Ook gewone Nederlanders kunnen iets doen tegen de wrede Oegandese homowetten, meent de Oegandese journalist en vluchteling Peterson S. Ssendi.
Zeker drie procent van alle mensen zijn homoseksueel. Zo werden zij geboren en zo zullen ze hun leven lang zijn. Toch is er nog een aantal landen waarin homoseksualiteit bij wet is verboden of waar homoseksuelen kans lopen de doodstraf te krijgen. Die landen liggen vrijwel allemaal in de Arabische wereld of in Afrika. Zo zijn in mijn land, in Oeganda, de laatste vijftien jaar een aantal harde wetten ingevoerd die het leven van de homoseksuelen erg moeilijk maken. Het gaat voor alle duidelijkheid niet om een verbod op het homohuwelijk of het organiseren van gay parades. Het gaat om het vervolgen, opsluiten of doden van mannen en vrouwen omdat zij mogelijkerwijs tot de 900 duizend homo’s of lesbiennes van Oeganda behoren. Al komt het vaak niet tot een vervolging omdat de politie wegkijkt wanneer buurtbewoners een ‘verdachte homo’ verjagen of zelfs lynchen.
De invoering van de zogenaamde ‘Kill the Gays Bills’ is het gevolg van jarenlang haat zaaien door een groep fundamentalistische Amerikaanse christenen. Sinds de jaren ’90 vertellen zij de Oegandese bevolking dat je geen christen kunt zijn en tegelijkertijd homo. En dat je als christen homoseksualiteit niet kunt toestaan. Zelfs de machtige Rooms-Katholieke kerk in Oeganda onderschrijft deze wrede anti-homowetten en ontslaat priesters die homoseksuelen in bescherming nemen. Daarmee zondigt de Oegandese katholieke kerk tegen de officiële katholieke leer die ‘elke schending van de mensenrechten van homoseksuelen’ verwerpt.
De homofobie is inmiddels zo ernstig en wijdverspreid dat geen enkele Oegandese politicus het nog waagt er tegenin te gaan. Wie dat wel doet, delft zijn politieke graf. Bovendien loopt hij grote kans zelf van homoseksualiteit te worden beschuldigd. Ook president Yoweri Museveni van Oeganda weet maar al te goed dat homoseksualiteit aangeboren is en dat je zowel homo als christen kunt zijn. Maar omdat Museveni in 2016 opnieuw de verkiezingen wil winnen, trekt ook hij fel van leer tegen homoseksuelen en ondertekende vorig jaar de omstreden wetgeving.
Wie een verschil zouden kunnen maken, zijn wij, journalisten. Ik probeerde jarenlang aandacht te vragen voor de vervolging van homo’s en lesbiennes in mijn land. Dat kon niet bij het radiostation waar ik werkte. Want, zo luidt de redenering, wie aandacht vraagt voor het lot van homo’s is bezig om mensen aan te zetten tot homoseksuele activiteiten. Daarop startte ik met een website waarop ik probeerde om de angst, de vervolgingen, de martelingen en het in brand steken van homoseksuelen in Oeganda bekend te maken.
Vervolgens werd ik bedreigd en moest ik vrezen voor mijn leven en dat van mijn gezin. Nu ben ik erkend vluchteling in Nederland, terwijl mijn vrouw en kinderen nog in Oeganda zitten. Ik voel me verdrietig en machteloos, omdat ik hier veel minder kan betekenen dan in Oeganda. Maar er is één ding dat ik in Nederland wel kan doen. En dat is Nederlanders wijzen op wat er in mijn land gebeurt. Want samen met andere Westerse landen kan Nederland wél iets betekenen voor homo’s in Oeganda. Nederland geeft jaarlijks 23 miljoen euro ontwikkelingshulp aan mijn land, in de hoofdstad Kampala zit een Nederlandse ambassade en er werken veel Nederlandse bedrijven in Oeganda. Zij kunnen druk uitoefenen.
Dat internationale druk werkt, bleek afgelopen maand. Tot ieders verrassing werd de gewraakte ‘Kill the Gays Bill’ plotseling onderuit gehaald door het Oegandese constitutionele hof. De reden die de hoogste rechters aanvoerden, was tamelijk onnozel. Er zouden technische fouten zijn gemaakt in het aannemen van de wet door het parlement. Al snel bleek dat er iets heel anders achter stak. Zo waren een aantal landen, waaronder Nederland, bezig om een deel van hun ontwikkelingshulp aan Oeganda te bevriezen. En er bestond een goede kans dat president Museveni niet zou worden uitgenodigd in het Witte Huis bij een groot diner van president Obama met alle Afrikaanse leiders. Minder geld en een geknakt prestige, dát gaf de doorslag.
Op dit moment is de wrede wet van de baan. Maar opgejut door de fundamentalistische christenen, is het parlement alweer bezig hem opnieuw in te voeren. Omdat in Oeganda zelf elke oppositie tegen de wet ontbreekt, moeten we het opnieuw hebben van u, beste Nederlanders. Alstublieft, vertel uw Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp om druk uit te blijven oefenen op mijn president en mijn regering. Want ook in Oeganda verdienen homo’s en lesbiennes het om in vrijheid en veiligheid te leven.
Peterson S. Ssendi is journalist, blogger en erkend vluchteling. Op woensdag 17 september vertelt hij op het Tilburgse Stadsstrand over zijn ervaringen. De bijeenkomst ‘Avonturiers uit Nood’ begint om 21.00 uur en wordt georganiseerd door het Wereldpodium in samenwerking met Amnesty International.
Dit opiniestuk verscheen op 12 september in het Eindhovens Dagblad en op 17 september in het Brabants Dagblad.
Tags: Avonturiers uit Nood, opinie, Peterson Ssendi