om het verhaal van Peerke verder uit te dragen. De film die hij produceerde en die Ellen van Kempen maakte, is inmiddels vertoond in de Tilburgse bioscoop Cinecittà en op Omroep Brabant. De Zuid-Amerikaanse première komt eraan. Van Kempen is geraakt door de wilskracht van de kleine Peerke die priester wilde worden ook al was dat onmogelijk voor kinderen uit de arbeidersklasse.

PDL-2-11-09-(26)PDL-2-11-09-(29)PDL-2-11-09-(30)

Een precair onderwerp is de heiligverklaring van Peerke Donders die nog op zich laat wachten. In 1982 werd de Tilburgse missionaris wel zalig verklaard, maar voor de heiligverklaring zijn bewijzen nodig van een tweede wonder en het valt niet mee om die te verzamelen. Misschien is het leven van Peerke wel het grootste wonder, concluderen de panelleden. Zowel zijn doorzettingsvermogen, als zijn werk in Suriname en zijn zorg voor de melaatsen zonder zelf ooit ziek te worden.

PDL-2-11-09-(32)PDL-2-11-09-(33)PDL-2-11-09-(35)

Meeswingen
Ook zanger Henk van kasekoband Bradi Banti uit Amsterdam heeft van pater Donders gehoord. De voorman van deze Surinaamse groep zingt echter liever over mooie meiden en over andere dingen die het leven fijn en vrolijk maken. Meestal heeft de band een publiek dat lekker meeswingt op de aanstekelijke muziek maar de stevige stoelen van het MIDI Theater laten weinig ruimte voor deinende heupen en zwaaiende armen. In de pauze is er als vanouds een Wereldpodiumsnack, deze keer geïnspireerd op de Surinaamse keuken.

PDL-2-11-09-(36)PDL-2-11-09-(37)PDL-2-11-09-(38)

Persoonlijk engagement
Na de pauze mag Wim van de Donk de eerste echte Peerke Donderslezing uitspreken. Voor hij Commissaris van de Koningin werd, was Van de Donk voorzitter van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) dus van deze erudiete man mag iets verwacht worden.

PDL-2-11-09-(41)PDL-2-11-09-(42)PDL-2-11-09-(44)

De luisteraars worden niet teleurgesteld, want Van de Donk put uit een breed arsenaal aan kennis en gegevens om zijn verhaal kracht bij te zetten. Zijn thema luidt: ‘Het weten van de wereld, Geloven in Duurzame Ontwikkeling’. Allereerst legt Van de Donk uit dat de nadruk op meten, zowel in de economie als in de ontwikkelingssamenwerking, zijn grenzen heeft bereikt. De huidige crises zijn vooral van morele en culturele aard en worden veroorzaakt door het gegeven dat we ons geen ‘onderdeel meer voelen van een groter geheel’. Economie moet weer deel worden van de sociale wetenschappen en de religieuze en spirituele dimensie van het leven moeten veel meer waardering krijgen om de gewenste duurzame ontwikkeling een kans te geven. De commissaris voert Peerke Donders op als voorbeeld van een mens die vanuit zijn persoonlijk engagement en een sterke overtuiging zijn opdracht in de wereld uitvoerde en zijn waarden in praktijk bracht ten gunste van de allerarmsten.

Het verschil tussen ‘wij’ en ‘zij’ moet vervallen, aldus Van de Donk. We moeten allemaal ontwikkelen en ons gedrag veranderen. We moeten ontwikkelingshulp of ontwikkelings-samenwerking vervangen door strategieën voor mondiale ontwikkeling die ons allemaal raken.

Mogelijkheden van internet
De beschouwing van Van de Donk wordt concreet gemaakt door Anna Chojnacka die de 1%club oprichtte, een marktplaats voor kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Anna is afkomstig uit Polen en weet hoe het is als een ideologie je leven vormgeeft. Ook kent ze het verhaal van haar grootvader die met elke machtswisseling zijn spaargeld verder zag slinken.

Tegelijk is deze politicologe gefascineerd door de mogelijkheden van internet. ‘Mensen die iets willen met elkaar, kunnen elkaar op elk moment bereiken en afspraken maken.’ Op dat gegeven is de 1% club gebaseerd voor mensen die 1% van hun tijd of geld willen geven aan een project in een ontwikkelingsland dat hun het meeste aanspreekt. Via de site www.1procentclub.nl kunnen projecten en deelnemers elkaar ontmoeten en meteen zaken doen. De site is zeer interactief en maakt allerlei dwarsverbanden mogelijk.
Anna zelf beperkt haar inzet niet tot 1% maar doet de overige 99% er van harte bij. ‘Door dit werk kom ik dagelijks de mooiste mensen en de mooiste projecten tegen’, verklaart ze aan de presentator Meike de Jong en besluit zo de eerste Peerke Donderslezing met een positief geluid en veel persoonlijke betrokkenheid. Dat zou de Tilburgse missionaris zeker hebben aangesproken.

Tekst: Marianne Dagevos, www.marcada.nl
Foto’s: Marloes Coppes

 

peerke-theater
(klik op de afbeelding voor vergroting)

Voor de integrale tekst van de Peerke Donderslezing: klik hier (pdf)

Verslag 15 oktober 2009: Hulp helpt wel

Publicatiedatum: 2 januari 2009


Hulp helpt wel

Feiten en fabels in de ontwikkelingshulp

Ontwikkelingshulp helpt niet, horen we de laatste tijd in de media, in het parlement en in de kroeg. Het Wereldpodium laat 15 oktober een ander geluid horen op de avond ‘Ontwikkelingshulp: tussen drogreden en sentiment’. Hulp helpt wel! Maar je kunt geen wonderen verwachten voor 6 dollarcent per dag.

TrotsOpNederland.com
“Na vijftig jaar hulp is het resultaat nul komma nul. Behalve dan een volle hangar met vliegtuigen bij de dictators en een paar miljard spaargeld op een Zwitserse bankrekening. Knettergek zijn we.”

De Telegraaf
“Hoe meer geld erin wordt gepompt, hoe minder economische ontwikkeling we ervoor terug krijgen.”

NuJij.nl
“En ik zie nog steeds plaatjes van hongerige en dorstige negertjes… Dus het heeft flink geholpen. NOT !”

wp-15-10-09-(1)wp-15-10-09-(3)wp-15-10-09-(5)

Het nut van ontwikkelingshulp staat meer dan ooit ter discussie, in de media, in het parlement én in de kroeg. “Hulp helpt niet”, is de boodschap die onder andere charmant wordt verwoord door de Zambiaanse Dambisa Moyo in haar populaire boek Dead Aid. Na zestig jaar hulp krijgen we nog steeds beelden van armoe en ellende uit Afrika voorgeschoteld: graatmagere kinderen met dikke buiken, mishandelde hologige vrouwen en gedrogeerde jongens met kalashnikovs om de nek.

wp-15-10-09-(12)wp-15-10-09-(13)wp-15-10-09-(19)

Een ander geluid
Het Wereldpodium stelt op de avond ‘Ontwikkelingshulp: tussen drogreden en sentiment’ ter gelegenheid van 40 jaar COS Brabant dat er weldegelijk vooruitgang is geboekt dankzij de biljoenen aan ontwikkelingshulp. Gastsprekers zijn hoogleraar ontwikkelingssamenwerking Paul Hoebink (CIDIN, Nijmegen), oud-directeur van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie Bram van Ojik. Speciale gast is Peter Nthenda, regiocoördinator van de Wereldbank in Malawi.

wp-15-10-09-(23)wp-15-10-09-(26)wp-15-10-09-(31)

Quiz
Voordat de experts aan het woord komen, wordt de kennis van het publiek over zestig jaar ontwikkelingshulp getest met een quiz ‘petje-op-petje-af’. Hoeveel ontwikkelingshulp ontving de gemiddelde Afrikaan de afgelopen 50 jaar? Hoeveel hulpdirecteuren verdienden in meer dan de Balkenendenorm? En hoeveel Afrikaanse landen waren er in 2006 in oorlog? De juiste antwoorden blijken (achtereenvolgens): 6 dollarcent per dag, geen enkele en 7. Na vijf vragen zijn nog slechts twee van de tweehonderd bezoekers van het podium in de strijd. Winnaar wordt [naam?], ze bekent bij de meeste vragen te hebben gegokt.
Journalist/presentator Ralf Bodelier licht de antwoorden toe met een spoedcursus ontwikkelingshulp. De meeste ontwikkelingsgelden blijkt niet naar de armste (Afrikaanse) landen te gaan. In 2007 kreeg Irak het meeste ontwikkelingsgeld, gevolgd door Suriname, de Solomon Eilanden en Kaapverdië. De Afrikaanse landen staan gemiddeld op plek 39. Ontwikkelingsgeld gaat ook niet voornamelijk naar armoedebestrijding. Economische ontwikkeling en politieke stabiliteit staan bovenaan de lijst met prioriteiten. Desondanks is er veel positiefs te melden over het donkere continent. De economieën in de landen ten zuiden van de Sahara groeien sinds 2000 met gemiddeld 7%, het aantal dictaturen is sinds de koude oorlog gedecimeerd en het aantal oorlogsslachtoffers is terug op het niveau van begin jaren zestig. “Meer reden voor optimisme, dan voor pessimisme”, besluit Bodelier.

wp-15-10-09-(32)wp-15-10-09-(33)wp-15-10-09-(40)

Successen en missers
Maar Dambisa Moyo stelt in Dead Aid dat zestig jaar ontwikkelingshulp Afrika niets heeft opgeleverd. Sterker nog: veel van de huidige problemen zoals corruptie zijn te wijten aan ontwikkelingshulp. “Heeft ze gelijk?” Hoogleraar ontwikkelingshulp Paul Hoebink kan er kort over zijn: haar boek kan wat hem betreft direct de prullenmand in. “Moyo geeft een uitermate oneerlijk beeld van ontwikkelingshulp. Cijfers van de Wereldbank die ze gebruikt, blijken niet te kloppen en bronnen die haar beweringen tegenspreken, gebruikt ze niet.” Bram Ojik draagt voorbeelden aan waaruit blijkt dat ontwikkelingshulp weldegelijk succes heeft gehad. Zo is het aantal kinderen dat de basisschool bezoekt in Zambia gestegen tot 90% en is de drinkwatervoorziening in Tanzania een succes.
“Natuurlijk zijn er ook grote missers”, vertelt Hoebink. De gebonden hulp uit de jaren zeventig en tachtig bijvoorbeeld waarbij landen verplicht waren producten van Nederlandse bedrijven af te nemen. En het IMF heeft tijdens de oliecrises maatregelen opgelegd die landen nog dieper de recessie in hebben geholpen. Ojik wijst op de cruciale rol van goed bestuur. Successen zijn vooral geboekt in landen met een stabiele, betrouwbare regering. “In landen als Nigeria en Soedan waar boeven regeren, is geen cent bij de armen terecht gekomen.”
Hoebink zegt dat we niet moeten vergeten dat landen met groot economisch succes zoals Taiwan en Zuid-Korea extreem hulpafhankelijk zijn geweest. Zij kregen in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw echter enorme bedragen, met name uit de VS, waarmee hun economische vlucht kon beginnen. Hetzelfde geldt feitelijk voor China dat dankzij grote particuliere investeerders een economische reus is geworden. “Afrika heeft nooit dergelijke hulp gekregen.”

wp-15-10-09-(42)wp-15-10-09-(44)wp-15-10-09-(46)

Géén zwembad
Peter Nthenda is ontwikkelingswerker in Malawi en op werkbezoek in Nederland. Nee, hij is niet blank, heeft géén zwembad in de tuin, gaat met de bus naar zijn werk en zijn kinderen zitten niet op een privé-school. “Dat beeld van de ontwikkelingswerker stamt uit de jaren zestig en zeventig. Er zijn tegenwoordig genoeg hoogopgeleide Malawianen om zelf projecten te leiden”, vertelt Nthenda rustig maar trefzeker. Voor de Wereldbank werkt Nthenda aan irrigatiesystemen, het opzetten van coöperaties, het trainen van projectmanagers en de aanleg en het onderhoud van wegen. Hij leidt een team van 25 medewerkers. Vindt hij ontwikkelingshulp nuttig? Nthenda: “Dankzij de hulp is het aantal kinderen dat naar school gaat in Malawi de afgelopen jaren verdubbeld tot meer dan twee miljoen. En inmiddels ontvangen 125.000 Malawianen AIDS-remmers, waardoor zij blijven leven en werken.”

Bloody shame
“In mijn omgeving hoor ik vaak: Waarom zou ik hulp moeten geven? Ik zorg hier voor mijn kostje, laten ze dat daar ook doen. We geven al zo lang, het helpt niets. Wat zeg je dan?”, vraagt een docent uit het publiek. Ojik: “Ik denk dat we vaak te snel in de verdediging schieten. Deels is de kritiek op ontwikkelingshulp terecht. Het is ook een bloody shame dat we nog steeds die beelden van hongerende mensen zien. ‘Je hebt een punt’, moet je zeggen en ga in discussie over hoe dit komt, en wat er beter kan en moet.” Hoebink: “Dat er geld verdwijnt is ook waar. Corruptie is echt een groot probleem. Mobutu van Zaïre heeft 5 miljard gestolen, Babaguida van Nigeria 2 miljard. Maar er zijn ook schone Afrikaanse leiders. In Tanzania is de regering gevallen omdat de bevolking in opstand kwam tegen corruptie. Voor het eerst verdwijnen Afrikaanse leiders in de gevangenis!” Ojik: “We werken niet in een perfecte wereld, maar Minister Koenders heeft een geavanceerd systeem van controle op Nederlandse ontwikkelingsgelden en er wordt hard opgetreden bij incidenten. We zouden ook meer moeten laten zien dat het vaak goed gaat.” Hoebink: “De bewijsvoering dat ontwikkelingshulp werkt, is niet zwak, kijk naar Bangladesh of Zuid-Korea. Maar iedereen wijst altijd naar sub-sahara Afrika. Toch is ook daar vooruitgang geboekt. Bedenk dat voor de dekolonisatie 98% van de bevolking analfabeet was. Afrika had een enorme achterstand en je kunt geen wonderen verwachten voor 6 dollarcent per dag.”

En tijdens de borrel krijgen alle bezoekers het boekje “Voorbij de borrelpraat. Feiten en fabels over ontwikkelingshulp.” van Mirjam Vossen uitgereikt.

40 jaar COS Brabant
Veertig jaar geleden opende het COS in Tilburg. Wat is het COS eigenlijk? Directeur Rob van Mierlo: “COS stond voor Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, maar ik heb het liever over hét Centrum voor Wereldburgers. Het COS wil mensen laten nadenken over de wereld om hen heen, met het doel hen te bewegen verantwoorde keuzes te maken, in supermarkten bijvoorbeeld, maar ook als producent.” Het COS heeft de tijd van geitenwollensokken en spandoeken achter zich gelaten, vertelt Van Mierlo. “In plaats van voor de poort te demonstreren, zitten we nu aan tafel met bedrijven en gemeenten. Je moet je niet buiten de samenleving postuleren, maar juist in gesprek gaan.” Als voorbeeld noemt Van Mierlo de MVO-prijs. Door die jaarlijks uit te reiken, wordt juist het goede gedrag geprezen.

Tekst: Marga van Zundert
Foto’s: Marloes Coppes

Dinsdag 13 januari 2009. Zonne-energie en biodiesel. Schone kansen of schone schijn?

Publicatiedatum: 10 december 2008

Nederlandse ontwikkelingshulp is steeds vaker in een duurzaam, klimaatvriendelijk jasje gestoken. In Mozambique wordt met Nederlandse hulp geprobeerd biodiesel te persen uit algen. Waterpompen in Cambodja, Ghana en Papoea werken op Hollandse zonnepanelen. In India gaan het komend jaar energiezuinige houtoventjes van Philips de markt op. En minister Koenders mag de komende jaren 500 miljoen uitgeven aan schone energie voor Afrika.

Deze duurzame trend in de ontwikkelingshulp roept vele vragen op. Wiens problemen zijn we aan het oplossen? Die van de arme landen of die van ons? Moeten zij zuinig zijn met fossiele brandstoffen, terwijl wij ze in razend tempo opstoken? Helpen we het klimaat of bestrijden we armoede? En wie wordt er uiteindelijk beter van? Zijn dat de inwoners van ontwikkelingslanden of de bedrijven en de onderzoekers in schone technologie? Wíllen arme landen deze schone producten eigenlijk wel? En waarom bedenken ontwikkelingslanden zélf geen handige producten op energiegebied? Of is het juist een unieke kans voor deze landen om een schone economie te starten?

Sprekers op deze avond zijn
Bram van Beek, milieutechnicus. Hij legde algenvijvers aan in Mozambique,
– de Malawiaanse Margareth Njirambo Machinga, energieonderzoekster aan de Universiteit Twente,
– uitvinder van de schone houtstoof van Philips Paul van der Sluis,
– zonne-energiekenner Henry de Gooijer van Picosol,
Paul Hassing, plaatsvervangend directeur van de directie Water & Milieu van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Muzikale interventies pleegt jazz-pianiste Eugenie Geurts. De leiding van de avond is in handen van Ralf Bodelier en Meike de Jong.

Dit Wereldpodium is gehouden op dinsdag 13 januari om 20.00u in de Studiozaal van Theaters Tilburg.

Aan het einde van dit podium is een publieksenquete gehouden: dit is het verslag ervan: Evaluatie Wereldpodium 13 januari 2009

 

 

 

Verslag 13 januari 2009: zonne-energie en biodiesel

Publicatiedatum: 19 januari 2008

Ondanks dat de sneeuw alweer is weggesmolten en de ongekende Hollandse vrieskou is verdwenen, worden de bezoekers van het Wereldpodium op 13 januari met veel warmte ontvangen. Nog op de trappen van de schouwburg, krijgt iedere bezoeker als opwarmertje een glaasje Glühwein aangeboden, klaargemaakt op de schone houtstoof van Paul van der Sluis, uitvinder bij Philips.

wp-31-1-09-1wp-31-1-09-3wp-31-1-09-4

Ook de gemoederen tussen de twee presentatoren van de avond in het thema ‘Zonne-energie en biodiesel. Schone kansen of schone schijn?’ raken al direct verhit. Presentatoren Ralf Bodelier en Meike de Jong starten zelf de discussie. Waarom zouden we in ontwikkelingslanden schone, klimaatvriendelijke oplossingen invoeren terwijl het oplossen van hun armoede voorop moet staan? Of is het in die landen juist dé oplossing? Dat is waar het deze avond om gaat. Zijn duurzame initiatieven het antwoord op de problemen van ontwikkelingslanden?

Om het onderwerp van de avond in perspectief te kunnen zien, geeft Margareth Njirambo Machinga, Malawiaanse energieonderzoekster aan de Universiteit Twente, commentaar op een aantal foto’s van kookmethoden die in Afrika worden gebruikt. Helder legt ze uit wat de gevaren ervan zijn. De voornamelijk ‘three stone fires’, ofwel open vuren, en ‘parafine stoves’ zorgen elk jaar voor vele sterfgevallen door rookinademing en ongelukken. Bovendien zorgt het traditionele koken voor enorme ontbossing.

wp-31-1-09-6wp-31-1-09-7wp-31-1-09-11

Paul Hassing, plaatsvervangend directeur van de directie Water & Milieu van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, legt uit wat de prioriteiten zijn van Afrikaanse ministers van Energie. ‘Hoe krijgen we zo goedkoop mogelijk benzine en hoe voorzien we de dorpen zo snel mogelijk van elektriciteit’. Daarbij speelt de vraag fossiele brandstof of schone ener-gie geen noemenswaardige rol.

Eugenie Geurts, pianiste en zangeres, omkleedt de avond met pianostukken en liedjes over zon, wind en vuur. En sluit daarmee aan bij de drie overige gasten van de avond. Zij zijn ieder met een project bezig of bezig geweest om op een klimaatvriendelijke ma-nier ontwikkelingslanden te helpen. Om beurten is het podium even helemaal van hen. In vijf minuten houden ze een ‘elevator pitch’ om de stem van het publiek te winnen.

wp-31-1-09-12wp-31-1-09-21

Als eerste is Bram Verbeek aan de beurt. Hij vertelt over zijn project in Mozambique om uit algen een klimaatneutrale biobrandstof te halen. Het is dé manier om plantaardig materiaal te gebruiken als brandstof. Andere plantaardige brandstoffen doen een aanslag op de landbouw en vormen zo een bedreiging voor de voedselproductie. Algen kunnen juist gekweekt worden in ziltige delta’s die niet geschikt zijn voor landbouw.

Henry de Gooijer zoekt de oplossing voor de problemen in ontwikkelingslanden in een heel andere hoek. Met zijn stichting Picosol werkt hij aan lampjes met een klein zonne-paneel waarmee hij mensen in dorpen in Cambodja die geen elektriciteit hebben kan voorzien van licht. Op die manier kunnen de mensen ook als het donker is nog wat werk verrichten of lezen, en zo hun kansen in de wereld vergroten. Henry noemt zonne-energie de meest praktische bron van energie die ook nog eens zeer goed betaalbaar is.

De uitvinding van Paul van der Sluis sluit haarfijn aan op de problemen met de kookmethoden die Margareth Njirambo aan het begin van de avond schetste: de hevige rook-ontwikkeling door koken op open vuur in de huizen en de gevaren van paraffine kacheltjes. De schone houtstoof van Van der Sluis lost al deze problemen op door de vlam in een rondom gesloten stoof met een ventilator naar boven te blazen. Zo brandt het hout veel schoner op zonder rookontwikkeling en gevaar voor brandwonden.

De vraag is welk van de drie projecten de bezoekers het meest aantrekkelijk vinden? De stem van het publiek is onverbiddelijk. Met 27 stemmen voor de houtstoof tegen 25 voor de zonne-energie en 12 voor de bio-algen is Paul van der Sluis de winnaar van de eerste stemronde.

Na de pauze wordt verder gediscussieerd. Zowel over de haalbaarheid en kritische kantjes van deze geweldige projecten en zal blijken welk van de ideeën het beste is. Nu blijkt dat het bio-algen project alweer is afgelopen omdat het in Mozambique niet levensvatbaar bleek. Margareth onderkent dat dit vaak een probleem is in Afrikaanse landen. ‘Het duurt een jaar of vijf voordat mensen begrijpen wat het voordeel is en wat er te winnen valt, zo’n project moet stapsgewijs worden ingebed bij de lokale bevolking om succes te hebben’.
Het Picosolproject loopt tegen nogal wat corruptie aan van de regering van Cambodja. Maar het ondervindt ook het voordeel van de commercie. Naast de stichting heeft Henry de Gooijer ook een bedrijf opgezet. ‘Juist door mensen voor het product te laten betalen zorgt voor draagvlak.’
Tenslotte is volgens Margareth Njirambo de houtstoof met €50 euro te duur voor de ar-me mensen die het het meest nodig hebben. Rijkere families hebben vaak al een betere oplossing dan de three stone stove.

Ondanks dat het publiek van ieder project ook tegengeluiden heeft gehoord, blijven ze enthousiast over álle ideeën en al snel ontstaat er een discussie over de voorwaarden waaronder de projecten wel kunnen slagen. De technische kwaliteiten van de projecten blijken niet van doorslaggevende aard, meent ontwikkelingsdeskundige Paul Hassing. Dat is de manier waarop ze worden ingebed in de mogelijkheden die arme landen hebben. Bovendien moet het niet gaan om óf biobrandstof óf houtstoven óf zonnepanelen. Het succes zit in de combinatie van dergelijke projecten.

Tekst: Anne Lutgerink
Foto’s: Marloes Coppes

Van deze avond is ook een publieksevaluatierapport verschenen.